Bijlage III Wijk en Milieuprojecten Achtergrond Het project Wijk en Milieu bevordert duurzaam handelen op wijkniveau. Reeds in 2001 is een start gemaakt met een project. Hierbij speelt de gedachte dat de wijk de directe leefomgeving van inwoners is, de omgeving waarbij zij zich betrokken voelen. Juist de directe omgeving van mensen blijkt zeer bepalend te zijn voor hun mening en gedrag. De wijk is daarom een goede invalshoek voor de gemeente om met inwoners in gesprek te raken en met hen samen te werken aan leefbaarheid en duurzaamheid. Voor diverse onderwerpen in het Duurzaamheidsplan is de wijkgerichte benadering effectief. Dit geldt bijvoorbeeld voor afvalpreventie en -scheiding, zwerfvuil, geluidhinder en verkeerscirculatie, inrichting en onderhoud van openbaar groen, water- en energiebesparing, of het bij elkaar brengen van wonen, werk en zorg. Initiatieven van de wijk die passen binnen de beleidslijnen en projecten (collegeprogramma) van de gemeente daar willen we graag dat wijken zelf met initiatieven over komen. Afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie van het eerste Wijk en Milieuproject (Vosseparkwijk), is het voorstel om eind 2003 opnieuw twee projecten te selecteren uit initiatieven die dan vanuit wijken naar voren zijn geschoven. Doelen Het project Wijk en Milieu vergroot de betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van bewoners bij het verbeteren van het milieu in hun wijk. Het project beoogt concreet: de integratie van milieuthema's als energie, water, groenbeheer en afval op wijkniveau; het opdoen van ervaring met het gebruik van duurzaamheidsindicatoren op wijkniveau; de uitvoering van twee proefprojecten in nader te kiezen wijken; de opbouw van ervaring met duurzaamheid in de wijkgerichte aanpak en uitvoering in de gemeentelijke organisatie. Werkwijze Bij de uitvoering van projecten wordt samenwerking gezocht met de wijkpanels en andere partijen die actief zijn in de wijken. Door bewoners een actieve rol te geven bij initiatieven en de uitvoering van milieuactiviteiten in de wijk, wordt verwacht dat er een hoger rendement wordt bereikt. De aanpak zal zich moeten richten op het aanbieden van keuze alternatieven bijvoorbeeld voor de woning, bij het recreëren, in de aanschaf van voedsel en kleding, en bij de keuze voor een vervoermiddel. In het kader van het wijkbeheer zijn er voor de wijken in Leeuwarden al wijkschetsen, zogenaamde sterkte/zwakte analyses opgesteld. Deze kunnen dienen als uitgangspunten voor het kiezen van thema's die prioriteit hebben bij de wijkbewoners. Het is van belang om juist bij aanvang van een project bij deze prioriteiten aan te sluiten, omdat dan het project dan meer kans van slagen heeft. Het belangrijkste criterium is dat de gekozen thema's bij de bewoners leven. Na het eerste succes kunnen dan de wat complexere thema's worden aangepakt. Voorbeelden van projecten: Energie Een speciale actie voor de lage inkomensgroepen door energiebesparing (dus lagere rekeningen) te koppelen aan de aanschaf van milieuvriendelijke alternatieven. Deelname van een bepaalde wijk, straat, of een aantal huishoudens die voor een bepaalde periode werken aan energiebesparing en afvalpreventie. Als stimulans kan bijvoorbeeld een bepaalde bonus (energiezuinig witgoed artikel, aandeel in een zonnepaneel, of windmolen of waterpomp) worden aangeboden bij het halen van een bepaalde doelstelling. Hierbij kunnen dan andere partijen (winkeliers, energiebedrijf) betrokken worden. Andere activiteiten die aansluiten bij het thema energie en duurzaam bouwen zijn een workshop over duurzaam klussen en verbouwen, het starten van klussendienst in een wijk en de uitleen van gereedschap. Afval Uitwerken van het thema afval of zwerfvuil waarbij huishoudens worden aangespoord om zowel in het eigen huishouden als in de buurt andere/alternatieve en duurzamere keuzes te maken. Hierbij kunnen bestaande methoden en ideeën worden gebruikt. Jaarprogramma Duurzaamheid 2003 20 Andere kleinere projecten zijn wijkbrede schoonmaakacties, het opzetten van een afval inzamelpunt, een excursie naar een afvalverwerkend bedrijf of een hondenpoepproject. Groen Onderhoud en inrichting van het groen in de wijk, aansluiten bij de aanpak van BOR met de groenbeheerplannen en wijkgerichte tuincursussen. Kleine concrete activiteiten kunnen zijn het aanleggen van geveltuinen, veldwerkactiviteiten tijdens naschoolse opvang, wilgenknotacties, een educatief bomenpad of een boomadoptie actie. Verkeer Opstellen van bijvoorbeeld een fiets- en parkeerplan. Betrokken organisaties Bij de invulling van het project wordt er nauw samengewerkt met het wijkmanagement en Beheer Openbare Ruimte. De volgende externe partijen kunnen betrokken worden: buurthuizen, scholen, natuur- en milieuorganisaties, woningcorporaties, ondernemersverenigingen, energie- en waterbedrijven. Financiën Het streven is gedurende de looptijd van het duurzaamheidsplan jaarlijks twee projecten te starten. De benodigde personele inzet wordt gedekt uit reguliere middelen. Het budget voor elk te starten project is 17.500 35.000,- per jaar). Dit bedrag wordt gedekt uit de middelen duurzaamheidsplan (jaarschijven 2003, 2004 en 2005). Verder zal samen met genoemde partijen, gezocht worden naar mogelijkheden voor aanvullende financiering. Stappenplan Dit stappenplan wordt in principe per wijkproject doorlopen. 1) Initiatieffase - medewerking verkrijgen van belangrijkste partijen; - intentieverklaring opstellen met externe groepen; - instellen overleg/projectgroep; - aanwijzen projecttrekker. 2) Inventarisatiefase - gebruikmaken van bestaande wijkschetsen. 3) Prioriteitsstelling kiezen van één of enkele thema's die als speerpunten gaan fungeren. Het belangrijkste criterium is dat de gekozen thema's bij de bewoners leven; vasttellen doelstellingen per thema. Criteria voor keuze van thema's/projecten: het is snel te realiseren en haalbaar; het stimuleert partners en bewoners; er is zichtbaar resultaat op korte termijn; het milieu verbetert; het wordt gedragen door de bewoners; het is zinvol voor alle partners. 4) Wijkprojecten opstellen verzamelen informatie over voorgestelde thema's/speerpunten; zonodig uitbreiden projectgroep of partners; creëren van juiste voorzieningen in de wijk; publiciteit. 5) Evalueren Looptijd en vervolg Het project duurt in eerste instantie twee jaar. De start was na vaststelling van het DHP (juli 2001). De looptijd is dus van juli 2001 tot juli 2003. In deze periode zullen 4 wijkprojecten worden gerealiseerd. Na afloop volgt een evaluatie, met voorstellen voor een vervolg en implementatie in de organisatie. Jaarprogramma Duurzaamheid 2003 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2002 | | pagina 511