Blad 6
5 Kostprijzen en tarieven
De productenbegroting is opgesteld op basis van de
integrale kostprijs. Alle kosten zijn zoveel mogelijk
aan de producten toegerekend. De kosten van het
politiek bestuur inclusief de kosten van de
ambtelijke ondersteuning aan het politiek bestuur
zijn niet aan de overige producten toegerekend, omdat
het politiek bestuur als een eigen product wordt
beschouwd en niet als concernoverhead.
De met de concernbrede bedrijfsvoering verbonden
kosten van de Concernstaf en de dienst Algemene
Zaken, de zogenaamde concernoverhead, worden aan de
producten toegerekend door middel van een opslag op
de kosten van het betreffende product. De opslag voor
het jaar 2002 bedraagt 2,10% (2001 2,15%).
Hoewel de kosten van de concernoverhead wel aan de
producten worden toegerekend worden zij bij de
vaststelling van de tarieven, op grond van de
besluitvorming in 1998, buiten beschouwing gelaten.
6 Meerjarenramingen
De in de begroting opgenomen meerjarenramingen
betreffen de geraamde exploitatiecijfers
De mutaties in de meerjarenramingen zijn het gevolg
van autonome ontwikkelingen of van besluiten genomen
bij de behandeling van de opeenvolgende
perspectiefnota's en/of begrotingen.
Blad 7
2 LANGE TERMIJNVISIE EN BEGROTING
2.1 Herijking lange termijn visie
Bij de vaststelling van de lange termijn visie voor
onze gemeente Levie 2030 is teven vastgesteld dat de
visie regelmatig herijkt moet worden, wil het een
levend instrument worden waarmee gewerkt kan worden.
Met die herijking is een aanvang gemaakt.
De eerste herijking van Visie-2030 heeft een ander
accent gekregen. Bij de opstelling van het MOP werd
duidelijk dat tussen de Visie-2030 (LEVI) en het
ontwikkelingsprogramma een schakel ontbrak. In het
algemeen werd de tijdshorizon van Visie-2030 te ver
weg gevonden; een visie met een dichterbij liggende
tijdhorizon werd wenselijk geacht.
De studie van BVR (adviseurs stedelijke ontwikkeling,
landschap en infrastructuur) heeft een vervolg
gekregen in de ontwikkeling van een integrale
stadsvisie. Deze stadsvisie zal na een inspraakronde
door de nieuwe gemeenteraad worden vastgesteld. De
Stadsvisie zal uitgewerkt worden in een ruimtelijke,
economische en sociale structuurschets en zal het
richtpunt vormen voor de herijking van het MOP, het
stedelijk programma.
Op basis van de Stadsvisie zal ook een herijking van
de Visie-2030 kunnen plaats vinden.
De studie van BVR, die de titel meekreeg Leeuwarden
naar een complete stad, agenda voor een regiovisie
heeft regionaal een vervolg gekregen in de
ontwikkeling van een regiovisie. Deze visie heeft
betrekking op het gebied van de Stadsregio Leeuwarden
en de Westergozone tezamen. Voor de ontwikkeling van
deze visie hebben de partners, gemeenten en
provincie, zich verenigd in de Stuurgroep Regiovisie.
Het gaat erom tot afstemming van beleid te komen door
visievorming en daarmee een bijdrage te leveren aan
de versterking van de kwaliteit van de regio voor de
steden en het landelijk gebeid, een versterking van
de bestuurlijke en maatschappelijke samenwerking in
de regio en een versterking van de positie van de
regio
Als gewenst eindresultaat is vastgesteld het
verkrijgen van een brede, integrale visie op
hoofdlijnen gericht op een duurzame ruimtelijk-
economische en maatschappelijke ontwikkeling van het
gebied tussen nu en 2030 (inhoud) en het creëren van
een adequate organisatie in een hechte, niet
vrijblijvende, samenwerking tussen nu en 2030(proces)
In de loop van 2002 zal de Regiovisie in concept in
discussie worden gegeven. De Regiovisie zal pas na de
Statenverkiezingen in 2003 definitief worden
vastgesteld. Deze visie levert een belangrijke
bouwsteen voor het nieuwe Streekplan.
Tussen beide ontwikkelingen - Stadsvisie en