Blad 4
knelpunten omschrijven in hun gemeentelijke woonplannen, om
daarmee aan te geven een beroep te willen doen op de
knelpuntenpot
Binnen de Koepelnotitie zijn op stadsgewestelijk niveau met
betrekking tot de honorering van plannen de volgende
(aanvullende) afspraken vastgelegd:
de toedeling van de knelpuntenpot zal op generlei wijze
de positie van Leeuwarden op de woningmarkt in gevaar
mogen brengen. De woningbouwprojecten die voor deze
knelpuntenpot in aanmerking komen zullen dan ook niet
concurrerend mogen zijn met de woningbouwprojecten in
Leeuwarden;
de aanvragen vanuit de gemeentelijke woonplannen zullen
in stadsgewestelijk verband beoordeeld worden en
vervolgens worden ingediend bij de provincie;
door de gemeenten zal naast de door de provincie
gehanteerde algemene criteria voor de verdeling van de
knelpuntenpot extra aandacht worden besteed aan:
woningen die geschikt zijn voor ouderen (bijvoorbeeld
levensloopbestendige woningen)
huur- en koopwoningen in de goedkope prijsklassen
binnen bestaande wijken en die deel uitmaken van
herstructureringsplannen;
de stadsgewestelijke ruimtelijke visie wonen
(feitelijk de inhoud van de Koepelnotitie) en de
daaruit voortvloeiende gewenste kwaliteiten.
Wat is nu voor Leeuwarden het bereikte resultaat en is dit
resultaat (de Koepelnotitie in de vorm van een gezamenlijk
woonplan) voldoende om daarmee als Leeuwarden over te gaan
tot ondertekening van het convenant?
Het resultaat is als volgt samen te vatten:
er ligt een *PvA wonen regio Leeuwarden 1999-2010' In
dit PvA zijn afspraken gemaakt over de kwantitatieve
verdeling van de woningcontingenten over de periode
1999-2010 (tranches). De afspraken zullen in ieder geval
bij de omliggende gemeenten leiden tot een verminderde
woningproductie in de komende jaren. Als gevolg hiervan
mag een hogere druk op de regionale woningmarkt verwacht
worden. De gemeente Leeuwarden kan hierop anticiperen
door een groter woningaanbod te ontwikkelen. Met die
hogere bouwproduktie zal dan ook (eerder) voldaan kunnen
worden aan bovengenoemde regionale afspraken
(taakstelling Leeuwarden planperiode 1999 tot 2003:
2.049 aan de voorraad toe te voegen woningen);
de Koepelnotitie biedt voor de gemeente Leeuwarden
allerlei aangrijpingspunten om met de omliggende
gemeenten over de kwalitatieve invulling van het
woningbouwprogramma tot afspraken te komen. Een
belangrijke voorwaarde daarbij is dat het Bestuurlijk
Overleg Stadsregio Leeuwarden daarin een sterk sturende
rol gaat vervullen.
Blad 5
Ook is het essentieel dat de gemeente Leeuwarden bij de
uitwerking van de genoemde afspraken (bijvoorbeeld het
opzetten van een regionaal monitoringssysteem) daarin
het voortouw neemt (van omliggende gemeenten is namelijk
weinig inspanning/daadkracht te verwachten)
Samenvattend
Het tot dusver bereikte resultaat lijkt gezien de regionale
context het meest haalbare. Tijdens de xrit' is overwogen
om vanuit Leeuwarden zwaarder in te zetten. Op dat moment
ontstond het risico dat enkele omliggende gemeenten
(concreet Leeuwarderadeel en Menaldumadeeldefinitief
zouden afhaken.
Op voorwaarde dat het Bestuurlijk Overleg bij de uitwerking
strak gaat sturen lijkt mij het gewenste resultaat een
voldoende basis te bezitten om tot ondertekening van het
convenant over te gaan.
Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in
haar vergadering van 28 november 2000 heeft geadviseerd met
het bovenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te
besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 7 december 2000.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester,
mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.