Blad 8
De verwachting is mede gebaseerd op het oordeel omtrent de
uitvoeringsaspecten door het Uitvoeringspanel. Dit panel is
van mening dat de consequenties acceptabel zijn. Wel is
aandacht gevraagd voor een tijdige informatievoorziening,
mede met het oog op de mogelijke consequenties voor de
automatisering.
Ook bij de verdere implementatie van het FWI zal er verder
gewerkt worden in een transparant proces. Daarbij zal de
VNG worden betrokken en zal er voor uitvoeringsaspecten van
de diverse onderdelen ook gebruik gemaakt worden van de
advisering door het Uitvoeringspanel.
De uitvoeringskosten, zowel van de Abw als voor de active
ringsdoelstelling, vallen niet onder het FWI. Deze blijven
via het Gemeentefonds vergoed worden. Of dit op de lange
termijn ook zo blijft of dat deze kosten onderdeel worden
van het FWI zal nog nader worden bezien.
42 Financiën
Bij de invoering van het FWI per 1 januari 2001 zullen de
verschillende geldstromen die nu via diverse loketten naar
de gemeente gaan, onder één gezamenlijke noemer worden
gebracht op de rijksbegroting (SZW)Het gaat om de
volgende stromen:
- het saldo van uitgaven en ontvangsten Abw, IOAW en IOAZ
die op declaratiebasis door het Rijk aan gemeenten wordt
vergoed (in het algemeen thans 90%). Dit saldo staat ook
nu al geraamd op de SZW-rijksbegroting;
- het aandeel in het saldo van uitgaven en inkomsten Abw,
IOAW en IOAZ dat voor rekening van de gemeenten komt
(thans 10%). Aangezien bij het FWI het saldo van uitgaven
en inkomsten algemene bijstand, IOAW en IOAZ geheel via
de SZW-begroting gaat lopen, zal het gemeentelijk aandeel
naar rato van het declaratiedeel van het Gemeentefonds
naar de SZW-(rijks)begroting worden overgeheveld;
- de uitgaven voor het gemeentelijk Werkfonds (Wiw c.a.),
die deels bestaan uit een vast deel en deels uit een
declaratiedeel. Deze uitgaven staan al op de SZW-
(rij ks)begroting.
Het gemeentelijk aandeel van 25% is niet alleen van toe
passing op de uitgaven, maar ook op de ontvangsten. Van de
ontvangen bedragen bij terugvordering of verhaal mag de
gemeente 25% zelf houden en moet ze 75% afstaan. De tot nu
toe geldende debiteurenincentiveregeling komt daarmee te
vervallen
Voor onze gemeente betekent dit de volgende becijfering,
mede gebaseerd op de hiertoe ontvangen circulaire van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Blad 9
In de begroting 2001 van de dienst Welzijn is het 10%-
aandeel geraamd op f 9.341.700,-. Door de geraamde uitname
uit het gemeentefonds van f 9.722.000,- ontstaat derhalve
een structureel nadeel van f 9.341.700,- - f 9.722.000,-
f 380.300,-. In de gemeentebegroting 2001 is rekening
gehouden met deze structurele tegenvaller. De verlaging van
de uitkering uit het Gemeentefonds in verband met de
invoering van het Fonds Werk en Inkomen betekent dus dat
het toegestaan begrotingstekort van de dienst Welzijn per
saldo verlaagd moet worden met f 9.341.700,-.
In totaliteit ziet het Fonds Werk en Inkomen er als volgt
uit
Inkomendeel (Abw, IOAW en IOAZ) f 24.854.574,-
Werkdeel (gemeentelijk Werkfonds) - 25.869.632-
Totaal f 50.724.206,-
De totale beschikbare middelen uit het FWI - inkomensdeel,
worden geraamd op een bedrag van f 24.854.574,- (25%-deel)
De totale beschikbare middelen uit het FWI - werkdeel,
worden geraamd op een bedrag van f 25.869.632,-.
Deze middelen 2001 gemeentelijk Werkfonds het FWI -
werkdeel) staan geraamd in de begroting van de dienst
Welzijn, sector Werkgelegenheid tot een totaalbedrag van
f 13.779.720,- voor het vaste deel.
Inmiddels is een beschikking van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid ontvangen waarin het budget,
aangepast aan inflatie ten opzichte van de begroting, voor
het begrotingsjaar 2001 definitief is vastgesteld op een
bedrag van f 14.705.732,-.
De beschikbare middelen 2001 gemeentelijk Werkfonds worden
geraamd in de begroting 2001 van de dienst Welzijn, sector
Werkgelegenheid tot een (te wijzigen) totaalbedrag van
f 14.705.732,-.
Naast dit vaste budget zijn in de begroting ook nog geraamd
de zogenaamde prestatieve basisbedragen. Het basisbedrag
kan gedeclareerd worden ten behoeve van gerealiseerde
dienstbetrekkingen, werkervaringsplaatsen en als plaat
singsbudget REA. Ook dit basisbedrag is ten opzichte van de
begroting aangepast aan inflatie en is vastgesteld op een
bedrag van f 18.700,- per gerealiseerde fulltime plaatsing.
Totaal is dan een bedrag beschikbaar, uitgaande van gelijke
prestaties, van f 11.163.900,-.
Totaal nieuw te ramen budget gemeentelijk Werkfonds
bedraagt dan f 25.869.632,- (f 14.705.732,-
f 11.163.900,-). Dit budget vormt dus het werkdeel van het
Fonds Werk en Inkomen.