geattendeerd op het Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer. Op grond van dat besluit is 200 meter bij een windturbine van 50 meter hoog voldoende. Bovendien ligt rondom het bedrijventerrein een geluidszone. In het ontwerp-bestemmingspian wordt gesteld, dat die afstand van 500 meter passend is in een stedelijke omgeving. Het gaat volgens reclamant dan in de beleving van de gemeente om de zogenaamde landschappelijke inpasbaarheid. Die afstandseis in verband met de landschappelijke inpasbaarheid is niet van hogerhand voorgeschreven, maar is een tamelijk logisch gevolg van de recente raadsnotitie betreffende windturbines, zo concludeert reclamant. Daarin wordt gesteld, dat als richtlijn voor de visuele verstoring tot woonbebouwing, een minimale zichthoek van 1:10 wordt aangehouden. Bij een masthoogte van 50 meter betekent dat een minimale afstand van 500 meter tot de woonbebouwing, aldus de Raadsnotitie. Reclamant kan zich niet voorstellen dat dit uitgangspunt gehandhaafd kan worden, omdat het hier nota bene om een industrieterrein gaat en een toekomstige windturbine, die op honderden meters vanaf de woonbebouwing zal worden geplaatst. Omwonenden hebben zich zorgen gemaakt over geluidsoverlast en slagschaduwhinderHet visuele aspect valt alleszins mee, zeker omdat van een industrieterrein toch op dit gebied het één en ander verwacht mag worden. Namens Tadema Beheer B.V. wordt dan ook gevraagd om het ontwerp-bestemmingspian, voor wat betreft de mogelijkheid van windturbines, in het kader van de vaststelling, te wijzigen en windturbines met een masthoogte van maximaal 50 meter planologisch zonder meer toe te staan. De norm voor de afstand tussen de windturbine en de dichtstbijzijnde woonbebouwing buiten het industrieterrein dient te vervallen, althans te worden beperkt tot bijvoorbeeld 200 meter, aldus reclamant. Reactie: De conclusie dat er op het bedrijventerrein nog ruimte is voor 1 a 2 windturbines is gebaseerd op de akoestische berekeningen van de milieu-adviesdienst. Op een afstand van meer dan 510 meter van de grens van de geluidzone hebben deze windmolens geen invloed op de geluidzone. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 3 bij de plantoelichting. Bij deze conclusie is ervan uitgegaan dat door de windmolens niet de geluidruimte voor andere bedrijven wordt opgesoupeerd. Wanneer dit wel zou gebeuren, zouden er wel meer windmolens mogelijk zijn, maar dit zou de verdere invulling van het terrein door andere bedrijvigheid ernstig bemoeilijken. Dit is in strijd met de bedoelingen van het bestemmingsplan en ook met het streekplan Windstreek 2000, dat aangeeft dat het plaatsen van windmolens niet ten koste mag gaan van bedrij fsvestiging. Ook wordt uitgegaan van een volledige benutting van de windmolens, zonder beperkingen aan de bedrijfsduurHet plaatsen van windmolens op kortere afstand is wel mogelijk, maar dan zullen de molens gedurende bepaalde perioden (in Blad 7 de nacht en/of bij lage windsnelheden) stilgezet moeten worden. Dit is echter niet de bedoeling, zeker niet nu de molens op circa 500 merer afstand tot de woongebieden goed zouden kunnen functioneren. Puur vanuit milieuaspecten geredeneerd zou een afstand van 200 meter tot woningen onder omstandigheden inderdaad voldoende kunnen zijn. Dit gelet op het Besluit Installaties en Voorzieningen Milieubeheer. Echter vanuit een goede ruimtelijke ordening achten wij een dergelijke minimale benadering niet aanvaardbaar. Andere bedrijfsvestigingen moeten mogelijk blijven en een volledige benutting van de capaciteit is gewenst. Daarbij komt dat, zoals gezegd, de afstandseis van 500 meter primair is ingegeven door overwegingen van landschappelijke inpasbaarheid. Dit als uitwerking van de uitgangspunten van het streekplan Windstreek, dat aandacht voor dit aspect vraagt Hieraan doet niet af dat het hier een industrieterrein betreft. Het gaat bij plaatsing van windturbines wel om een zeer specifieke activiteit. Bij een hoogte van 50 meter en een rotordiameter van eveneens 50 meter is de tophoogte van een windmolen hier ongeveer 75 meter. Voor de bedrijfsgebouwen wordt in het bestemmingsplan een hoogte van maximaal 15 meter voorgeschreven. Incidenteel mag deze bij vrijstelling worden vergroot tot 25 meter. Een windmolen steekt hier nog ruim boven uit. De hoogte is welhaast vergelijkbaar met die van de Bonifatiustoren (85 m)Met de plaatsing van windmolens moet wat dit betreft dan ook voorzichtig omgegaan worden. Gelet op vele genoemde aspecten, die een rol spelen, is het dan ook niet gewenst dat het oprichten van windmolens bij recht wordt toegestaan. Het plaatsen van windmolens moet in principe mogelijk zijn, maar moet wel in elk geval afzonderlijk worden afgewogen. Het instrument van de vrijstellingsbevoegdheid geeft hiervoor een goede toetsingsmogelij kheid Ad 6. Langhout Wiarda Juristen te Heerenveennamens: a. V.O.F. Autobandencentrum De Vries, vestigingslocatie Ceresweg 42 te Leeuwarden b. Phoenix Botenverhuur, Ceresweg 16 te Leeuwarden c. Edelweiss B.V., Ceresweg 28 te Leeuwarden; d. J. Volkers, Ceresweg 18 Te Leeuwarden e. Expack Direct Delivery, Ceresweg 22 te Leeuwarden; f. MDV Industrial Consultancy, Venusweg 3 te Leeuwarden g. J.M.A. PlasticsCeresweg 32 te Leeuwarden h. Autoschade MiedemaVenusweg 19 te Leeuwarden In het algemeen wordt bezwaar gemaakt tegen het uitsluiten van de mogelijkheid voor een bedrijfswoning ten aanzien van de cliënten in gebruik zijnde c.q. gekochte bedrijfspercelenHet betreft steeds dezelfde motivering. Hierop zal één algemeen standpunt worden geformuleerd (zie onder A)

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 477