Blad 4 Alle aandacht was nodig om de OZB-I-problematiek zo goed mogelijk en tijdig aan de Raad voor te leggen. OZB-I en OZB-II combineren zou naar inschatting van de ambtelijke organisatie de kansen op fouten in OZB-I verhogen. Tenslotte was er op het moment dat er telefonisch met M&p is gesproken over deze limietoverschrijding, geen juris prudentie ten aanzien van dit punt. Op grond daarvan is op ambtelijk niveau geconcludeerd dat het een latent, theoretisch probleem betrof en bestond er geen aanleiding te veronderstellen dat dit probleem op korte termijn manifest zou worden. Deze overwegingen hebben geleid tot de keuze de reparatie van de limietoverschrijding niet te verwerken in de hersteloperatie OZB-I, doch te betrekken in de reguliere tariefsronde in het najaar. De raads vergadering was 28 mei en de publicatie van de onderhavige uitspraak was begin juni. Het probleem van de limietoverschrijding, de raadgevingen in dit verband door het bureau M&p en de op teamleiding niveau gemaakte afwegingen zijn niet voorgelegd aan de verantwoordelij ke portefeuillehouder Terugkijkend begrijpen wij hoe OZB-II heeft kunnen ontstaan. Desalniettemin, achten wij, zeker tegen de achtergrond van de OZB-I-problematiek, het niet vroegtijdig informeren van ons college en daardoor dus ook de raad een ernstige fout en dat betreuren wij zeer. Dit laat onverlet dat het college de politieke verantwoordelijkheid draagt. In die context zien wij er nauwlettend op toe dat ook de door PriceWaterhouseCoopers (PWC) genoemde aanbeveling "communicatie", dat wil zeggen het expliciet voorleggen van keuzes aan ons college, bijzondere aandacht krijgt in het verbetertraject en de interne controle (zie onderdeel VI. Verbetertraject). Overigens willen wij nog benadrukken dat indien de onder havige kwestie wel was gecombineerd met de hersteloperatie OZB-I, dit niet had geleid tot een andere oplossing voor het probleem van de limietoverschrijding dan thans wordt voorgesteld. Ook is door het later repareren van OZB-II geen groter (financieel) risico ontstaan. Na het bekend worden van de uitspraak van Hof Arnhem hebben wij onmiddellijk actie ondernomen om de aard en omvang van de problematiek helder te krijgen en mogelijke oplossingen in beeld te krijgen. Blad 5 IV. OPLOSSING a. Voorstel Zoals ook in de voorlopige informatie naar de raad gemeld is kan de gemeente de risico's van de limietoverschrijding opvangen door de OZB-tarieven van de woningen en de niet- woningen ten aanzien van het eigenaren met terugwerkende kracht te verlagen met één cent per eenheid. Wij stellen dan ook voor: Het elgenarentarief van, zowel ten aanzien woningen als niet-woningenverminderen met 1 cent per eenheid. Indien het te veel betaalde meer bedraagt dan f 9 wordt het gehele te veel betaalde bedrag, conform de gebruikelijke beleidslijnterugbetaald. Voor de goede orde merken we nog op dat deze oplossing niet alleen geldt voor de tarieven van de onroerende zaakbelastingen maar tevens voor de roerende zaakbelastingen. b. Ter toelichting Begin dit jaar zijn nagenoeg alle WOZ-beschikkingen en OZB- aanslagen met het belastingbedrag verstuurd. Het is belangrijk een scherp onderscheid tussen deze twee te maken. Op de beschikking staat de (nieuw) getaxeerde waarde van het pand vermeld. Op de aanslag staat het te betalen aanslagbedrag vermeld. Zowel tegen de beschikking als tegen de aanslag kan men bezwaar indienen. Verreweg de meeste bezwaren zijn gericht tegen de getaxeerde waarde (tegen de beschikking dus)Een kleine groep bezwaren is gericht tegen de aanslag. Een voorbeeld van de laatste groep zijn mensen die een aanslag ontvangen hebben over een pand waar zijn geen eigenaar meer van zijn. c. De risico's De bezwaren tegen de aanslag eigenarendeel Ten aanzien van de OZB-II-probematiek zijn de bezwaren tegen het gebruikersdeel niet van belang omdat het eigenarentarief eventueel te hoog wordt geacht en niet het gebruikerstarief, n.l. het gebruikerstarief is gesteld op 100%. Er zijn totaal 325 bezwaren tegen de aanslag eigenarendeel ingediend, waarvan op voorhand een enkel bezwaar tegen de limietoverschrijding. Hiervan zijn er op dit moment 60 afgehandeld. Degenen, die al wel een bezwaar tegen de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 27