Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
artikel 49: artikel 4 9 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
commissie: de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5
van deze verordening;
aanvrager: de belanghebbende als bedoeld in artikel 4 9 die een
aanvraag om toekenning van schadevergoeding heeft
ingediend.
Artikel 2 Schriftelijke aanvraag om schadevergoeding
1. Indien een belanghebbende meent dat het in artikel 4 9 bepaalde op hem
van toepassing is, kan hij een gemotiveerde schriftelijke aanvraag om
toekenning van schadevergoeding indienen bij de gemeenteraad.
2. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de aanvrager;
b. de dagtekening;
c. een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd;
d. een zo nauwkeurig mogelijke omschrijving van de schade.
3. De hoogte van het schadebedrag moet aannemelijk worden gemaakt door een
bij de aanvraag te voegen rapport van een beëdigd makelaar/taxateur.
Artikel 3. Aanvraag niet-ontvankelijk of ongegrond verklaren
1. Indien de aanvraag om schadevergoeding kennelijk niet-ontvankelijk of
kennelijk ongegrond is, kan de gemeenteraad het verzoek om
schadevergoeding binnen acht weken weigeren, zonder toepassing te geven
aan artikel 4 en volgende.
2. De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad
eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd.
3. Het met reden omklede besluit, als bedoeld in het eerste lid, wordt de
aanvrager zo spoedig mogelijk toegezonden.
Artikel 4 Opdracht aan de commissie tot het uitbrengen van advies
1. Indien uit onderzoek blijkt, dat het bepaalde in het eerste lid van
artikel 3 niet van toepassing is, geven burgemeester en wethouders
namens de gemeenteraad aan de commissie, onder toezending van de
aanvraag, opdracht terzake advies uit te brengen.
2. De ingekomen aanvraag wordt voor de raad ter inzage gelegd.
Artikel 5 De schadebeoordelingscommissie
1. De schadebeoordelingscommissie is als regel de door de gemeenteraad
benoemde schadebeoordelingscommissie
2. a. De commissie bestaat uit drie leden, onafhankelijk
van het gemeentebestuur, en geen deel uitmakend van
de gemeentelijke organisatie.
b. De commissie wordt zodanig samengesteld dat zowel juridische als
financieel-economische deskundigheid binnen de commissie aanwezig is.
c. De leden van de commissie, en hun plaatsvervangers, worden telkens
voor een periode van drie jaar door de gemeenteraad benoemd.
d. Aan de commissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd.
3. Het college van burgemeester en wethouders kan in voorkomende gevallen,
in overleg met de in het eerste lid van dit artikel bedoelde commissie,
tot schadebeoordelingscommissie benoemen een onafhankelijk extern
bureau, dat gespecialiseerd is in planschadebeoordelingen