B^ad 2
tarifering neemt in onze plannen een belangrijke plaats in,
maar over de precieze hoogte van de tarieven vindt de
besluitvorming pas plaats bij de vaststelling van de
belastingverordening door de gemeenteraad. De bedragen die
hier worden genoemd zijn dus slechts voorlopig.
In enkele gevallen wordt in de beantwoording een notitie
aan de gemeenteraad toegezegd. Dat geldt o.a. voor de
inzameling van oud papier.
II. Hoofdlijnen
1. Tarifering
Voorstellen
Wij hebben gekozen voor een bescheiden en eenvoudige vorm
van tariefdifferentiatie. Dit vindt zijn weerslag in de
volgende voorstellen:
Het in rekening brengen van extra kosten (€109) per jaar
voor het gebruik van een extra grijze container
(berekening gebaseerd op reële extra kosten)Dit
voorstel heeft geen betrekking op huishoudens die zijn
aangesloten op collectieve inzamelvoorzieningen
(gestapelde bouw)
Het instellen van een korting op de afvalstoffenheffing
voor het gebruik van een kleinere minicontainer van 140
liter (in plaats van 240 liter) van €17 per jaar
(berekening gebaseerd op reële kostenbesparing)Dit
voorstel heeft geen betrekking op huishoudens die zijn
aangesloten op collectieve inzamelvoorzieningen
(gestapelde bouw)
Het in rekening brengen van een tarief voor het halen
van grof vuil. Dit tarief hebben wij oorspronkelijk
gesteld op €12. Teneinde tegemoet te komen aan de
ingebrachte bezwaren wordt dit voorstel in ons
voorkeursscenario (dat straks wordt toegelicht)
gewijzigd in €10. Afval dat gescheiden wordt gehaald
(grof tuinafval, wit- en bruingoed, KCA, goederen voor
de kringloopwinkel Estafette) blijft 'gratis' (uiteraard
wordt er uiteindelijk via de afvalstoffenheffing wel
voor betaald)
Het in rekening brengen van een tarief voor naar de
(nieuwe) milieustraat gebracht ongescheiden restafval
van €0,04 per kilo (gebaseerd op de reële kosten van
gemiddeld €0,064 per kilo en vervolgens teruggebracht
naar €0,04 teneinde het brengen te bevorderen). Teneinde
het brengen nog sterker te stimuleren wordt dit voorstel
in ons voorkeursscenario vervangen door gratis brengen.
Ook hiermee komen wij tegemoet aan ingebrachte bezwaren.
Toelichting-
De twee eerste voorstellen ondervonden in de inspraak
nauwelijks kritiek en werden juist ondersteund.
Blad 3
Dat lag anders bij de laatste twee voorstellen. Deze werden
zowel op de informatieavond van 13 maart als op de
commissievergadering van 19 mcart kritisch benaderd. Hoewel
wij in ons nader toe te lichten voorkeursscenario voor een
belangrijk deel tegemoet zijn gekomen aan de bezwaren,
hebben wij toch behoefte aan een nadere verklaring van onze
keuze voor deze voorstellen.
De kosten van de verwerking van het huishoudelijk afval
zijn onder invloed van de landelijke regelgeving de
afgelopen jaren zeer sterk gestegen. Aan de verbranding
worden de strengste eisen ter wereld omtrent uitstoot van
schadelijke stoffen gesteld, wat grote investeringen in de
verbrandingsinstallaties met zich meebracht en dito
tariefsverhogingen. Storten werd, door de invoering van een
hoge stortbelasting voor brandbaar afval, nog duurder
gemaakt dan verbranden. Milieuhygiënisch vallen deze
maatregelen grotendeels te rechtvaardigen. De hoge
verwerkingskosten worden uiteindelijk op de burger
verhaald. De hoge kosten vragen dringend om een
mentaliteitsverandering. Die moet dan wel door de gemeente
worden bevorderd: het ministerie van VROM doet dit niet,
daar zij hiertoe minder in staat is. De benodigde
mentaliteitsverandering komt erop neer, dat burgers zich
veel meer bewust moeten worden van de kosten die de
verwerking van hun (ongescheiden) afval met zich meebrengen
en dus meer moeten letten op het voorkomen van afval en op
de mogelijkheden voor hergebruik door hun afval gescheiden
aan te leveren. Een verantwoordelijk optredende overheid
heeft ons inziens nauwelijks een andere keus dan het
bevorderen van deze mentaliteitsverandering via een
gedifferentieerde toedeling van deze kosten aan de burgers.
Uiteraard dient dit te geschieden in samenhang met het
creëren van de nodige mogelijkheden en faciliteiten voor
burgers om het afval te scheiden en uitgebreide
voorlichtingscampagnes
In het voorafgaande stelden wij, dat de rijksmaatregelen,
die de verwerkingskosten zo sterk deden stijgen,
milieuhygiënisch te rechtvaardigen zijn. Enige nuancering
is hierbij gepast. Het rijk voerde wel eens maatregelen
door zonder aandacht voor de kosten-batenanalyse waarmee de
uitvoerende gemeenten werden geconfronteerd. De invoering
van de 'Zalmsnip' is vooral veroorzaakt door de opstelling
van de Tweede Kamer, die meer oog had voor de problematiek
van de gemeentelijke lastenverhogingen dan de ministeries.
Wij zijn in dit verband van mening, dat de inspanningen,
die nodig zijn om de laatste procenten van de landelijke
scheidingsdoelstellingen te halen, onevenredig veel geld
kosten en niet in verhouding staan met de milieuwinst. Om
die reden streven wij wel naar een qua scheidingsresulaten
toptienpositie onder de 53 vergelijkbare (sterk stedelijke)
gemeenten maar niet naar de absolute landelijke
scheidingsdoelen. Ook het ministerie van VROM heeft meer
begrip gekregen voor de stedelijke problematiek; bij het
landelijke Afval Overleg Orgaan (ministerie van VROM, VNG,