Dienst- en sectorbegroting Bestuur en Concernstaf2001 3.2 Personeel en organisatie Personeel- en organisatiebeleid is geen autonome entiteit, het is een afgeleide van en onderhevig aan omgevingsdynamiek. Het personeel- en organisatiebeleid moet een bijdrage leveren aan het functioneren van Leeuwarden als lokale overheid. Dat is ook de reden dat in het Bestuursprogramma is opgenomen dat er een nota Personeelsbeleid zal worden geproduceerd. P&O-management is cruciaal voor de bedrijfsvoering en daarmee voor het dagelijks (operationeel/tactisch) functioneren van de ambtelijke organisatie. Om te kunnen spreken van P&O-beleid, van een effectieve en duurzame bijdrage aan de missie en strategie van Leeuwarden, is het noodzakelijk om ook de bestuurlijke ambities bij de formulering van het P&O-beleid te betrekken. Dit onderscheid tussen enerzijds een adequaat (operationeel) P&O-management en anderzijds een strategische benadering (P&O-beleid), leidt, gegeven de urgentie om tot kwaliteitsverbetering te komen, bijna als vanzelf tot een tweesporen-aanpak. Het eerste, endogene spoor biedt de mogelijkheid om op vrij korte termijn resultaten te boeken in de verbetering van het dagelijks p&o-management. Het productontwikkelingsplan van P&O-Advies (de geconcentreerde gemeentelijke P&O- sector), voorziet in dit eerste spoor. In dat plan wordt met name gekeken naar bestaande knelpunten en het P-instrumentarium dat het management - ongeacht de meer fundamentele analyse uit de tweede benadering - sowieso ter beschikking moet hebben om te komen tot kwaliteitsverbetering in het managen van de personele factor. Dit productontwikkelingsplan met een looptijd tot ultimo 2001, waarvan een eerste opzet aan het management is aangeboden, zal na overleg met de Ondernemingsraad en de commissie voor Georganiseerd Overleg in uitvoering worden genomen. Het tweede, exogene spoor vraagt zoals gezegd, om een fundamenteler benadering: een analyse van de samenhangen en afhankelijkheden tussen maatschappelijke ontwikkelingen, bestuurlijke positionering en -ambities en P&O-beleid. Dit spoor heeft het karakter van een reflexief en iteratief proces en behoeft een langere adem. We vertrekken daarbij niet vanaf een nulpunt. Er zijn in het Bestuursprogramma, in LEVI, MOP en Perspectief naast inhoudelijke ambities ook noties verwoord over de rol, positie en bestuursstijl van Leeuwarden als lokale overheid: de gemeente als regisseur, verzelfstandigen van de uitvoering, netwerkorganisatie, meer projectmatig en wijkgericht werken, klantgerichte dienstverlening, interactieve beleidsvorming etc. Dat gedachtegoed heeft op een aantal plaatsen, zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau, in Leeuwarden ingang gevonden en vraagt thans om verdere uitwerking en concretisering. Het traject hiervoor is in 2000 gestart met de productie van een zgn. Startnotitie en enkele bijeenkomsten waarin dominante bestuurlijke thema's zijn geformuleerd en richtinggevende uitspraken zijn gedaan met betrekking tot de gemeentelijke organisatie. In 2001 zal dit tot afronding komen en de productie van een P&O-nota voor de jaren na 2001 worden gerealiseerd. 5 Dienst- en sectorbegroting Bestuur en Concernstaf2001 3.3 Organisatie en informatie Inleiding Informatievoorziening, in de breedste zin van het woord, is in de dynamische en complexe netwerksamenleving van vandaag en de toekomst een van de belangrijkste kritische succesfactoren in het bereiken van de gemeentelijke ambities. Immers: Om te kunnen (blijven) sturen en een netwerkspeler van betekenis te zijn, is steeds meer, kwalitatief hoge, informatie nodig. Wil de gemeente snel kunnen reageren en beslissingen nemen, dan is het nodig dat management- en beleidsinformatie makkelijk en snel voor bestuur en management toegankelijk is. Goed projectmatig en wijkgericht werken vraagt om informatie die over sector- en dienstgrenzen heen door de hele organisatie gedeeld kan worden. Om de dienstverlening aan burgers en bedrijven efficiënter, beter, sneller en goedkoper te maken worden loketten fysiek en virtueel geïntegreerd (gemeentewinkel, internet). Steeds meer dienstverlening zal elektronisch moeten verlopen. Het kabinet streeft hierbij naar 25% van alle overheidsdienstverlening in 2002. Om dit in de (digitale) frontoffice mogelijk te maken moet er ook in de backoffice (de systemen die de primaire processen ondersteunen en communicatiesystemen) veel gebeuren. Integratie, ontsluiting en digitalisering zijn hierbij de komende jaren de drie sleutelwoorden. 1Integratie van processen, gegevens (databanken) en systemen 2. Ontsluiting van informatie voor de burgers via het internet en ontsluiting intern van informatie uit die systemen ten behoeve van beleids- en besluitvorming 3. Digitalisering van correspondentie, dossiers, documenten (brieven, formulieren, nota's, memo's) maar ook van de dienstverlening aan en communicatie met de klanten van de gemeente. In het jaar 2000 stond het doen van onderzoek naar de mogelijkheden om onze informatiehuishouding te verbeteren centraal, evenals het ontwerpen van een nieuwe informatiearchitectuur (groeimodel). In 2001 worden als vervolg daarop meer concrete maatregelen getroffen. De op stapel staande vervanging en implementatie van cruciale informatiesystemen biedt aanzienlijke kansen om de informatiehuishouding te verbeteren. Wij hebben hiervoor in de begroting dan ook ruimte gemaakt. De financiële consequenties van de vervanging van het GBA (gemeentelijke basisadministratie) in 2000 zijn verwerkt, alsmede die van de vervangingen van GH+ (belastingen) en SOCIAL (sociale zaken) die in 2001 hun beslag krijgen. Bij beide projecten wordt nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden om de uitwisseling van gegevens met andere (in- en externe) systemen te verbeteren. Ook zijn er in het kader van de perspectiefnota 2001 e.v. middelen beschikbaar gesteld voor een investering in een Documentair Informatie Systeem, waarvan de eerste onderdelen in 2001 worden geïmplementeerd. Voor de verdere uitbreiding van de dienstverlening op het internet is incidenteel een ontwikkelbudget beschikbaar gesteld en wordt structureel, met ingang van 2001, het budget voor het technisch en inhoudelijk beheer van de gemeentelijke website verhoogd. Het spreekt voor zich dat de invoering van de EURO in 2001 de nodige aandacht en inzet van middelen zal vragen. Daarnaast loopt een aantal andere trajecten, rondom managementinformatie en telewerken, die in 2001 binnen bestaande middelen zullen worden gerealiseerd. 6

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2000 | | pagina 6