Planning- en Controlcyclus
~TJ
PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005
De planning en controlcyclus ziet er schematisch als volgt uit:
In 19971998 is een toekomstvisie, met de blik op het jaar 2030,
ontwikkeld en vervolgens door de Raad vastgesteld. Daarmee is een
gewenst beeld vastgelegd met de kennis van 1998.
De tijdhorizon van 30 jaar is erg ver maar nodig om een gewenst
ideaalbeeld voor ogen te houden. De tijdshorizon van een raadsperiode (4
jaar) is daarentegen vaak te beperkt; maatschappelijke veranderingen
kunnen op gang gebracht worden maar het resultaat daarvan is vaak pas
jaren later zichtbaar. Daarom is in 1998 de gedachte ontwikkeld om
tussen Visie-2030 en het Bestuursprogramma een ontwikkelings
programma te maken met een tijdshorizon van circa 10 jaar. Mede op
verzoek van het Rijk (in verband met het Grote Steden Beleid en het
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) hebben wij de Raad een
uitgebreide en gedetailleerde versie van dit MOP voorgelegd. Deze is
oktober 1999 door de Gemeenteraad vastgesteld. Op basis van de in het
Programma genoemde projecten en beleidsplannen is eind 1999 met het
Rijk een zogenoemd "Stadsconvenant" afgesloten. Hierin zegt het Rijk voor
de periode van 2000 t/m 2003-2004 voor ongeveer f 273 miljoen aan
investeringsmiddelen in Leeuwarden toe.
Het eerste doel van het Ruimtelijk, Economisch en Sociaal plan was en is
de positionering van Leeuwarden in de regio (stadsregio en Westergo-zone),
de provincie en het Noorden te concretiseren. Achterliggende gedachte van
het besluit was dat Leeuwarden niet (langer) volgend, maar zelf sturend
moet zijn voor haar eigen ruimtelijke, economische en sociale structuur én
voor haar positionering in Fiyslan en het Noorden. In december 2000 heeft
het bureau BVR de eerste fase van RES afgesloten met het uitbrengen van
het rapport "Leeuwarden, naar een complete stad, agenda voor een
regiovisie".
Gaandeweg de ontwikkeling van de eerste fase werd ook steeds duidelijker
dat het RES kon gaan voldoen aan de behoefte van een samenhangend
toetsings- en afwegingskader. Dit omdat het MOP daarvoor te complex en
te programmatisch van inhoud is, hoe noodzakelijk dit instrument ook is.
Een van de constateringen na de eerste fase van het RES is dat de sociale
KJ
PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005