Blad 6 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de maandelijkse en jaarlijkse verschuldigde rechten Artikel 15 1. De "per maand" en "per belastingjaar" genoemde rechten, bedoeld in hoofdstuk 2, vanaf 2.1.2, tot en met hoofd stuk 4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van de maand of het belastingjaar of, zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belas tingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver schuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblij ven 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belas tingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver schuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblij ven 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist. 5. Belastingbedragen van minder dan f 20,- worden niet geheven Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten Artikel 16 De overig genoemde rechten, bedoeld in hoofdstuk 2, vanaf 2.1.2 tot en met hoofdstuk 4 van de tarieventabel, zijn ver schuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van net gebruik van bezittingen, werken of inrich tingen, genoemd in artikel 10. Tijdstip van betalen en betalen in termijnen Artikel 17 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invcrderingswet moeten de rechten a. bedoeld in hoofdstuk 2, 2.1.1, van de tarieventabel worden betaald overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 van hoofdstuk II van deze verordening ten aanzien van de afvalstoffenheffing; Blad 7 b. bedoeld in hoofdstuk 2 en in de hoofdstukken 3 tot en met 4 van de tarieventabel worden betaald één maand na de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur. 2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Hoofdstuk 4 Aanvullende bepalingen Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Artikel 18 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reinigingsheffingen Citeertitel Artikel 19 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen Leeuwarden 2001". Inwerkingtreding Artikel 20 1. De "Verordening Reinigingsheffingen 1995", vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 1994, goedgekeurd bij besluit van 12 januari 1995, nr. FBA95/7U1 december 1992, voor het laatst gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 1999, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 607