Blad 4 Vrijstellingen Artikel 5 1. In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij het bepalen van de maatstaf van heffing buiten aanmerking gelaten de waarde van: a. glasopstanden, voor zover de ondergrond daarvan bestaat uit cultuurgrond die bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd ten behoeve van de land- of bosbouw. Onder cultuurgrond wordt mede begrepen de open grond, alsmede de ondergrond van glasopstanden, die bedrijfsmatig aangewend wordt voor de kweek of teelt van gewassen, zonder daarbij de ondergrond als voedingsbodem te gebruiken; b. ruimten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; c. ruimten ten behoeve van waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelij ke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; d. ruimten die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelij ke rechtspersonen, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen als woning; e. werktuigen die van een ruimte kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als ruimten zijn aan te merken. f. ruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente, met uitzondering van delen van zodanige ruimten die bestemd zijn te worden gebruikt voor het geven van onderwij s g. ruimten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt ten behoeve van begraafplaatsen, urnentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van zodanige ruimten die dienen ais woning. 2. De vrijstelling met betrekking tot de in het eerste lid, onderdeel f, bedoelde ruimte geldt niet voor de eigenarenbelasting voor zover de gemeente van die ruimten niet het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Blad 5 Waar depe i 1 da tuin Artikel 6 1. De waarde wordt bepaald naar de waarde die de ruimte heeft op 1 januari 1999 en vervolgens die op een tijdstip die telkens vier jaren later valt. 2. Deze waarde vindt toepassing voor elk kalenderjaar vallende in een tijdvak van vier achtereenvolgende jaren. Dit tijdvak vangt twee jaar na de in de eerste volzin bedoelde waardepeildatum aan. 3. De waarde van de ruimte wordt bepaald naar de staat waarin de ruimte op de waardepeildatum verkeert. 4. Indien een ruimte na waardepeildatum die behoort bij het tijdvak waarvoor de waarde wordt vastgesteld: a. wijzigt als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of vernietiging, hetzij veran dering van bestemming, welke wijziging een verandering in waarde van tenminste vijf percent met een minimum van f 25.000 ten gevolge heeft dan wel van f 250.000 of meer, of b. een verandering in waarde ondergaat van tenminste vijf percent met een minimum van f 25.000 dan wel van f 250.000 of meer als gevolg van een andere, specifiek voor de ruimte geldende bijzondere omstandigheid, wordt in afwijking in zoverre van de voorgaande leden, de waarde bepaald naar de staat van die ruimte bij het begin van het kalenderjaar volgende op dat waarin de in de onderdeel a bedoelde feiten geheel of ten dele hun beslag hebben gekregen dan wel de in onderdeel b bedoelde omstandigheid heeft plaatsgevonden of is gebleken. Belastingtarieven Artikel 7 1. Voor elke volle f 5.000,- van de waarde in het economi sche verkeer bedraagt: a. de gebruikersbelasting 1. voor woningen f 10,95 2. voor niet-woningen f 12,81 b. de eigenarenbelasting 1. voor woningen f 13,69 2. voor niet-woningen f 16,02 2. Indien de heffingsmaatstaf van de roerende zaak beneden f 20.000,- blijft, wordt geen belasting geheven. 3. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele guldens. 4. Voor belastingbedragen tot f 20,- vindt geen invordering plaats

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 612