Blad 4 6. De belastingaanslagen worden afgerond op hele guldens naar beneden. 7. Belastingaanslagen beneden f 10,- worden niet opgelegd. Belas tingti j dvak Artikel 7 Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel Wijze van heffing Artikel 8 1. De precariobelasting die op een jaar betrekking heeft wordt geheven bij wege van aanslag. 2. In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur. Ontstaan van de belastingschuld Artikel 8 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belasting jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaan den overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belasting jaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalender maanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan f 20,00. 4. De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een jaar. Blad 5 Tijdstip van betalen en betaling in termijnen Artikel 10 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moet de precariobelasting: a. als bedoeld in artikel 6, eerste lid, worden betaald twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet; b. als bedoeld in artikel 6, tweede lid, behoudens het gestelde in onderdeel c, worden betaald op het moment waarop een aanvraag voor het hebben van voorwerpen is ingediend c.q. een aanvang heeft genomen; c. geheven bij wege van nota, worden betaald binnen veertien dagen na de dagtekening van de nota. 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Artikel 11 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgeld. Citeertitel Artikel 12 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening Precariobelasting Leeuwarden 2001". Inwerkingtreding Artikel 13 De "Verordening op de heffing en invordering van pre cariorechten", goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 29 december 1994, nr. 94.01041, voor het laatst gewijzigd op 20 december 1999, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 598