Rekening 2000 1.4 Het resultaat. Het saldo van de rekening van baten en lasten bedraagt 346.000 157.000) nadelig. Er was gerekend op een nadelig saldo van 14.022.000 6.363.000), hetgeen op begrotingsbasis aan de algemene reserve werd onttrokken, teneinde de begroting sluitend te maken. Ten opzichte van de begroting is het saldo derhalve 13.676.000 6.206.000) minder nadelig. Daarom wordt aan de gemeenteraad in het gemeentelijk jaarverslag onder het hoofdstuk "resultaatbestemming" voorgesteld om van het gunstiger resultaat over 2000 een bedrag van 4,3 2) miljoen te bestemmen voor bepaalde doeleinden. In de begroting werd uitgegaan van een stand van de algemene reserve van 36,5 16,6) miljoen. Mocht de gemeenteraad akkoord gaan met de voorstellen tot resultaatbestemming dan bedraagt de stand van de algemene reserve 45,9 20,8)miljoen. 1.5 Leeswijzer. Deze gemeenterekening bevat de gebruikelijke indeling met uitzondering van de kerngegevens van de gemeente, de risicoparagraaf en het hoofdstuk over de resultaatbestemming. Deze zijn opgenomen in het gemeentelijk jaarverslag. Verder spreekt de indeling voor zichzelf en kan verder worden verwezen naar de inhoudsopgave. Een aantal punten verdient ter verduidelijking evenwel bijzondere aandacht 1De invoering van de euro. Zoals bekend wordt met ingang 2002 de euro ingevoerd als wettig betaalmiddel ter vervanging van de gulden. Daarom is door de gemeenteraad besloten, dat in 2001 binnen de gemeente ieder document moet voldoen aan valutaherkenbaarheid en valutagewenmng. Valutaherkenbaarheid houdt in dat altijd een valutateken moet worden vermeld. Met valutagewenning wordt bedoeld dat naast guldensbedragen ook eurobedragen moeten worden vermeld. In de gemeenterekening is getracht hieraan zoveel mogelijk te voldoen. Een aantal overzichten is daarom zowel opgenomen in guldens en in euro's. Dit is ondermeer het geval met de balans en de productenindex. 2. Aansluiting met de comptabiliteitsvoorschriften. In de productenrekening wordt bij de producten van onderwijs niet de functionele indeling conform de comptabiliteitsvoorschriften gevolgd. Om toch te kunnen voldoen aan deze voorschriften wordt een bijlage aan de gemeenterekening toegevoegd, waarin de beleidsproducten van onderwijs worden omgezet naar functies overeenkomstig de indeling volgens de comptabiliteitsvoorschriften. Ook ontbreekt in de gemeenterekening een verzamel- en consolidatiestaat. Overigens wordt deze wel in de dienstrekemngen opgenomen. 3. Toelichting per hoofdproduct. Aanduiding van een voordeel of een nadeel. In hoofdstuk 8 "toelichting per hoofdproduct" worden de verschillen ten opzichte van de begroting nader toegelicht. Bij de verklaring van de verschillen wordt een voordeel aangeduid met een "V "en een nadeel aangeduid met een "V. 4 Rekening 2000 4. Verschillen op de opslag voor concemoverhead. Bij de bepaling van de opslag voor concemoverhead wordt bij de rekening altijd uitgegaan van de werkelijke lasten (=opslagbasis) maal het voorcalculatorisch tarief het opslagpercentage op begrotingsbasis 2,04%). Wanneer de werkelijke lasten bij de rekening belangrijk afwijken ten opzichte van de primitieve begroting dan kan dit leiden tot aanzienlijke verschillen op de toegerekende opslag voor concemoverhead ten opzichte van de primitief geraamde concemoverhead. In het jaar 2000 is dit ondermeer het geval bij de volgende producten: 420 Basis- en voortgezet onderwijs 480 Gemeenschappelijke baten en lasten onderwijs 611 Werkgelegenheid 620 Maatschappelijke begeleiding en advies 830 Grondbeleid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 567