m Blad 4 tussen de 1 en 3 miljoen gulden met aanvullende criteria. Voor de regeling is momenteel 200 miljoen gulden beschikbaar. Het project voor de Jacobijnerkerk is in september bij het Rijk ingediend voor het Brgr. En zoals wij u beloofd hebben bij de behandeling van de krediet aanvraag calamiteiten in oktober 2000 is het gemeentelijke project van de pijpen, kelders en kademuren aangemeld in december jongstleden. De beslissingen over de aanvragen uit het hele land worden genomen door de minister in de tweede helft van januari, zodat wij thans in gespannen afwachting zijn van diens keuzen. Vallen deze positief uit, dan betekent dit een zeer belangrijke verlichting van het overbelaste programma. Het programma in de categorie woonhuizen en boerderijen is deels nog geen afgewogen prioriteitenlijst - het bevat monumenten waarvan evident is dat er iets aan moet gebeuren, maar waarvan de eigenaren om uiteenlopende redenen nog geen aanstalten maken om dit daadwerkelijk te doen. Evenwel zijn met de eigenaren van de negen eerst genoemde projecten wél gesprekken gaande die tot restauratie kunnen leiden. Ook in deze categorie openbaart zich overigens het probleem van het (relatief nog altijd) geringe deelbudget. Het lijkt in het bijzonder voor deze categorie goed er nogmaals op te wijzen dat de thans voorliggende programmering op ieder gewenst moment kan worden gewijzigd en dat plaatsing in het program nog geen rechten op subsidie doet ontstaan. Met de vaststelling in het voorjaar van 2000 van de nieuwe gemeentelijke kadernota Monumentenzorg Aldereeuwechst Liwwarden heeft u tevens gekozen voor het principe om het herstel van rijksmonumenten uitsluitend nog met Brrm-geld te subsidiëren en het gemeentelijke geld te reserveren voor het herstel van beeldbepalende panden binnen het beschermde stadsgezicht en in de nabije toekomst in plaats daarvan mogelijk voor de nog aan te wijzen gemeentelijke monumenten. Hier speelt mee dat een eigenaar-bewoner voor het onderhoud van zijn rijkswoonhuismonument in aanmerking komt (en blijft komen) voor fiscale aftrek. Op dit moment wordt overleg gevoerd met het Nationaal Restauratie Fonds in Hoevelaken over vormen van samenwerking. In verband met het voorgaande zullen wij ons dan meteen beraden op een methodiek van prioriteitstelling in de categorie woonhuizen en boerderijen. In de loop van dit jaar zullen wij met concrete voorstellen over een en ander komen. Blad 5 Conclusie Het Grup overziend is het duidelijk dat de bijna 140.000 gulden rijkssubsidie per jaar in de verste verte niet in verhouding staat tot de reële restauratiebehoefte binnen de gemeentegrenzen. Daarbij leidt nog immer, ondanks de aanpassing van het Brrm, de voorgeschreven categorie indeling tot extra zorg. Op termijn voeren de veel te lage budgetten tot een verslechtering van de onderhoudsstaat van vooral de grote rijksmonumenten. Wij zullen deze zorg wederom bij brief overbrengen aan de minister wanneer hem dit uitvoeringsprogramma wordt aangeboden. Daarnaast zullen wij ons blijven inspannen om meer rijksmiddelen voor Leeuwarden beschikbaar te krijgen, zoals we gedaan hebben bij de twee genoemde 'kanjers' van de Jacobijnerkerk en pijpen, kelders en kademuren. Onder mededeling dat de Commissie Welzijn u in haar vergadering van 18 januari jl. heeft geadviseerd om met ons voorstel in te stemmen, stellen wij u voor het restauratie- uitvoeringsprogramma van de gemeente Leeuwarden voor de periode 2001 tot en met 2007 vast te stellen conform het bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 1 februari 2001. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, L.B.M. van Maaren-van Balen, burgemeester, mr. F.M.J. Steijvers, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 41