6 5 Gemeentefinanciering Bij de financiering van de gemeentelijke activiteiten en investeringen wordt uitgegaan van integrale financiering. Dat wil zeggen dat steeds gekeken wordt naar de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Bij de huidige verwachtingen over de rente-ontwikkeling wordt eerst maximaal met kortgeld gefinancierd. Pas wanneer de kasgeldlimiet (de limiet die aangeeft wat maximaal kort gefinancierd mag worden) wordt genaderd wordt overgegaan tot het aantrekken van middelen op lange termijn. De termijn wordt daarbij bepaald door de aard van de te financieren investeringen, de resterende looptijd van de bestaande leningen en de te betalen rentepercentages bij de verschillende looptijden van de leningen. Bij het aantrekken van leningen wordt altijd bij tenminste drie banken offerte gevraagd. Voor het jaar 2001 wordt verwacht dat maximaal 65 miljoen moet worden aangetrokken voor investeringen en consolidatie van vlottende schuld. Wij stellen u voor het College te machtigen voor dit bedrag leningen aan te trekken. Mutaties leningenportefeuille x 1 miljoen Oms chri j ving Bedrag in guldens Gemiddelde Rente Invloed op gemiddelde rente Stand op 1 januari 2001 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) 408,9 64,6 -23,0 6,8% 6,0% 0,0% -0,1% +0,3% Stand per 31 december 2001 450,5 7,0% +0,2% 6 Kasbeheer Al het betalingsverkeer heeft de gemeente gecentraliseerd bij drie banken. De BNG, de Postbank en de Frieslandbank Hoofdbankier is de BNG, de beide andere bankrelaties worden vooral aangehouden als service naar de klanten en vanuit regionaal economische motieven. Saldi op deze rekeningen worden afgeroomd ten gunste van de BNG rekening. Over de condities van deze bankier wordt jaarlijks onderhandeld, daarbij worden ook de condities van andere banken meegewogen. Wij vragen van de Raad ons College te machtigen een kortkrediet arrangement aan te gaan met de BNG en/of één van de instellingen of banken die aan het eind van deze paragraaf genoemd wordt voor het tijdelijk uitzetten van gelden 7 Aan de diensten is opdracht verstrekt een actief debiteurenbeheer te voeren, gericht op het snel incasseren van vorderingen en een correct betalingsgedrag, dat wil zeggen betalen op de uiterste vervaldag tenzij door betalingskortingen snel betalen voordeliger is. Een en ander is verankerd in het treasurystatuut (par. 2.4.1). Het beheer van de bankrekeningen gebeurt centraal, eventueel overtollige middelen worden tijdelijk uitgezet. De verwachting is dat in het begrotingsjaar geen overtollige middelen van betekenis zullen zijn. Om toch snel te kunnen reageren indien er wel tijdelijk overtollige middelen zijn worden overtollige kasmiddelen uitgezet met inachtneming van hetgeen hieromtrent is bepaald in het Treasurystatuut (onderdelen 2.2.3 en 2.3.2). Daarnaast verzoeken wij u aan te wijzen de volgende bankinstellingen - de ABN AMRO bank NV, - de ING BANK NV(Postbank en ING Bank)en - de Friesland Bank NV. 7 Administratieve organisatie Geldverkeer vereist een goede administratieve organisatie. Er is dan ook een duidelijke functiescheiding tussen de beheersfunctie (de treasuryfunctie) en de registrerende functie (financieel administratieve afdelingen). Bij het aantrekken van nieuwe leningen is naast de treasurymanager de concerncontroller of een door hem aangewezen functionaris betrokken. In het begrotingsjaar zullen de interne richtlijnen voor de uitvoering van de treasuryfunctie worden aangescherpt mee naar aanleiding van de opmerkingen van de accountant in het rapport van bevindingen bij de jaarrekening 1999. 8 Informatievoorziening. Over de uitvoering van de treasuryfunctie zal verslag worden gedaan in de jaarrekening. Hierbij zal dezelfde indeling worden aangehouden als in deze treasuryparagraaf In de loop van het jaar zal in de turap een indicatie worden gegeven van de ontwikkeling van het renteresultaat en van de houdbaarheid van de veronderstellingen waarvan in deze treasuryparagraaf is uitgegaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 539