een positieve waardering is voor de inhoud van de perspectiefnota. Voor drie punten is door de OR aandacht gevraagd: 1de werkdruk 2. flankerend beleid bij reorganisaties/transformaties 3. invoering van het in de CAO afgesproken instrument Pop (persoonlijk ontwikkelingsplan) Naar aanleiding van de rapportage door de WOR-bestuurder over dit overleg hebben wij op 15 mei j.l. paragraaf 3.4.4 (personeel en organisatie) met een aantal passages aangevuld. 3.4.3 Financiën Bij de opstelling van het bestuursprogramma is de gewenste minimale omvang van het vrij beschikbare eigen vermogen (algemene reserve) gesteld op 15 miljoen gulden. Hoewel dit bedrag vrij willekeurig gekozen is, is het in de huidige college periode goed werkbaar gebleken. Ondanks de OZB- tegenvaller wordt vooralsnog geen aanleiding gezien de hoogte van de Algemene Reserve aan te passen. Op 1 januari 2002 zal de Euro ingevoerd worden. Hiervoor zijn reeds middelen gereserveerd. De voorbereidende werkzaamheden liggen op schema. 3.4.4 Personeel en organisatie De hoge ambities van Leeuwarden trekken ook de nodige wissels op ons personeel. Waar en wanneer die werkdruk niet meer verantwoord is moeilijk precies aan te geven. Toch vonden en vinden wij dat het kostbaarste middel dat wij hebben, het personeel, zo gezond mogelijk het werk moet kunnen doen. Daarom zijn er al stappen gezet en wordt er via twee regiegroepen verder gewerkt aan het aanvaardbaar houden/krijgen van de werkdruk. De huidige netwerksamenleving vraagt om een andere overheid en dus een andere overheidsorganisatie. Een overheid die reflexief en responsief is, die voortdurend nadenkt over haar eigen rol, positie, ambities en koers in de samenleving; en van daaruit adequaat inspeelt op de snelle veranderingen in de maatschappij. Een overheid in dialoog met de samenleving, die is toegesneden op het functioneren in netwerken, maar ook als netwerk. In een dergelijke overheid veranderen de rollen en de grenzen; binnen de organisatie (tussen leidinggevende en medewerker, tussen centraal en decentraal, tussen diensten, tussen sectoren) maar ook tussen de organisatie en haar omgeving èn (last but not leasttussen bestuur en organisatie. Bij het denken en praten over de netwerksamenleving en de consequenties hiervan voor de overheid wordt gemakkelijk vergeten dat die maatschappelijke turbulentie vooral voelbaar (en nodig) is bij beleidsontwikkeling en -innovatie. De gemeentelijke activiteiten zijn echter breder. Belangrijke onderdelen van de organisatie houden zich in hoofdzaak bezig met de uitvoering van beleid. De cultuur die nodig is voor de productie van beleid en die voor de productie van goederen en de levering van diensten verschillen ingrijpend en zijn op onderdelen zelfs contraproductief te noemen. Onderstaand overzicht geeft een globale schets van de meest pregnante cultuurverschillen. 40 PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005 Cultuurverschillen Beleidsuitvoering Beleidsontwikkeling Klantgericht Oriëntatie op omgeving, partners Contract Commitment Efficiënte productie goederen/diensten Onderhandelen, draagvlak, consensus Standaardisatie Variëteit Output Outcome Gerichte informatie (need to know) Redundante informatie (nice to know) Hiërarchie Horizontaliteit Beheersing Flexibiliteit Specialisatie Integratie Organisatorische scheiding van beleid en uitvoering ligt derhalve in de rede. Niet te onderschatten voordelen van een dergelijk onderscheid zijn: 1. dat de politiek-bestuurlijke discussie zich kan concentreren op het verkennen van maatschappelijke ontwikkelingen, het formuleren van wensen en behoeften, het actief participeren in relevante netwerken, het maken van keuzes; 2. emancipatie van de uitvoering. De uitvoering is niet langer een aanhangsel van het beleid maar kan zich op basis van een contractrelatie als zelfstandige professie met z'n eigen culturele waarden ontwikkelen. Deze visie op de organisatie zal de komende periode - in nauwe samenwerking met alle betrokken actoren - nader worden uitgewerkt en geïmplementeerd. De grootste valkuil daarbij is dat opnieuw een vaste en hiërarchische structuur ontstaat. Er dient een beweging tot stand te komen die de organisatie in staat stelt steeds die vormen aan te nemen die nodig zijn voor het adequaat functioneren van het bestuur. De ingestelde Regiegroep Personeel en Organisatie zal dit transformatieproces begeleiden en waar nodig van impulsen voorzien. Daarbij zullen wij het flankerend beleid voor het personeel integraal onderdeel uit laten maken in het proces. Een veranderende samenleving, bestuur en organisatie vragen om medewerkers met andere competenties. Die benodigde competenties zijn inmiddels in beeld gebracht en worden afgezet tegen hetgeen reeds aanwezig is. Verschillen zullen via coaching en opleiding, maar waar nodig ook via het aantrekken van nieuw personeel, inhuren van externe expertise of uitbesteden van taken worden opgelost. De elementen "coaching en opleiding" kunnen dan ook gekoppeld worden aan de in de CAO afgesproken Pop (persoonlijk ontwikkelingsplan) die uitstekend ingepast kunnen worden in het bestaande instrument "voortgangsgesprekken". Het vasthouden van eigen talent en het aantrekken van nieuw talent vragen om een aantrekkelijk arrangement. Aantrekkelijk, niet alleen op het 41 PERSPECTIEFNOTA 2002 - 2005

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 272