Blad 6 Ontstaan van de belastingschuld Artikel 9 De havengelden zijn verschuldigd zodra het gebruik van het openbare vaarwater met een vaartuig is aangevangen. Tijdstip van betaling en betaling in termijnen Artikel 10 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet moeten de havengelden worden oetaald: a. op het moment van het doen van de kennisgeving indien deze mondeling wordt gedaan, dan wel b. op het moment van het uitreiken van de gedagtekende schriftelijke kennisgeving, dan wel c. op de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, overeenkomstig de aangifte, ingeval een abonnement is genomen. 2. Bij voortgezet gebruik van de haven, na afloop van de termijn waarover havengeld is verschuldigd, moet opnieuw aangifte worden gedaan op de eerste werkdag van de volgende termijn. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, aanhef, onderdeel b, en het tweede lid, kan worden betaald binnen dertig dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in ae haven, onderscheidenlijk de dag waarop het gebruik of het genot wordt voortgezet, mits voldoende zekerheid tot betaling van het havengeld is gegeven 4. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van ae aanslag 5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Ontheffing en overschrijding Artikel 11 1. Ontheffing van havengelden wordt verleend voor vaartui gen waarvan het verblijf wordt voortgezet als gevolg van het gestremd zijn van de scheepvaart ten gevolge Blad 7 van ijsgang of een andere reden van overmacht, mits in dat geval het vaartuig niet wordt geladen of gelost. 2. Van de havengelden die worden geheven naar het tarief van een abonnement wordt, indien het gebruik van de haven is beëindigd voor het verstrijken van het tijdvak, op schriftelijke aanvraag van de belasting plichtige, ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het verschuldigde bedrag ais er in dat tijdvak na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog voile kalendermaanden overblijven. 3. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, worden de reeds betaalde havengelden over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn voor het vaartuig dat is vervangen, verrekend met de verschuldigde havengelden over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstanae, dat indien de laatst genoemde havengelden lager zijn dan net betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt. 4. Het na de, in het vorige lid bedoelde, verrekening verschuldigde bedrag moet binnen veertien dagen na de vervanging worden betaald. 5. Geen ontheffing wordt verleend, ingeval op aanvraag van de belastingplichtige of op aanwijzing van de ha venmeester een andere ligplaats wordt toegewezen voor hetzelfde vaartuig. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Artikel 12 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden Citeertitel Artikel 13 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening havengelden Leeuwarden 2003. Inwerkingtreding Artikel 14 1. De "Verordening havengelden Leeuwarden 2002" vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2001, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 423