Dit bedrag is als volgt opgebouwd: - onderhoudskosten gebouwen 268.200,- - overige onderhoudskosten 115.370.- - vervangingsinvesteringen gebouwen 180.730,- - overige vervangingsinvesteringen 312.900.- 383.570,- 493.630.- totaal 877.200,- In bijlage 1 bij deze rapportage treft u de nadere specificatie van de gepleegde onderhouds - en vervangingsinvesteringen over de afgelopen jaren aan. Doordat in de oorspronkelijk ingediende jaarrekeningen bovengenoemde investeringen verantwoord werden in de jaarlijkse rekening van baten en lasten en niet ten laste gebracht werden van de egalisatiereserve c.q. oorspronkelijk in 1995 verstrekte gemeentelijke bijdrage van 533.000,-) is verondersteld dat de huidige liquide middelen het restant vormden van de oorspronkelijke gemeentelijke bijdrage. Doordat thans kan worden geconcludeerd dat het bestuur van de ijshal in de afgelopen jaren ruim 877.000,- besteed heeft aan het wegwerken van achterstallig onderhoud kan tevens vastgesteld worden dat daarmee ook voldaan is aan de oorspronkelijke voorwaarde die de raad in 1995 heeft gesteld aan de door haar verstrekte éénmalige gemeentelijke bijdrage ad 533.000,- (fl. 1.175.000,-). Bij de verstrekking van deze bijdrage in 1995 is destijds gesteld dat dit bedrag besteed diende te worden aan het wegwerken van achterstallig onderhoud en noodzakelijke vervangingsinvesteringen. De huidige beschikbare liquide middelen van de stichting van circa 360.000,- zijn dus niet de gereserveerde middelen uit de oorspronkelijke gemeentelijke bijdrage maar zijn opgebouwd uit enerzijds de positieve exploitatieresultaten in de beginjaren 1995 tot 1999) en ontvangen sponsorbijdragen. Bij brief d.d. 5 april 1995 heeft de gemeente een bijdrage verleend van 1.175.000,- 533.000,-) aan de Stichting Ijshal met het oog op de continuering van de mogelijkheid voor het overdekt beoefenen van de ijssport. Als voorwaarde daarbij is gesteld dat de verstrekte bijdrage terugbetaald dient te worden indien binnen 25 jaar de stichting wordt ontbonden of binnen die termijn de ijshal als zodanig niet meer wordt gebruikt. Deze verplichting is voor het bestuur van de Stichting IJshal een punt van zorg en een probleem bij het besteden van de reserves en/of het aantrekken van vreemd vermogen. Het bestuur acht de terugbetalingsverplichting een risico: gelet op de gehanteerde formuleringen mag men er van uitgaan dat de gemeente bij beëindiging van het gebruik van de ijshal geld terugvordert. De bank beoordeelt bovendien de vordering van de gemeente als preferent en is daardoor niet bereid grote risico's te nemen bij het verstrekken van forse geldleningen.( mede gelet op de negatieve exploitatieresultaten over de afgelopen jaren). Gesteld mag worden dat de onderdelen 2, 3 en 4 van het in de motie geformuleerde besluit (betrekking hebbend op te stellen voorwaarden bij het schrappen van de terugbetalingsverplichting) gebaseerd zijn op een verkeerde veronderstelling, nl. de veronderstelling dat de gemeentelijke bijdrage (grotendeels) nog niet zou zijn besteed. Nu vaststaat dat de gemeentelijke middelen zijn besteed in overeenstemming met het doel waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld en het thans stellen van aanvullende voorwaarden omtrent de besteding van de huidige liquide middelen niet aan de orde kan zijn (c.q. niet juridisch afdwingbaar kan zijn), kan worden vastgesteld dat betreffende onderdelen van de motie niet kunnen worden uitgevoerd. Uitvoering van het eerste onderdeel van het besluit dat zegt "af te zien van de terugbetalingsverplichting" kan wel worden uitgevoerd. De vraag die gesteld kan worden is of dat wenselijk moet worden geacht. Van belang is daarbij stil te staan bij de (vermoedelijk) belangrijkste overwegingen om die terugbetalingsverplichting op te nemen, nml. het voorkomen dat bij eventuele verkoop van het complex de verstrekte gemeentelijke bijdrage zou weglekken" zonder dat de gemeente (een deel van) de beschikbaar gestelde middelen terug zou kunnen ontvangen. Daarbij moet worden bedacht dat de gemeente naar verwachting in redelijkheid dat deel van de subsidie zou terugvorderen wat in de gegeven situatie in redelijkheid teruggevorderd zou kunnen worden, m.a.w. rekening houdend met afschrijvingen en omstandigheden.( jaarlijkse afname 4% per jaar van de hoofdsom) Achteraf gezien had die bepaling wellicht anders moeten luiden. De gemeentelijke bijdrage is verstrekt in 1995 en slechts deels besteed aan vervangingsinvesteringen (rest aan groot onderhoud). Alleen voor dat deel zou nog sprake kunnen zijn van invloed op de 'dagwaarde' van het pand en de installaties. Gesteld mag worden dat de gemeentelijke bijdrage is besteed in overeenstemming met het doel waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld. Gelet hierop en op de periode die is verlopen sinds het moment waarop de middelen beschikbaar zijn gesteld, c.q. de investeringen zijn gepleegd wordt het college geadviseerd in te stemmen met het schrappen van de bepaling. Daarmee wordt naar verwachting tegemoet gekomen aan wat de raad met de motie wenste te bereiken, ook in ogenschouw nemend hetgeen hiervoor is gesteld ten aanzien van het niet kunnen uitvoeren van het overige deel van de motie. Om de stichting IJshal tegemoet te komen kan de passage met betrekking tot de terugbetalingsverplichting in de akte van het recht van opstal geschrapt worden. Geadviseerd wordt deze zienswijze te onderschrijven en de raad hieromtrent te informeren. 4. De terugbetalingsverplichting 5. Uitvoering van de motie. 5.1 Te stellen voorwaarden 5 2 Afzien van terugbetalingsverplichting

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 109