Blad 8
stadsvervoer als het CVV-vervoer zal de vervoerder moeten
voldoen aan de eisen die gesteld zijn in het rapport
'Stiller, Schoner en Zuiniger Verkeers- en vervoersysteem
Leeuwarden'
Consumentenbescherming
De gemeente schrijft voor dat de vervoerder de reiziger en
de gemeente betrekt bij het vaststellen of wijzigen van de
dienstregeling. Dit is conform de wettelijke eis zoals die
is opgenomen in de nieuwe Wp2000.
De vervoerder moet er voor zorgen dat de reiziger eventuele
klachten makkelijk kan indienen en dat de klachten volgens
een vaste procedure worden afgehandeld.
Voorts zal de vervoerder twee-jaarlijks de tevredenheid van
de reiziger moeten laten meten door een onafhankelijk
bureau
Jaarlijks dient de vervoerder met de gemeente in overleg te
treden om de dienstregeling te evalueren. Eventueel kunnen
in onderling overleg wijzigingen worden aangebracht.
Hierbij zullen ook reizigersorganisaties en belangen
organisaties worden betrokken. De gemeente zal de
dienstregeling, in navolging van de nieuwe Wet
Personenvervoer 2000, niet meer formeel vaststellen.
Informstie/registrati e
De vervoerder moet zich actief inzetten om de reiziger via
de beschikbare kanalen te informeren over de reis
mogelijkheden, in ieder geval via een busboekje en
informatieborden op het busstation. Daarnaast moet de
vervoerder het mogelijk maken om alle informatie op te
nemen in een Reizigers Informatie Systeem (RIS)Dit is een
systeem dat dynamische informatie kan leveren. Momenteel is
alleen op het busstation een vorm van RIS aanwezig. Indien
de gemeente het systeem uitbreid naar bijvoorbeeld het
Beursplein zal de vervoerder hier de benodigde informatie
aan moeten leveren.
De vervoerder moet bijhouden hoeveel zones er worden
verreden door welke reizigers. Dit is van belang voor de
vergoedingensystematiek van met name WVG-gerechtigden
Hiervoor zal in alle voertuigen, zowel stadsvervoer als
CVV-vervoer, leesapparatuur aanwezig moeten zijn dat
vervoerpassen (chipkaarten) kan registreren en afwaarderen.
Van deze registratie zal de gemeente maandelijks een
afschrift krijgen.
Wensen en ambities
De eisen die in het PvE zijn beschreven moeten worden
gezien als een ondergrens waaraan de vervoerder in ieder
geval moet voldoen. De gemeente heeft zoals gezegd echter
Blad 9
de ambitie om een kwaliteitssprong te maken met de
aanbesteding. Daarom wordt de vervoerder uitgedaagd om in
zijn aanbieding voorstellen te doen voor verdere
kwaliteitsverbetering. Ook suggesties voor prijsbesparingen
waarbij nauwelijks kwaliteit wordt ingeleverd kunnen worden
ingebracht. Hij dient aan te geven wat de consequenties
zijn voor de prijs voor in ieder geval de volgende opties:
meer bussen per uur bij het Ster- en Servicenet;
de concessie wordt verleend voor 6 jaar in plaats van 4
jaar met een optie voor 2x1 jaar verlenging;
kortere beschikbaarheidsperiode voor het CVV-vervoer;
kortere vooraanmeldtijd voor het CVV-vervoer;
minder speling rond de afhaaltijd bij het CVV-vervoer;
meer meereizende familieleden voor gereduceerd tarief
bij WVG-geïndiceerden
Daarnaast wordt aangegeven (zonder direct een prijsopgave
te vragen) dat de gemeente denkt aan zaken als:
kleine aanpassingen in de routering;
uitgebreidere/betere informatievoorzieningen aan de
reiziger;
voorzieningen voor mensen met een visuele handicap;
verdere beperking van milieubelastende factoren.
Innovatief openbaar vervoer
De gemeente houdt de mogelijk open om tijdens de duur van
de concessie nieuwe innovatieve openbaar vervoerssystemen
te introduceren om het openbaar vervoer aantrekkelijker te
maken. Concreet wordt momenteel gedacht aan een
hoogwaardige OV-voorziening in het FEC-city gebied en naar
Leeuwarden Zuid. Indien nodig zou dit vervoer met een
andere vervoerder uitgevoerd kunnen worden. In dat geval
zal de vervoerder van de stadsdienst 'zijn' infrastructuur
en voorzieningen beschikbaar moeten stellen en zorg moeten
dragen voor goede aansluitingen. Indien de vervoerder van
de stadsdienst aantoonbaar reizigers verliest kan de
vervoerder in overleg treden met de gemeente omtrent
compensatie
In hun inschrijvingen dienen de vervoerders aan te geven
wat hun ideeën en mogelijkheden zijn voor de introductie
van dergelijke vervoersystemen. Hoe staan zij tegenover de
komst van dergelijke systemen en hoe denken zij deze in te
kunnen passen in het stadsvervoer. De inbreng van dit
aspect is niet een harde eis voor de aanbesteding maar kan
bij nagenoeg gelijkwaardige aanbiedingen wel meewegen bij
de uiteindelijke beoordelingen.
Plan van aanpak
De vervoerder zal bij zijn aanbieding (in het Nederlands)
een plan van aanpak in moeten dienen. Aangegeven dient te
worden op welk perceel of percelen wordt ingeschreven en