Blad 8
koppeling aan bestaande knooppunten w.o. kantorenzones;
koppeling ICT Center, WTC locatie, FEC, KvK;
aansluiting bedrijventerreinen Hemrik, Business park,
Leeuwarden West, Newton Park;
aansluiting aan HBO-instellingenRengerspark CHN/NHL,
NHL locatie Tesselschadestraat, Oostergoweg (Van
Hallinstituut)
aansluiting Medisch Centrum Leeuwarden;
koppeling Stadskantoor, Stadshuis, Brandweer, Politie,
MCL;
koppeling van scholen voor voortgezet onderwijs.
In totaal resulteert dit in een traject van ca. 33 km.
Componenten
De Cityring is een ringenstelselbestaand uit een geul met
daarin zgn. mantelbuizen met daarin glasvezelkabel. Op het
hele tracee worden op strategische plaatsen koppelpunten
geplaatst 'handholes'Voor deze gevulde mantelbuizen
wordt gekozen vanwege de volgende voordelen:
verbindingen kunnen direct beschikbaar zijn;
niet afhankelijk van een provider voor toegang;
via vraagbundeling van bijv. zorginstellingen, scholen,
bibliotheken, musea en overheden is het mogelijk om in
eigen (niet per se commercieel) beheer een verbinding te
realiseren
Werkwij ze
Zodra de besluitvorming positief is afgerond, zal de
volgende procedure worden gevolgd:
Voor de tracees die zelf moeten worden aangelegd, wordt
de procedure doorlopen van Europese openbare
aanbesteding. Verwachte doorlooptijd: 3 maanden.
Voor de tracees waar al bruikbare kabels liggen, worden
parallel daaraan onderhandelingen gevoerd die ten doel
hebben deze over te nemen. Verwachte doorlooptijd: ca. 2
maanden
Realisatie vindt plaats volgens de gebruikelijke
gemeentelijke procedures.
Parallel hieraan wordt een businessplan uitgewerkt waarin
wordt beschreven hoe Onderhoud, beheer en exploitatie van
de cityring geregeld dienen te worden. Dit zijn nieuwe
activiteiten die expertise en menskracht vergen die
momenteel binnen de gemeente niet aanwezig zijn. Onderzocht
zal worden waar en volgens welke formule deze het beste
kunnen worden gerealiseerd. De keuzes zijn:
- onderhoud, beheer en exploitatie in eigen beheer;
onderhoud, beheer en exploitatie overdragen aan
een of meer marktpartij(en)
Blad 9
onderhoud, beheer en exploitatie voeren samen
met marktpartijen.
Naast deze hoofdopties zullen ook deelvarianten en
combinaties onderzocht moeten worden. Aspecten als kennis,
formatie, kosten, inkomsten, organisatie, juridische
mogelijkheden en dergelijke worden hierbij gewogen, vanuit
de ambities en mogelijkheden die de gemeente heeft op dit
terrein. Dit laatste hangt wederom samen met de 'Cont@ct!'
visie die momenteel ontwikkeld wordt.
7Financiën aanleg cityring
De maximale investeringskosten (op basis van calculaties
door het ICT-center Leeuwarden en gegevens van de sector
Beheer Openbare Ruimte) voor de gemeente, voor een tracé
van 33 km, bedragen ca. f 5,4 miljoen.
Hieronder vallen:
opstellen bestekken;
Europese aanbesteding;
advies, onderhandeling en coördinatie;
aanleg van geul met kabels, inblazen glas, plaatsen
'handholes'
overname bestaande tracés;
begeleiding bij de uitvoering door de gemeente;
opstellen businessplan voor onderhoud, beheer,
exploitatie
Een gedetailleerde investeringsbegroting (bijlage 2)ligt
bij de raadsstukken ter inzage.
De aan uw raad gevraagde bijdrage heeft vooralsnog het
karakter van een voorfinanciering en is gerelateerd aan de
geraamde investering in de voorziening. Voor dit project
zijn mogelijkerwijs externe subsidiebronnen aan te spreken,
zoals bijvoorbeeld Kompas voor het Noorden. Eventuele
subsidies kunnen dan naderhand in mindering worden gebracht
op de gemeentelijke bijdrage. In combinatie met het
Business Plan kunnen de finale financiële uitkomsten worden
bepaald
Voorgestelde dekking
Voorgesteld wordt de voorfinanciering van de cityring ad
max. f 5,4 miljoen (f 5.377.500,-; 2.440.203,-) als volgt
te dekken: f 3 miljoen 1.361.340,-) voor 2002 uit SIOF,
investeringsdeel; voor 2003 wordt een aanvraag ad f 2,4
miljoen 1.089.072,-) ingediend als aanvraag met
preprioriteit in het kader van Perspectief 2003. Voor dit
laatste bedrag wordt tevens externe financiering gezocht.
Eventuele externe subsidies worden in mindering gebracht
van het gemeentelijk aandeel, waardoor in dat geval een nog
niet te kwantificeren deel kan terugvloeien naar het SIOF.
Dit geldt ook voor eventuele opbrengsten uit exploitatie.