Blad 6 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen Artikel 10 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de havengelden: a. behoudens het bepaalde in onderdeel b, worden betaald op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving; b. ingeval een abonnement is genomen, overeenkomstig de aangifte worden betaald op de dag van aankomst van het vaartuig in de haven; 2. Bij voortgezet gebruik van de haven, na afloop van de termijn waarover havengeld is verschuldigd, moet op nieuw aangifte worden gedaan op de eerste werkdag van de volgende termijn. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef, onderdeel b en het tweede lid, kan worden betaald binnen veertien dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, onderscheidenlijk de dag waarop het gebruik of het genot wordt voortgezet, mits voldoende zekerheid tot betaling van het havengeld is gesteld 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Ontheffing en overschrijding Artikel 11 1. Ontheffing van havengelden wordt verleend voor vaartui gen waarvan het verblijf wordt voortgezet als gevolg van het gestremd zijn van de scheepvaart ten gevolge van ijs of andere redenen van overmacht, mits in dat geval het vaartuig niet ingericht of in gebruik voor en/of tijdelijke opslag van goederen wordt gebezigd. 2. Van de havengelden die worden geheven bij wege van een abonnement wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van het tijdvak, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, ont heffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het verschuldigde bedrag als er in dat tijdvak na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde havengelden verrekend met de verschuldigde havengelden over die maanden voor het vervangende vaar tuig, met dien verstande, dat indien de laatst genoemde havengelden lager zijn dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt. Blad 7 4. Het na toepassing van het in het vorige lid bedoelde verrekende verschuldigde bedrag moet binnen veertien dagen na de vervanging worden betaald. 5. Geen ontheffing wordt verleend, ingeval op aanvraag van de belastingplichtige of op aanwijzing van de ha venmeester een andere ligplaats wordt toegewezen voor hetzelfde vaartuig. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Artikel 12 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden Citeertitel Artikel 13 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening havengelden Leeuwarden 2001" Inwerkingtreding Artikel 14 1. De "Verordening Havengelden 1995" vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 1994, goedgekeurd bij besluit van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken van 19 januari 1995, nr. FBA95/7/U3, voor het laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 1999, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belast bare feiten die zich voordien hebben voorgedaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 565