Blad 4
Grondslag en maatstaf van heffing
Artikel 4
1. De havengelden worden geheven naar:
a. het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt per
ton;
b. de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt per 100
vierkante meter;
c. de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters;
zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve
worden vastgesteld.
Tarieven
Artikel 5
Het havengeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen
in de bij deze verordening behorende tarieventabelzulks
met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van
het bepaalde in het tweede lid.
Voor de toepassing van de tarieven:
a. geldt als laadvermogen in tonnen van een vaartuig,
het aantal tonnen zoals blijkt uit de bij het
vaartuig behorende meetbrief;
b. wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het
product van de (lengte over alles/lengte op de water
lijn) en van de grootste breedte, mits deze blijken
uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
c. wordt de lengte van een vaartuig gesteld op (lengte
over alles/lengte op de waterlijn), zoals die blijkt
uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;
d. wordt, in afwijking van het in de onderdelen a, b en
c bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de
grootste breedte en/of de (lengte over alles/lengte
op de waterlijn) ambtshalve vastgesteld indien de in
de onderdelen a, b en c bedoelde meetbrief niet wordt
overgelegd of indien deze vereiste gegevens niet
worden vermeld;
e. wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van
massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle
eenheid gerekend;
f. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de
tabel voor het desbetreffende soort vaartuig genoemde
termijnen gesteld tenzij voor een langere termijn is
aangevraagd
Blad 5
Vrij stellingen
Artikel 6
Het havengeld wordt niet geheven ter zake van:
1. vrachtschepen - niet zijnde pleziervaartuigen - op
doorvaart die aanleggen, mits niet langer dan 24 uur,
zon- en feestdagen niet meegerekend en mits zij niet
laden of lossen;
2. vaartuigen, die aan of op een der scheepswerven in
aanbouw zijn of worden hersteld, mits vooraf van het
voornemen tot de herstelling alsmede van de afloop der
werkzaamheden schriftelijk aan de havenmeester kennis
is gegeven;
3. vaartuigen, rechtstreeks in gebruik voor rijks-, pro
vinciale- en gemeentedienst;
4 baggermachines en vaartuigen, die gebezigd worden voor
het vervoer van baggerspecie, gedurende de tijd dat zij
binnen de gemeente werken;
5. bijboten, behorende bij vaartuigen met een lengte van
ten hoogste 5 meter en een breedte van 2,5 meter;
6. Rode Kruis- en Hospitaalschepen.
Belas tingti j dvak
Artikel 7
Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld
in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Wijze van heffing
Artikel 8
1. De havengelden, behoudens het gestelde in het tweede
lid, worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel
een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder
mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, kwitan
tie, nota of andere schriftuur.
2. De havengelden, volgens de tarieventabel verschuldigd
bij abonnement, worden geheven bij wege van voldoening
op aangifte.
Ontstaan van de belastingschuld
Artikel 9
De havengelden zijn verschuldigd zodra het gebruik van het
openDaar vaarwater met een vaartuig is aangevangen.