Blad 26
7.6 Bodemvervuiling, bodemverontreiniging, baggerwerken
De gemeente wordt geconfronteerd met de risico's van
bodemvervuiling c.q. bodemverontreiniging (het gaat
om ongeveer 6.500 locaties). De gemeente is voor het
multifunctioneel saneren van de verontreinigde
locaties voor een deel van de totale kosten
verantwoordelijk, met name als de gemeente eigenaar
is (of is geweest) of belanghebbende is in
projeetontwikkeling
Hiermee samenhangend is de problematiek van de
milieuhygiënische verontreiniging van waterbodems en
daardoor de stagnatie in het onderhoud van in
gemeentelijk beheer zijnde vaarwegen.
Verontreinigingen mengen zich steeds vaker met
elkaar, waardoor het niet meer mogelijk is de
veroorzaker van de verontreiniging aan te spreken.
Risico is dat er claims bij de gemeente worden
gelegd. Om dit gevaar te ontlopen moet er bagger
verwijderd worden. De kosten hiervan zullen mede
afhankelijk zijn van de kosten van verwerking en
opslag. De gevolgen van het operationeel worden van
dit risico zijn: de mogelijke saneringskosten die ten
laste van de algemene middelen zullen komen,
financiële claims en stagnatie in de stedelijke
ontwikkeling
Door de inzet van het instrumentarium "actief
bodembeheer" wordt een reductie verwacht van de
totale kosten van 30% tot 50%, maar het probleem
blijft omvangrijk. Het realiseren van een structurele
opslag-/verwerkingslocatie voor vervuilde bagger kan
helpen om het risico te reduceren, evenals
experimenten met nieuwe technologieën en technieken.
7.7 Arbo-wetgeving
De wetgeving om het gebied van arbeidsomstandigheden
wordt aangescherpt, zie bijvoorbeeld de gang van
zaken rondom theaters begin 1999. Onduidelijk is op
dit moment welke (financiële) consequenties dit
concreet voor de gemeente zal hebben en of hiervoor
in bepaalde gevallen compensatie vanuit het Rijk
beschikbaar zal komen.
7.8 Geluidssanering woningen
Middels het afsluiten van het Stadsconvenant zijn de
rijksmiddelen voor de geluidssanering van woningen
via het ISV overgegaan naar de gemeente Leeuwarden.
Het rijk heeft zich verplicht zorg te dragen voor de
isolatie van de woningen in de zwaarst belaste
categorie (zogenaamde A-lijst). Deze verplichting is
nu automatisch overgedragen aan de gemeente. De door
het rijk beschikbaar gestelde middelen bedragen voor
de eerste ISV periode 36.000. Dit is slechts een
fractie van de werkelijke kosten die tot 2010 op
500.000 worden geraamd. Er bestaat nog geen
overeenstemming tussen het ministerie van VROM en de
rechtstreekse gemeenten op welke wijze deze kosten,
Blad 27
die uit een rijksbesluit voortvloeien, door de
overheid zullen worden gedragen.
7.9 Omzetbelastingheffing over subsidie BV Sport
Met de belastingdienst wordt een discussie gevoerd of
de bijdrage van de gemeente aan de BV Sport
onderhevig is aan de heffing voor de omzetbelasting.
In vergelijkbare situaties elders in het land is
vrijstelling verleend. De discussie gaat over een
bedrag van circa f 1,7 miljoen 770.000) per jaar
aan omzetbelasting
7.10 Kosten groot onderhoud brandweer
In de komende jaren zullen de kosten van het groot
onderhoud voor de dienst Brandweer sterk toenemen.
Er kan hierbij onder meer gedacht worden aan: de
vervanging van de uitrukdeuren, bliksembeveiliging
van het gebouw, het vervangen van boilers en
leidingen en het certificeren van elektrische
installaties. Op dit moment vindt er t.a.v. dit punt
een nadere risicoanalyse plaats op grond waarvan
nadere voorstellen worden opgesteld. Hierbij zullen
uiteraard ook de ontwikkelingen m.b.t. de
gezamenlijke huisvesting van de
hulpverleningsdiensten nauwlettend worden gevolgd.
7.11 Vuurwerkbedrijven
Uit de voorbereiding van de rijksregelgeving op het
gebied van vuurwerk is duidelijk geworden dat het
productiebedrijf van professioneel vuurwerk "JNS
Pyrotechniek" vanwege de gevarenrisicos in de
toekomst niet op de huidige locatie op het
Businesspark gehandhaafd kan worden. Het naastgelegen
vuurwerkbedrijf Schuurmans, dat veel meer op handel
en opslag van consumentenvuurwerk is gericht, kan
binnen de regelgeving waarschijnlijk wel gehandhaafd
blijven. Afbouw van JNS vraagt om samenwerking van de
betrokken overheden en het bedrijf. Om de nodige
snelheid te realiseren is primair gekozen om de hele
operatie binnen een privaatrechtelijke overeenkomst
te laten plaatsvinden. Voor de kosten zal in eerste
instantie het rijk aangesproken worden. Een deel van
de kosten kan voor rekening van de gemeente en/of de
provincie komen. Blijkt de privaatrechtelijke weg
niet tot een oplossing te komen, dan rest de
publiekrechtelijke route, waarbij de vergunning wordt
ingetrokken en er op basis daarvan een
schadevergoeding moet worden verstrekt. Belangrijk
daarbij is dat het bevoegd gezag primair voor de
schadegevolgen van het intrekken van de vergunning
staat. Momenteel is de gemeente nog bevoegd gezag,
volgens het ontwerp-vuurwerkbesluit is de provincie
over twee jaar na inwerkingtreding het bevoegde
gezag. Deze overgang beïnvloedt de stellingname
t.a.v. de (eventuele deling) van kosten. Het Rijk
heeft initiatieven genomen om bij te dragen in een