Hoofdstuk 7 Verkeer en Vervoer 7.1 Inleiding Het vigerend beleid van Leeuwarden op het gebied van verkeer en vervoer is in 2001 gebaseerd op het VerkeersMilieuPlan (VMP). Dit beleid kan worden gekenschetst als een beleid gericht op beheersing van de groei van de automobiliteit. Dit betekende een restrictief beleid met betrekking tot de afwikkeling van het autoverkeer en het parkeren van auto's. Ook wordt een concentratie van autoverkeersstromen nagestreefd op een beperkt aantal routes waaronder de stadsring. Speerpunten waren het stimuleren van de alternatieven voor de auto: het openbaar vervoer en de fiets. Voor de komende twintig jaar wordt het gemeentelijk verkeers- en vervoerbeleid vastgelegd in een nieuw beleidsplan, het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP). De vaststelling van dit plan door de gemeenteraad staat gepland voor oktober 2002. Zoals het ontwerp GVVP (2001) aangeeft moet het verkeers- en vervoerbeleid een doelmatig, veilig en duurzaam verkeers- en vervoersysteem voor de gemeente opleveren om bij te dragen aan het optimaal economisch, ruimtelijk, sociaal en cultureel functioneren van de gemeente Leeuwarden. 7.2 Activiteiten en doelen Opstellen van een gemeentelijk verkeers- en vervoerplan, voor alle vormen van verkeer en vervoer in de stad, qua duurzaamheid gericht op bereikbaarheid, veiligheid en een zo laag mogelijke milieudruk. Het beleid beoogt een afname van de groei van de automobiliteit. 7.3 Evaluatie De verkeers- en vervoersproblematiek had de afgelopen jaren te maken met sterk veranderde omstandigheden. De voornaamste hiervan was de snelle niet verwachte autonome groei van het verkeer. Het autoverkeer is de afgelopen 5 jaren met ruim 20% gegroeid. Het beleid van het VMP is hierop beperkt effectief gebleken. Het sombere scenario van het plan is min of meer uitgekomen. De snelle groei van het autoverkeer maakte ad hoe maatregelen noodzakelijk waardoor samenhang van de maatregelen van het oorspronkelijke VMP verloren ging. De in het VMP aangegeven maatregelen zijn uiteindelijk slechts ten dele uitgevoerd. Een en ander maakte het noodzakelijk een nieuw verkeers- en vervoersbeleid op te stellen. Daarmee is het VMP van de baan. Wel is er ook veel verbeterd in het openbaar vervoer en de fiets, getuige de optimalisaties en kwaliteitsverbeteringen in het openbaar vervoer, de realisatie van diverse infrastructurele voorzieningen voor het openbaar vervoer en de realisatie van vele fietsvoorzieningen. Desalniettemin is het gebruik van het openbaar vervoer en de fiets qua marktaandeel procentueel afgenomen. Opgemerkt dient te worden dat er de afgelopen vijfjaren ruim 25 miljoen euro is geïnvesteerd in het Leeuwarder verkeers- en vervoersysteem. Hiervan is aan fietsvoorzieningen (fietspaden en fietsenstallingen) bijna 3 miljoen euro, en aan het Openbaar Vervoer 6,7 miljoen euro uitgegeven. Het overige deel zit voornamelijk in de Slauerhoffweg en andere voorzieningen voor de auto en het wegtransport. In het concept GVVP is ten aanzien van duurzaamheid en verkeer het volgende aangegeven: De groei van het aantal arbeidsplaatsen en inwoners betekent een groei van het (auto)verkeer. Dit leidt tot meer C02-uitstoot en geluidhinder. De problematiek dient integraal bekeken te worden. De ontwikkeling van de stad en het verkeer dient op een duurzame wijze te geschieden. Het gaat uiteindelijk om een verkeers- en vervoersysteem dat nu en in de toekomst functioneert en de problemen niet afschuift. Het verkeers- en vervoersysteem moet aansluiten bij een op duurzaamheid gerichte samenleving. Dit betekent dat het woon- en leefmilieu van straatniveau, tot op mondiaal niveau, zo goed mogelijk dient te zijn. Voor het realiseren van een reductie op de C02- uitstoot is gedragsverandering een van de belangrijkste aandachtspunten. Daarom vragen voorlichting en educatie bijzondere aandacht. De keuze voor bundeling van verkeer in het GVVP heeft naast een positief effect op de verkeersveiligheid, per saldo een gunstige uitwerking op de lokale geluidshinder en luchtverontreiniging. De belasting in verblijfsgebieden neemt af. De knelpunten concentreren zich op de verkeersaders. Door de concentratie zijn deze beter aan te pakken onder meer omdat het financiële voordelen biedt. Op mondiaal niveau spelen zaken als energieverbruik en uitstoot van gassen. De rijksoverheid zet in op het versnellen van de introductie van zuinige voertuigen, het stimuleren van zuinig rijden en maatregelen in de techniek van voertuigen (bijvoorbeeld stillere banden). De verwachting is dat hierdoor op termijn de milieubelasting door verkeer afneemt. In de grafiek "Ontwikkelingen inwoners, arbeidsplaatsen en autoverkeer" is de ontwikkeling van het autoverkeer aangegeven. Evaluatie Jaarprogramma DZH 2001 16 Ontwikkeling Inwoners, arbeidsplaatsen, autoverkeer

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 494