6
Een specifieke categorie vormen de balkon- en galerijtuinen.
Juist als je in een flat woont is het vaak extra de moeite waard om het balkon, galerij of
trappenhuis om te toveren in een bloemrijk geheel. Wat hiervoor over 'venstertuinen' werd
opgemerkt, geldt zeker ook voor flats. Ook in deze sfeer kan de gemeente tijdelijk een
stimulerende rol spelen door:
de publieke discussie aan te zwengelen,
de voorlichtingscampagne ook tot de bewoners van flats uit te strekken, en
bijvoorbeeld het gesprek aan te gaan met de woningbouwverenigingen de totstandkoming
van balkon- en galerijtuinen te bevorderen.
Deze laatste aandachtspunten raken de rol die de gemeente rond dit onderwerp kan spelen.
Vast staat dat het de bewoners zelf zijn die de aankleding van hun eigen gevel, balkon of
galerij moeten zien zitten. De PvdA is ook beslist geen voorstander van een betuttelende
overheid, die wel even voorschrijft wat goed is voor de inwoners. De vrijheid van een ieder
om hier wel of niet aan mee te doen staat dan ook buiten kijf.
De rol van de gemeente moet zich om die reden beperken tot positief stimuleren en
faciliteren. Maar dat is daarom nog niet onbelangrijk.
Zo kunnen we ons goed voorstellen dat de gemeente de suggestie bij de
woningbouwverenigingen onder de aandacht brengt hoe men in nauwe samenspraak met de
bewoners, huurdersverenigingen, gebruikersgroepen e.d. faciliteiten kan bieden waardoor
huurders zich gestimuleerd voelen om meer dan in het verleden met hun directe
woonomgeving aan de slag te gaan. Bij faciliteiten kan men bijvoorbeeld denken aan stevige
kortingsacties van tuincentra voor huurders van een woningbouwvereniging in een tevoren
vastgelegde periode. Niemand is verplicht om van die faciliteiten gebruik te maken maar het
feit dat deze er zijn kan wel stimulerend werken op het daadwerkelijk opfleuren van de
woonomgeving.
Zo is het in de ogen van de PvdA ook goed denkbaar dat in sommige gevallen bewoners
samen met de gemeente of de woningbouwvereniging een stukje openbaar groen
onderhouden.
In de praktijk gebeurt het al wel dat er stilzwijgende of expliciete afspraken zijn gemaakt
tussen bewoners en betrokken instanties over onderhoud van een 'overhoekje', dat geen
eigendom is van een burger maar waar deze toch graag onderhoud pleegt. Wat ons betreft kan
dat nog wel meer gestimuleerd worden.
Als bijvoorbeeld een of meer burgers ideeën hebben om een stukje openbaar groen, waar vaak
onkruid groeit of zwerfvuil inwaait, wat kleurrijker en aantrekkelijker te maken door zelf de
handen uit de mouwen te steken, moet men tevoren natuurlijk wel toestemming vragen maar
daar past wat ons betreft een ruimhartige 'ja, tenzij-houdingbij. Het kan verstandig zijn om
de dan te maken afspraken even bondig vast te leggen.
Die ruimhartige houding wordt ook in Haarlem gepraktiseerd, al heeft men ook rond het
onderhoud van openbaar groen een aantal spelregels geformuleerd. Deze zijn de volgende:
1) Neem eerst contact op met gemeente of woningbouwvereniging; geef de plannen aan die
men met een specifiek stukje openbaar groen heeft; in een groencontract worden
afspraken vastgelegd.
2) Het openbaar groen moet voor iedereen toegankelijk blijven.
3) Private plannen moeten stroken met de uitgangspunten van de gemeente of de
woningbouwvereniging; de laatsten blijven eigenaar (tenzij verkoop geen bezwaar
oplevert) en het stukje groen moet dus zijn huidige groenfunctie behouden.
Speciale aandacht verdient in dit verband de zogenaamde 'boomrondeEen boomronde is het
stukje groen rondom de stam van een boom in de publieke ruimte. Zo stimuleert de gemeente
Haarlem dat bewoners deze boomronde gebruiken deze te beplanten met planten, perkgoed of
7
bollen. Ook op die manier kan men 'kleur voor de eigen doordeur' aanbrengen. Ook hiervoor
moet men weer spelregels formuleren. Deze komen deels overeen met de zonet genoemde
maar daarnaast zijn spelregels belangrijk, die te maken hebben met handhaving van de
gezondheid van de boom (voorkomen van beschadigingen aan de wortelhals e.d.).
Bij al deze kwesties is het van belang dat de gemeente de bewoners met groenadviezen
terzijde staat. Dit leidt tot een relevante vervolgvraag: hoe gaat de gemeente organiseren dat
elke burger weet bij wie man voor adviezen terecht kan?
(Klaas: ik ken de werkwijze van de gemeentelijke groenafdeling niet; dit svp nader in- of
aanvullen/wijzigen).
Volgens de PvdA is het van belang dat zowel de bestaande groenteams de deskundigheid in
huis hebben om bewoners met adviezen terzijde te staan (dicht bij de burger op locatie) als dat
de gemeente beschikt over een 'Groenraadsman'. Bij deze functionaris moet elke burger
terecht kunnen met vragen over de inrichting van en spelregels bij gevel-, venster- en
galerijtuinen maar, wat ons betreft, ook in bredere zin met vragen over tuinieren. Bijvoorbeeld
door een vaste middag per week spreekuur te houden. Bij deze functionaris moet men ook
terecht kunnen voor wensen, ideeën en klachten over het openbaar groen. Op verzoek kan
deze informatiebijeenkomst in buurten en wijken verzorgen over dit onderwerp.