Blad 2 Artikel 19, lid 1 WRO-procedure Het bestemmingsplan Lekkum-Dorp is vastgesteld door uw raad d.d. 29 maart 1994, goedgekeurd door GS d.d. 23 augustus 1994 en werd onherroepelijk d.d. 21 oktober 1994. Het bestemmingsplan is derhalve jonger dan tien jaar. Aangezien het vigerende bestemmingsplan niet ouder is dan tien jaar, kan overeenkomstig artikel 19, lid 4 WRO de vrijstelling, na het voeren van de wettelijke procedure, worden verleend zonder dat er een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Een en ander vloeit voort uit de wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingaande 3 april 2000. Om te bezien of een artikel 19, lid 1 WRO-procedure kan worden gevoerd, moet worden beoordeeld of het bouwplan past in het (toekomstige) gemeentelijke beleid. Een woning met een oppervlakte van circa 145 m2 is op deze plaats in het dorp Lekkum planologisch aanvaardbaar (zie bijgaande tekening)Ook het bouwplan op zich past vanuit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening in ons beleid Opgemerkt moet nog worden dat door Hüs en Hiem een positief welstandsadvies is uitgebracht. Inspraakprocedure Volgens artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een inspraakprocedure verplicht. Het onderhavige bouwplan is d.d. 10 januari 2001 gepubliceerd in "Huis aan Huis" en heeft ten behoeve van inspraak vanaf 11 januari 2001 gedurende vier weken ter inzage gelegen. Op de plannen kon zowel mondeling als schriftelijk worden gereageerd. Er zijn geen reacties binnengekomen Besluit ex artikel 19a, lid 2 WRO Aangezien het volgens bovengenoemde argumenten aanvaardbaar is om in principe mee te werken aan het bouwplan, stellen wij u voor akkoord te gaan met het voeren van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO volgens de procedure zoals omschreven in artikel 19a, lid 4 WRO. Delegatiebesluit Volgens artikel 19, lid 1 WRO, is de gemeenteraad het bevoegde orgaan, dat de vrijstelling verleent. Volgens artikel 19, lid 1 WRO, laatste zin, is het echter mogelijk om de bedoelde vrijstellingsbevoegdheid aan ons college te delegeren. Wij stellen u voor de verdere procedure volgens de procedurevoorschriften zoals omschreven in artikel 19a, lid Blad 3 4, dat wil zeggen het ter inzage leggen van het verzoek om vrijstelling (het bouwplan), de beoordeling van eventuele zienswijzen, het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten, en het besluit omtrent vrijstelling, aan ons college te delegeren. Dit overeenkomstig bijgevoegd raadsbesluit. Conclusie Wij zijn samengevat van oordeel, dat het bouwplan vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar is Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk, om via een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO vrijstelling te verlenen van het vigerende bestemmingsplan. Wij stellen u voor om het vervolg van de vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO aan ons college te delegeren. Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar vergadering van 17 april 2001 heeft geadviseerd met het bovenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerpbesluit. Leeuwarden, 3 mei 2001. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester, dr. A.J. Hofman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 211