Blad 2 verantwoordelijkheid van de gemeente is t.a.v. al deze terreinen in de wet- en regelgeving vastgelegd. Het lokale onderwijsbeleid speelt zich af binnen de grenzen van de wet- en regelgeving. De meerwaarde ontstaat door en de lokale participanten bij de vormgeving te betrekken, de samenhang tussen de ontwikkelingen te versterken en te bewaken en zoveel mogelijk rekening te houden met de lokale (en regionale) omstandigheden. Eén van de instrumenten om aan het lokale onderwijsbeleid vorm te geven is het lokale overleg. 2. Uitgangspunten De inrichting van het lokale overleg is in de eerste plaats een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Dat er overleg moet worden gevoerd is in wet- en regelgeving vastgelegd, hoe het overleg moet plaatsvinden kan lokaal bepaald worden. Wel heeft b.v. de VNG een aantal uitgangspunten geformuleerd, die bij de vormgeving van belang kunnen zijn: het overleg dient om de samenhang tussen de onderwerpen te bewaken (geen afzonderlijk overleg over de verschillende onderwerpen) het overleg moet gericht zijn op consensus, zodat draagvlak voor besluiten bestaat (hiervoor zijn nadere regels in de wetgeving opgesteld) het overleg moet representatief zijn (overleg met alle schoolbesturen) de gemeentelijke rol moet duidelijk zijn (m.n. waar het gaat om de relatie met het openbaar onderwijs); de status van het overleg moet duidelijk zijn (informatief, adviserend, besluitvormend) Bij de vormgeving van de thans voorliggende verordening is o.a. met de eisen van de wet- en regelgeving, met de hierboven aangegeven uitgangspunten en met ervaringen van de afgelopen jaren rekening gehouden. 3. Opzet lokaal onderwijsoverleg Leeuwarden Belangrijk is op te merken dat het overleg met de schoolbesturen plaatsvindt en niet ook met besturen van instellingen die binnen het onderwijs diensten verlenen. Met deze instellingen vindt wel overleg plaats over de uitvoering van het beleid. In de verordening wordt geregeld over welke onderwerpen en op welke wijze het gemeentebestuur en de schoolbesturen het zogenoemde "op overeenstemming gerichte overleg voeren" en welke procedures moeten worden gevolgd indien geen overeenstemming wordt bereikt. Daarnaast is ook aangegeven op welke wijze uw raad bij het overleg wordt betrokken, respectievelijk over de uitkomsten wordt geïnformeerd. Hiervoor zijn met name van belang de artikelen 2, 3, 10, 11 en 12. In deze artikelen is bepaald welke onderwerpen in Blad 3 het overleg aan de orden moeten en kunnen komen, welke samenstelling en welke bevoegdheden het overleg heeft en welke positie uw Raad in dit verband inneemt. In artikel 2 is bepaald dat aan de orde moeten komen de onderwerpen waarover op basis van de wet- en regelgeving het "op overeenstemming gericht overleg" moet worden gevoerd. Daarnaast kunnen ook alle andere onderwerpen aangaande het lokaal onderwijsbeleid aan de orde worden gesteld. Uiteraard gaat het daarbij om onderwerpen die van algemeen belang zijn. Schoolspecifieke onderwerpen komen in de regel in bilateraal overleg van tussen gemeente en schoolbestuur aan de orde. In artikel 3 is de samenstelling van het overlegorgaan aangegeven. Het gaat om een overlegorgaan waarin de schoolbesturen zijn vertegenwoordigd. De bestuurlijke vertegenwoordigers worden geacht het mandaat te hebben van het respectievelijke schoolbestuur. Daarmee wordt voorkomen dat onderwerpen (te) lang op de agenda staan, b.v. omdat meer overleg met de achterban i.e. het schoolbestuur gewenst is. Overigens blijft het uiteraard mogelijk dat onderwerpen naar een volgende vergadering worden verschoven als naar de mening van de vergadering meer overleg gewenst is In artikel 10 is aangegeven welke procedure kan/moet worden gevolgd wanneer het overleg niet leidt tot overeenstemming tussen de deelnemers aan het overleg. Daarbij is met name van belang het advies dat de (landelijke) Onderwijsraad kan uitbrengen over het onderwerp/voorstel in kwestie. Tenslotte wordt in artikel 11 en 12 ingegaan op de wijze waarop uw raad bij het onderwijsoverleg is betrokken. Het is duidelijk dat de in beide artikelen geschetste gang van zaken eisen stelt aan de ambtelijke voorbereiding en nazorg van het overleg. Binnen de bestaande ambtelijke capaciteit zal een en ander opgelost worden. De thans aan u ter vaststelling aangeboden verordening is gebaseerd op de model-verordening van de VNG. Over de inhoud van de verordening is overleg gevoerd met de schoolbesturen. De schoolbesturen hebben in oktober 2000 ingestemd met de tekst van de verordening. De tekst van de verordening volgt in grote lijnen de tekst van de door uw raad in de vergadering van 18 november 1996 vastgestelde "Verordening procedure overleg huisvesting onderwijs. Wij stellen derhalve voor deze verordening gelijktijdig met het vaststellen van de nieuwe verordening op het overleg, in te trekken. Voor meer achtergrondinformatie verwijzen wij naar de ter inzage gelegde stukken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 440