Blad 4 verkeersoverlast en verlies van privacy voor de tuinen en woningen gelegen langs de Tolve en Oer de Feart. Ook de verhoogd aangelegde brug over de Wirdumervaart beperkt het vrije uitzicht voor een aantal (in de adviezen) na te noemen woningen. Tevens zal er sprake zijn van geluidsoverlast van het wegverkeer ook al is dat hoofdzakelijk bestemmings verkeer komende van en gaande naar de nieuwe wooneilanden. Als gevolg van de mini-rotondes zal er in de wintermaanden door de koplampen van auto's sprake zijn van invallend licht in de woningen, die in de directe omgeving zijn gelegen (in wezen stelt de stichting zich dus op het standpunt dat de afschermende functie van de bufferzone - gezien de activiteiten- slechts een beperkt effect zal hebben) Al deze elementen betrekkend bij het planlogisch vergelijk komen deskundigen tot het oordeel dat per saldo belanghebbenden in een planologisch nadeliger positie zijn komen te verkeren. Deskundigen zijn wel van mening, zoals ook de gemeente heeft opgemerkt, dat de gestelde verstening c.q. verstedelijking leidende tot aantasting van de belevingswaarde van het gebied, gelet op de afstand van 85 m tot die bebouwing en de wijze waarop het gebied bebouwd wordt geen zelfstandig element vormt, dat bij voornoemd vergelijk een rol kan spelen. Wat betreft de gevolgen van bepaalde beleidsvoornemens van de gemeente (Dorpennota, de Studie vrije sectorkavels en de structuurvisie Goutum-Noord) merken deskundigen op dat - anders dan de gemeente meent - belanghebbenden hiermee geen rekening konden houden omdat men de eigendom van de verschillende woningen heeft verkregen voor eind 1988 en over genoemde beleidsstukken is besloten bij raadsbesluiten van respectievelijk 17 augustus 1989, 28 augustus 1989 en 28 augustus 1990. Voor belanghebbenden was derhalve de middels het bestemmingsplan "Goutum-Noord" gerealiseerde en nog te realiseren bebouwing nog niet voorzienbaar. Derhalve hebben deskundigen onderzocht of, en zo ja, in welke mate belanghebbenden schade lijden c.q. zullen lijden tengevolge van de bepalingen van het bestemmingsplan "Goutum-Noord". Hierna worden in de verschillende rapporten voor elke woning de specifieke omstandigheden genoemd die bepalend zijn voor de geadviseerde waardeverminderingen. Hierna volgt in de verschillende rapporten een schatting van de waardedrukkende werking. Hiertoe wordt de geschatte vroegere waarde van een pand vergeleken met de waarde na de herziening van het bestemmingsplan. Volledigheidshalve wordt door de stichting vermeld dat bij de geschatte waardevermindering, anders dan in de Blad 5 verzoekschriften is vermeld, bepaalde elementen niet zijn meegenomen Aangezien er - volgens de stichting - overigens geen redenen zijn die meebrengen dat belanghebbenden de vastgestelde schade in de vorm van waardevermindering van hun onroerend goed geheel of gedeeltelijk voor hun rekening zouden moeten nemen, dient deze geheel te worden vergoed, zulks vermeerderd met de wettelijke rente. Volledigheidshalve wordt in de adviezen vermeld dat tot heden de rechtspraak in het kader van artikel 4 9 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wat betreft de beslissing door de gemeenteraad heeft geoordeeld dat er geen plaats is voor toekenning van een vergoeding wegens juridische bijstand en/of inschakelen van deskundigen. Wij voegen hier nog aan toe dat in de uitspraak die de heer Langhout in dit opzicht noemt, nog niet gesteld wordt dat voor juridische bijstandskosten een schadevergoeding moet worden toegekend. De afwijzing daarvan moet beter worden gemotiveerd Er zijn goede redenen om in het algemeen geen vergoeding van juridische bijstandskosten toe te kennen indien schadevergoeding kan worden gevraagd onder toepassing van een met waarborgen omgeven procedure, zoals vastgelegd in bijvoorbeeld artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, mits (zoals ook in Leeuwarden het geval is) in een procedureverordening de inschakeling van onafhankelijk deskundige is voorgeschreven. Als gevolg van het inquisitoriale karakter van deze procedure is de inschakeling in de aanvraagfase van juridische of andere deskundigheid niet nodig en dus is er ook geen reden om deze kosten te vergoeden. Advies van de stichting (SAOZ) Op grond van het vorenstaande adviseert de stichting u de verschillende belanghebbenden een schadevergoeding ex artikel 4 9 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening toe te kennen van in totaal f 60.000,te vermeerderen met de wettelijke rente. (Zie voor de schadevergoeding en wettelijke rente de voor u ter inzage gelegde bijlage). Belanghebbenden zijn in de gelegenheid gesteld eventuele opmerkingen naar aanleiding van de adviezen van de stichting naar voren te brengen. Hiervan heeft men evenwel geen gebruik gemaakt. Standpunt van het college Wij hebben hiervoor o.a. aangegeven, dat de stichting, wat betreft de gevolgen van bepaalde beleidsvoornemens van de gemeente, heeft gesteld dat belanghebbenden hiermee geen rekening konden houden omdat men de eigendom van de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 662