Blad 4
Artikel 10: regelt het bouwrijp maken. Tot dit bouwrijp
maken, dat door de vennootschap moet gebeuren, is ook het
aanbrengen van geluidswerende voorzieningen etc. aan de
Groningerstraatweg begrepen.
Artikel 11: geeft een door Vastgoed aan te wijzen aan haar
gelieerde vennootschap een voorkeursrecht van koop op de
bouwkavels tegen marktconforme voorwaarden en prijzen.
Wordt van dit recht geen gebruik gemaakt dan is verkoop aan
derden toegestaan.
Verder zullen de werkzaamheden voor bouwrijp maken etc.,
onder voorwaarde dat dit tegen een marktconforme prijs
plaatsvindt, moeten worden uitgevoerd door Van der Wiel
infra milieu te Drachten. Bij geen marktconforme prijs
kan opdracht aan derden plaatsvinden.
Artikel 12: regelt de terugoverdracht aan de gemeente van
de openbare (hoofd)infrastructuurVoor de niet terug te
leveren infrastructuur en overige voorzieningen wordt
gedacht aan het als "mandeligheid" toevoegen daarvan aan de
bouwkavels. Mocht hiervoor gekozen worden dan zal het
beheer worden opgedragen aan een vereniging van eigenaren.
Het gaat hier slechts om een gedachte. Partijen hebben de
bevoegdheid hiervoor in onderling overleg een geheel andere
regeling te treffen.
De niet onder het voorgaande vallende "natuur" gaat naar
het Fryske Gea o.i.d. d.m.v. overdracht of uitgifte in
erfpacht
Artikel 16: hierin onderkennen partijen de mogelijkheid van
participatie van een derde eigenaar van gronden in de
vennootschap. Het gaat hierbij om de tot nu toe niet
verworven gronden van een derde eigenaar van gronden in het
projectgebied.
Artikel 17geeft aan dat de raamovereenkomst eindigt als
de vennootschap is opgericht en ook de koepelovereenkomst
is gesloten. Verder wordt hier de mogelijkheid van beëindi
ging bij faillissement etc. van Vastgoed geregeld (met
recht op eisen van schadevergoeding door de gemeente)
Tenslotte eindigt de overeenkomst ook als er geen overeen
stemming ontstaat over de oprichting van de cv/bv en de
koepelovereenkomst op uiterlijk de overeengekomen datum (4
weken na besluit raad tot vaststelling bestemmingsplan)In
dit geval is er over en weer geen aanspraak op schadever
goeding. Dit echter met uitzondering van het geval als het
niet oprichten van de cv/bv is te wijten aan wanprestatie
van een van partijen. Hierbij is er wel plaats voor schade
vergoeding voor de niet wanpresterende partij
Is echter de wanprestatie te wijten aan Vastgoed dan is
deze gehouden aan de gemeente te vergoeden de daadwerkelijk
en aantoonbaar door geleden en nog te lijden schade welke
het gevolg is van deze wanprestatie. Ondermeer de omvang
van deze schade zal worden bepaald op basis van de geschil
lenregeling als bedoeld in artikel 19.
Blad 5
Artikel 19: geeft geschillenregeling door arbitrage, dan
wel rechtelijke tussenkomst (waaronder ook de in artikel 17
bedoelde schade)
Artikel 20: geeft (vooruitlopend op de nog komende
statuten) een regeling voor tussentijdse ontbinding en
liquidatie van de vennootschap voor het geval de voor
verwezenlijking van het plan benodigde publiekrechtelijke
medewerking niet tijdig afkomt en het niet meer mogelijk is
de planning voor de verwezenlijking (financieel lonend) af
te stemmen op de eventueel wel afkomende publiekrechtelijke
medewerking. In dit geval wordt een positief/negatief saldo
bij helfte verdeeld/gedragenPartijen nemen voor het voor
komende geval een inspanningsverplichting op zich te
onderzoeken of een mogelijk verlies d.m.v. een vergelijk
baar project elders in de gemeente kan worden gecompen
seerd.
Tenslotte is geregeld dat als liquidatie als hiervoor
bedoeld, te wijten is aan het tekortschieten van de
gemeente waar het betreft haar inspanningverplichting tot
het verkrijgen van publiekrechtelijke medewerking (art. 3)
Vastgoed recht heeft op schadevergoeding.
Voor het overige wordt u verwezen naar de voor u ter inzage
gelegde raamovereenkomst.
Met het aangaan van deze overeenkomst wordt een voor beide
partijen bindende stap gezet naar de definitieve wijze van
samenwerking. Uiteindelijk achten wij de in de raamovereen
komst aangegeven wijze van samenwerking een goede weg waar
langs, zij het gefaseerd en gedurende de tijdsduur van
enige jaren, de nu aan de zijde van de gemeente bestaande
risico's op het gebied van verwerving van grond en afzet
van bouwterreinen, kunnen worden afgebouwd. Echter zal,
zoals bij het van start gaan van de ontwikkeling van een
projectgebied gebruikelijk is, de vraag of het al dan niet
met succes kunnen afsluiten van de samenwerking pas na
geruime tijd, en wellicht zelfs na afloop van de periode
van samenwerking, afdoende kunnen worden beantwoord. Wij
spreken echter de verwachting uit dat, gezien de nu
bestaande omstandigheden, een succesvolle ontwikkeling
zeker tot de mogelijkheden moet behoren.