Biaa Voor verhaal van kosten van bijstand verklaart de wet artikel 120 van overeenkomstige toepassing. Deze structuur is ook van toepassing op de Ioaw en Ioaz, maar niet op de Wik. Bij raadsbesluit van 07/12/1995 nr 17148 heeft de raad de vereiste machtiging verleend, en wel voor: het nemen van besluiten inzake het verlenen van uitkering op grond van de Algemene Bijstandswet (1965), de Algemene bijstandswet (1996), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; het nemen van besluiten tot terugvordering van uitkering, waaronder mede is begrepen besluiten tot terugvordering in rechte, op grond van de Algemene Bijstandswet (1965), de Algemene bijstandswet (1996), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; het nemen van besluiten tot verhaal van kosten waaronder mede begrepen besluiten tot verhaal in rechte, op grond van de Algemene Bijstandswet (1965) en de Algemene bijstandswet (1996). Bij besluit van 14/11/1995 (nota nr 15858) hebben wij, onder voorbehoud van het raadsbesluit, besloten de bevoegdheden te mandateren aan de gemeentesecretaris, met het verzoek om deze bevoegdheid door te mandateren aan de directeur Welzijn. In de loop van de tijd heeft de Abw enkele wijzigingen ondergaan, ondermeer door invoering van de Wet boeten, maatregelen, terug- en invordering sociale zekerheid juli 1997). Niet gezegd kan worden dat de wetgever ten alle tijde het overzicht heeft behouden op de vele veranderingen in de wetgeving. Onbedoeld is daarmee de eenduidigheid van de wettelijke bevoegdhedenstructuur verloren gegaan en is de bevoegdheidstoedeling afhankelijk geworden van interpretatie. Voor de goede orde voegen wij eraan toe dat de huidige concrete bevoegdhedenstructuur in de gemeente Leeuwarden in overeenstemming is met de meest pausibele uitleg. De huidige mandaatstructuur is mede gebaseerd op de gedachte dat de wetgever nooit blijk heeft gegeven van een andere bedoeling dan voorheen bij de toepassing van de oude Algemene Bijstandswet. Niettemin verdient het de voorkeur om het machtigingsbesluit van de gemeenteraad opnieuw te formuleren waardoor elk risico van gebreken in de Blad 3 bevoegdheidsuitoefening wordt uitgesloten, of beter gezegd elke mogelijke discussie daarover in de kiem wordt gesmoord Ook de wijze van formuleren is aangepast aan de ontwikkeling in de sociale zekerheid dat het opleggen van betalingsverplichtingen (terugvordering van uitkering en bestuurlijke boete) onmiddellijk en zonder rechterlijke tussenkomst kunnen worden geëxecuteerd. Voor het overige wordt kortheidshalve verwezen naar bijgaand raadsvoorstel en - besluit. Van deze gelegenheid wordt gebruik gemaakt om ook de bevoegdheidsregeling met betrekking tot de Wet op de lijkbezorging te regelen. Als niemand voorziet in de lijkbezorging van een overleden persoon, draagt de burgemeester daarvoor zorg. De daaraan verbonden kosten komen ten laste van de gemeente die op haar beurt de kosten kan verhalen op de nalatenschap en bij ontoereikendheid daarvan op de (onderhoudsplichtige) bloed en aanverwanten van de overledene. In de wet wordt de verhaalsparagraaf van de Algemene bijstandswet van overeenkomstige toepassing verklaard en daarmee ook indirect het hierboven besproken artikel 120 Abw. Bijgevolg is voor mandaatverlening aan gemeenteambtenaren de instemming van de raad nodig. In het bijgevoegde raadsvoorstel is daarin voorzien. 3. Voorstel Wij stellen u voor te besluiten om de bestaande machtiging in te trekken en daarvoor in de plaats te stellen de toestemming zoals die is gegeformuleerd in het concept besluit Leeuwarden, 7 november 2002 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, ir. S.K. Brouwer, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 382