Blad 2
ten behoeve van de toegangsweg alleen een linksafstrook
aanwezig (voor verkeer uit de richting Leeuwarden)
In de nieuwe situatie is de Mr. P.J. Troelstraweg
gereconstrueerd. Aan de westzijde van de weg werd een
vrij liggende busbaan aangelegd, met daarachter een
vrij liggend fietspad. Tussen zowel de hoofdrijbaan en de
busbaan, als tussen de busbaan en het fietspad is een
bermstrook aanwezig. De eerdergenoemde toegangsweg met de
aansluiting op de hoofdrijbaan is opgeheven. Daarvoor in de
plaats kwam een iets zuidelijker gelegen aansluiting op de
hoofdrijbaan (op 90 m vanaf het perceel van verzoeker)
Ter plaatse van de aansluiting is de hoofdrijbaan voorzien
van een rechtsaf- en een linksafstrook. De aansluitende weg
kruist eerst de busbaan (afstand tot de weg 5 m) en
vervolgens het fietspad (afstand tot de weg 13 m)Direct
na het fietspad wordt een gedeelte parallelroute bereikt
(afstand tot de weg 16 m)waarbij het verkeer dient af
te slaan, of in noordelijke richting, naar de
bedrijfspanden van verzoeker en BWL, of in zuidelijke
richting, naar een tweetal aldaar gelegen bedrijven
(Vriesco en Essent Friesland)
De reconstructiewerkzaamheden vonden plaats in de periode
tussen oktober 1997 en september 1998.
Overige relevante gegevens
Verzoeker heeft het perceel in 1980 gekocht en heeft hier
vervolgens een bedrijfspand gebouwd. Op dat tijdstip
bestond er nog een rechtstreekse aansluiting op de Mr. P.J.
Troelstraweg. Omstreeks 1986 is de aansluiting in
zuidelijke richting verschoven (tot 45 m uit het perceel
van verzoeker)hetgeen verband hield met de totstandkoming
van de vestiging van de Stichting BWL.
Voor wat betreft de overige relevante gegevens verwijzen
wij u kortheidshalve naar het advies van de SAOZ. Dit geldt
ook voor de planologische aspecten en het vrijstellings-
besluit ex artikel 19 WRO.
Overwegingen met betrekking tot artikel 49 WRO
Artikel 4 9 WRO bepaalt onder meer, dat voor zover blijkt
dat een belanghebbende ten gevolge van: a. de bepalingen
van een bestemmingsplan, b. het besluit omtrent
vrijstelling, als bedoeld in de artikelen 17 of 19, schade
lijdt of zal lijden, welke redelijkerwijs niet of niet
geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de
vergoeding niet of niet voldoende door aankoop, onteigening
of anderszins is verzekerd de gemeenteraad hem op zijn
verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding
toekent
Verzoeker vraagt vergoeding van schade als gevolg van de op
basis van het vrijstellingsbesluit ex artikel 19 WRO van 9
juli 1997 mogelijk geworden reconstructie van de
Blad 3
Mr. P.J. Troelstraweg (incl. aanleg busbaan en fietspad aan
de westzijde)Dit vrijstellingsbesluit is onherroepelijk.
Uw raad dient nu over dit verzoek om planschadevergoeding
te beslissen.
Voor de beoordeling van een verzoek om schadevergoeding op
grond van artikel 4 9 WRO moet worden nagegaan of er sprake
is van een wijziging van het planologische regime, waardoor
verzoeker in een nadeliger positie is komen te verkeren,
waardoor hij schade lijdt of zal lijden. Daarom moet de
schadeveroorzakende planologische maatregel worden
vergeleken met het voordien geldende planologische regime.
Met betrekking tot de vraag of zich een planologisch
gewijzigd regime heeft voorgedaan, waarvan de invloed zich
uitstrekt tot de positie van verzoeker, is het volgende van
belang: In het bestemmingsplan "De Magere Weide" had de
strook ten westen van de Mr P.J. Troelstraweg de bestemming
"openbaar groen"Op deze strook zijn thans zowel de
busbaan, het fietspad, als ook de parallelroute naar de
bedrijfspanden van verzoeker en drie andere bedrijven
aangelegd. Aangezien dergelijke werken, nodig voor de
verkeersafwikkeling, niet passen in de bestemming "openbaar
groen", moest het planologisch regime worden aangepast. Dit
is gebeurd via de artikel 19 WRO-procedure
Beoordeeld moet worden of de verzoeker door deze wijziging
in een ongunstiger situatie is terechtgekomen, waaruit
schade op grond van artikel 4 9 WRO zou kunnen voortvloeien.
De bedrijfsvestiging aan de westzijde van de Mr. P.J.
Troelstraweg en de ontsluiting van de bedrijven op deze weg
hebben in de loop der jaren enige ontwikkeling doorgemaakt.
In 1986 is de aansluiting 45 m in zuidelijke richting
opgeschoven en ging de Stichting BWL ook gebruik maken van
de ontsluitingswegIn 1998 is de aansluiting opnieuw
45 m in zuidelijke richting opgeschoven en is tevens een
korte parallelweg aangelegd, om de panden van verzoeker en
de Stichting BWL aan de noordkant, en twee andere
bedrijfspanden aan de zuidkant, te ontsluiten.
Bij de voormalige ontsluitingsweg op 45 m van het perceel
van verzoeker, was er sprake van alleen de kruising met een
vrij liggend fietspad, en was er een rechtstand in deze weg
van 25 m voordat de afbuiging in noordelijke richting
plaatsvond.
In de thans ontstane situatie kruist de aansluiting een
busbaan en een fietspad en ligt de parallelroute (waar nu
de afbuiging moet worden gemaakt) op 16 m. In de
voorgaande situatie was op de hoofdrijbaan alleen een
linksafstrook aanwezig. In de nieuwe situatie is er zowel
een rechtsaf- als een linksafstrook aangelegd.