In grafiek 8.2 staan de gegevens voor de subjectieve veiligheid in Leeuwarden. De meting van de subjectieve onveiligheid wordt in Leeuwarden om de twee jaar afgeno men in de oneven jaren. De gegevens in de even jaren zijn ontleend aan de GSB Leef baarheid- en veiligheidsenquête. De Leeuwarder voelt zich thans veiliger dan in 1996. Het algemene subjectieve onveiligheidsgevoel is gedaald van 46% in 1996 naar 35% in 2000. Het onveiligheidsgevoel in de eigen buurt maakte een daling door van 36% in 1996 naar 21% in 2000. Uit de gegevens uit het wijksignaleringssysteem (de even jaren) blijkt dat overdag de binnenstad door de eigen bewoners nauwelijks onveilig genoemd werd tot 1999, met percentages van 6-8%. In 2001 geeft 16% van de bewoners aan zich overdag wel eens onveilig te voelen in de binnenstad, 's Avonds voelt daar ongeveer 50% van de bewo ners zich wel eens onveilig, een door de jaren heen vrijwel gelijkblijvend percentage. 8.3 Slachtofferschap 8.2 Subjectieve onveiligheid jaar Aandeel in de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt (alg.J| Aandeel in de bevolking dat zich 'wel eens' onveilig voelt (brt) onveilig woonomgeving overdag inwoners binnenstad (WSS) onveilig woonomgeving 's avonds inwoners binnenstad (WSS) 78 8.3 Slachtofferschap, perc. inwoners slachtoffer van: 50°-o r jaar 3 poging tot en inbraak HHBH autodelicten i i fietsendiefstal vernielingen 1 geweldsdelicten norm poging tot en inbraak inorm autodelicten norm fietsendiefstal norm vernielingen - - - - norm geweldsdelicten Omtrent de objectieve veiligheid, zoals gemeten in de GSB-leefbaarheid en veiligheidsen quête, valt het volgende te melden. Over de jaren heen trad verbetering op in Leeuwarden bij de woningdelicten (poging tot en woninginbraken). Enige verslechtering trad op tussen 1996 en 1998 bij de gewelddelicten, daarna is nagenoeg sprake van stabilisatie (in 1996 is 6% van de bevolking slachtoffer van een gewelddelict, in 1998 8,0% en in 2000 8,3%). Het delict fietsendiefstal is de afgelopen vier jaar gestegen van 1 6% in 1 996 naar 1 8% in 2000. Een sterke verslechtering trad op bij de autodelicten (diefstal uit auto, vanaf de auto of vernieling, van 17% naar 26%). Stabilisatie is te zien bij de delictsoort vernielingen (10%). Dit volgens de 'GSB-enquête' Overigens vallen onder de gewelddelicten bij de GSB-enquête de volgende categorieën slachtoffers van beroving met geweld (0.9 van de respondenten is hier slachtoffer van in 2000), mishandeling (0.9 in 2000) en bedreiging met geweld (6,5% in 2000). Dit is in totaal een totaal aan geweldsdelicten in Leeuwarden van 8,3%. In 1998 waren deze cijfers als volgt: slachtoffers van beroving met geweld (0.4% van de respondenten is hier slachtoffer van in 1 998), mishandeling (1,3% in 1 998) en bedreiging met geweld (6,3% in 1998). Dit is in totaal een totaal aan geweldsdelicten in Leeuwarden in 1998 van 8,0%. Alhoewel het totaal aantal geweldsdelicten enigszins is gestegen, is de zwaarste categorie delicten (mishandeling) gedaald met 0,4 procentpunt. 79

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 175