Begroting 2002 Dienst Stadsontwikkeling en -beheer 5.5 Stadsvernieuwingskorporatie De gemeente heeft besloten de al jaren bestaande subsidierelatie met de SVK per 1-1-2001 te beeïndigen. Deze organisatie voert de oude regelingen particuliere woningverbeteringen uit voor de gemeente en ontvangt daarvoor tot en met 2001 een subsidiebedrag ten laste van de stadsvernieuwingsmiddelen. Het is mogelijk dat de gemeente vanuit het verleden en/of op grond van de jarenlange subsidierelatie verplichtingen heeft tegenover de SVK en haar werknemers. Welke dat zijn en of die gepaard gaan met financiële gevolgen kan nog niet worden aangegeven. De SVK heeft te kennen gegeven in 2001 de rechtsvorm te willen wijzigen van een stichting naar een BV. Hieromtrent is juridisch advies ingewonnen alsmede over de wijze en de termijn waarop de subsidierelatie beeïndigd kan worden en over kan gaan in een 'gewone' marktconforme relatie. 5.6 Geluidsanering Middels het afsluiten van het Stadsconvenant zijn de rijksmiddelen voor de geluidsanering van woningen via het ISV overgegaan naar de gemeente Leeuwarden. Het Rijk heeft zich verplicht zorg te dragen voor de isolatie van woningen in de zwaarst belaste categorie (zgn. A-lijst). In de eerste ISV-periode heeft het Rijk 36.300,- voor dit doel gereserveerd. De benodigde middelen tot 2010 worden op 0,45 miljoen geraamd. Er bestaat nog steeds geen overstemming tussen VROM en de rechtstreekse gemeenten op welke wijze deze kosten, die uit het Rijksbesluit (Megabesluit) voortvloeien, door de overheid gedragen zullen worden. 5.7 Groot onderhoud vastgoed In 1999 is een inspectie uitgevoerd op de onderhoudssituatie van alle panden die in eigendom zijn van de gemeente Leeuwarden. Hierbij is per pand een inschatting gemaakt van de behoefte aan onderhoud per jaar voor de periode 2000 tot en met 2009. De bedragen die vanuit de jaarlijkse exploitatie beschikbaar zijn voor het groot en regulier onderhoud lijken, tezamen met de saldi van de voorzieningen voor groot onderhoud, voldoende te zijn om de gemiddelde onderhoudskosten, op basis van de uitkomsten van de inspectie, te bekostigen. Rekening houdend met de onderhoudskosten volgens de inspectie en de overige claims die op de voorzieningen voor groot onderhoud zijn gelegd, komt de stand van deze voorzieningen praktisch op 'nuf uit. Ruimte om onverwachte tegenvallers op te vangen is dan noch vanuit de exploitatie noch vanuit de voorzieningen mogelijk. 5.8 Inschatting financiële risico's vuurwerkbedrijven Businesspark Uit de voorbereiding van de rijksregelgeving op het gebied van vuurwerk is duidelijk geworden dat het productiebedrijf van professioneel vuurwerk "JNS Pyrotechniek" vanwege de gevarenrisico's in de toekomst niet op de huidige locatie op het Businesspark gehandhaafd kan worden. Het naastgelegen vuurwerkbedrijf Schuurmans, dat veel meer op handel en opslag van consumentenvuurwerk is gericht, kan binnen de regelgeving waarschijnlijk wel gehandhaafd blijven. Afbouw van JNS vraagt om samenwerking van de betrokken overheden en het bedrijf. Om de nodige snelheid te realiseren is primair gekozen om de hele operatie binnen een privaatrechtelijke overeenkomst te laten plaatsvinden. Voor de kosten zal in eerste instantie het Rijk worden aangesproken. Een deel van de kosten kan echter wel voor rekening van de gemeente en/of de provincie komen. Blijkt de privaatrechtelijke weg niet tot een oplossing te leiden, dan rest de publiekrechtelijke procedure, waarbij de milieu-vergunning wordt ingetrokken en op basis daarvan wellicht een schadevergoeding moeten worden verstrekt. 14 Begroting 2002 Dienst Stadsontwikkeling en -beheer Belangrijk daarbij is dat het bevoegd gezag primair aansprakelijk is voor de schadegevolgen van het intrekken van de vergunning. Momenteel is de gemeente wat betreft deze milieuaspecten nog bevoegd gezag; volgens het ontwerp-vuurwerkbesluit is de provincie over twee jaar na inwerkingtreding van het nieuwe vuurwerkbesluit het bevoegde gezag. Deze overgang beïnvloedt de stellingname t.a.v. de (eventuele verdeling van) kosten. Het Rijk heeft initiatieven genomen om bij te dragen in een belangrijk deel van de saneringskosten. Zodra het Rijk hierover meer helderheid biedt, vermindert het risicodeel, dat nu in potentie bij de gemeente ligt, aanzienlijk. De ontwikkelingen in het Businesspark zijn als gevolg van voorlopige maatregelen van de minister van VROM deels getemporiseerd. Na veelvuldig overleg met het ministerie is inmiddels een brief van de minister ontvangen waarin wordt aangegeven dat deze de ontwikkeling van het Businesspark niet wenst te laten stagneren door geen medewerking te geven aan anticipatieprocedures voor bouwplannen. Daarmee komt hij terug op eerdere brieven waarin hij had aangekondigd geen medewerking te zullen geven aan nieuwe bouwplannen binnen de 800 m zone rond de vuurwerkbedrijven. Met deze laatste briefis een belangrijk deel van het ontwikkelrisico (geen bouwplannen, dus geen grondverkoop met de daarbij behorende economische en sociale vervolgkosten) verdwenen. 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2001 | | pagina 475