de zogenaamde collar. Dit is een combinatie van het kopen van een cap10 en het
verkopen van een floor11Op deze wijze wordt een bandbreedte in de te betalen rente
aangebracht, waarbij de transactiekosten van de koop van de cap (deels) worden
gecompenseerd door de transactieopbrengsten van de verkoop van de floor. Uiteraard
dient ook hier het derivaat betrekking te hebben op gelijke modaliteiten (in omvang,
looptijd) als de bijbehorende financieringsbehoefte of bijbehorende overtollige
middelen.
2. Resultaat past binnen kaders Wet fido
In de Wet fido geldt dat het resultaat van derivatenconstructies telt bij het onderscheid
tussen korte en lange financiering, en dus bij het bepalen of wordt voldaan aan de
kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Voorzover derivatenconstructies het rentetypisch
karakter van leningen in substantiële mate wijzigen, kunnen openbare lichamen bij de
indeling van leningen in vaste en netto-vlottende schuld deze derivatenconstructies
toerekenen aan leningen. Zo zal een variabele lening, waarvan via een renteswap de
rente per saldo voor 5 jaar vast staat, beschouwd kunnen worden als een vaste lening met
een rentetypische looptijd van 5 jaar. Hetzelfde kan gelden indien voor 5 jaar een
plafond op de maximaal te betalen rente wordt gezet via een cap. Deze cap dient
vanzelfsprekend wel van reële betekenis te zijn. Ten behoeve van het
bedrijfseconomisch toezicht door de toezichthouders dient dit op een transparante wijze
te gebeuren en te worden aangegeven in de financieringsparagraaf van de begroting (bij
het voornemen tot gebruik van een capen het jaarverslag (bij de verantwoording over
het gebruik hiervan).
Afhankelijk van of een derivatenconstructie resulteert in vlottende of vaste schuld, telt
deze mee bij het voldoen aan de kasgeldlimiet (voor de netto-vlottende schuld) of de
renterisiconorm (voor de vaste schuld).
Tweede lid: Derivaten worden zowel verhandeld op de erkende, onder toezicht staande
optie- en termijnbeurzen (zoals de AEX (optiebeurs) te Amsterdam) als daarbuiten (op
de onderhandse OTC, de Over The Counter Markt, die geen fysieke marktplaats kent).
Voorbeelden van OTC-produkten zijn FRA's en renteswaps. Beurscontracten zijn
gestandaardiseerd, terwijl contracten in de OTC-markt meer flexibiliteit bieden.
Daarnaast geldt als belangrijk verschil dat op beurzen een clearinginstituut optreedt als
centrale tegenpartij. In Amsterdam is dit de Amsterdam Exchanges Optiebeurs Clearing.
10 Bij een cap wordt de koper door de verkoper gecompenseerd indien de referentierente hoger ligt
dan het in het contract vastgestelde renteniveau.
11 Bij een floor wordt de koper door de verkoper gecompenseerd indien de referentierente lager ligt
dan het in het contract vastgestelde renteniveau.
28
Dit instituut past een systeem van onderpandsvereisten en dagelijkse verrekening van
prijsverschillen toe, waardoor het debiteurenrisico beperkt blijft.
De keuze voor onderhandse contracten ligt voor de hand indien een specifieke
risicotransformatie voor een langere periode wordt beoogd. Beursgenoteerde contracten
komen eerder van pas bij kortstondige posities en indien marktliquiditeit van belang is.
Wel zitten aan beursgenoteerde contracten vanwege de dagelijkse verrekening van
prijsverschillen meer administratieve lasten verbonden dan het geval is bij onderhandse
contracten (waar dan weer de betere beheersing van het debiteurenrisico tegenover
staat).
In het geval van OTC-transacties kunnen deze worden afgesloten met een instelling die
voldoet aan artikel 2. Daarnaast zijn derivatentransacties op de beurs toegestaan, voor
zover deze plaatsvinden op een erkende beurs (in de ISD-richtlijn wordt gesproken over
'gereglementeerde markt) in een lidstaat van de EU (zoals de Amsterdam Exchanges
Optiebeurs in Nederland). Uitgangspunt is immers (zie ook artikel 1) dat de tegenpartij
op enigerlei wijze in Nederland of EU-breed onder toezicht staat. Op de beurs vindt de
handel in derivaten weliswaar anoniem plaats, maar uiteindelijk staat het
clearinginstituut van de Amsterdam Exchanges (AEX) garant voor de afwikkeling van
de derivatentransacties. De AEX staat in Nederland op basis van de Wet toezicht
effectenverkeer 1995 onder toezicht van de STE.
MINISTER VAN FINANCIËN,
29