Nummer 20726 AvdV/BSK DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 2000 (bijlage nr. 168); gelet op artikel 221 van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de: Verordening op de heffing en de invordering van roerende-zaakbelastingen 2001. Begripsomschrijving Artikel 1 wordt verstaan onder: de Invorderingswet 1990 (Stb. 221); Monumentenwet 1988; Natuurschoonwet 1928 (Stb. 1989, 252); een roerende woon- of bedrijfsruimte welke duurzaam aan een plaats gebonden is en dient tot permanente bewoning of permanent gebruik; een ruimte waarvan de vastgestelde waarde in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de ruimte die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden; een ruimte die niet kan worden aangemerkt als woonruimte. Belastingplicht Artikel 2 1. Onder de naam "roerende-zaakbelastingen" worden ter zake van binnen de gemeente gelegen ruimten twee directe belastingen geheven: In deze verordening a. Invorderingswet: b. Monumentenwet: c. Natuurschoonwet: d. ruimte: e. woonruimte: bedrijfsruimte:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 610