van klimatologische veranderingen er meer ruimte voor waterberging nodig is. Zonder te overdrijven achten wij het een plicht voor het openbaar bestuur hiermee rekening te houden. IMaar onze mening kunnen wij in de toekomst niet volstaan met het bouwen van één of meer extra gemalen en het verhogen van kaden en oevers. Met name bij plotselinge extreme hoeveelheden water zal extra bergingscapaciteit nodig zijn. Primair zullen voor retentie natuurgebieden in aanmerking komen en pas daarna - liefst op basis van vrijwilligheid - agrarische grond. In welke mate en op welke termijn agrarische grond aan haar bestemming moet worden onttrokken valt niet precies te overzien. Wij stemmen in met de suggestie om de gebieden voor waterretentie minder prominent in beeld te brengen. Inmiddels zijn wij in staat het gebied dat als zoekgebied op de kaart is aangegeven aanmerkelijk te verkleinen (aanpassing kaart) Ook in de tekst zal dit aangepast worden. Tot 2030 kunnen we uit de voeten met meer gemaalcapaciteit en meer retentie in natuurgebieden. In 2005 weten we hier meer over. Ten aanzien van de passage over de schaderegeling merken wij op, dat wij daarover op dit moment niet meer duidelijkheid kunnen geven, omdat een wettelijke regeling nog ontbreekt. De Regiovisie wijst op het belang van waterretentie in verband met klimatologische veranderingen. Een IJsselmeerpolder voor waterretentie achten wij een te forse ingreep en derhalve geen reële optie. Overigens zijn wij van mening dat het water ook kansen biedt in de vorm van aantrekkelijke combinaties met de agrarische sector, de recreatie en wonen. Landbouw Wij merken op, dat de scheiding tussen oost en west gebaseerd is op een verschil in grondsoorten. Het open kleigebied in het westen en noorden van de Regio is wezenlijk anders dan het veenweidegebied en zandgrondengebied in het oosten van de Regio. De Regiovisie schetst voor het oosten van de Regio andere ontwikkelingsmogelijkheden dan voor het westen en noorden. Daarmee wordt niet bepaald hoe een individueel bedrijf zich verder zal ontwikkelen. De Regiovisie laat voor individuele bedrijven alle ruimte, mits de kernkwaliteiten niet worden aangetast. Wel vinden wij het van belang om de grootschalige landbouw 26 in het westen en noorden van de Regio te faciliteren door middel van een extra inzet door de lokale overheden van het bestaande instrumentarium. In het algemeen zullen bij de ontwikkeling van bedrijven en het verlenen van vergunningen de gebiedseigen randvoorwaarden worden betrokken. Wij zijn van mening de Regiovisie de groei van bedrijven niet aan banden legt: ontwikkelingen in de EU en op het gebied van milieuwetgeving spelen daarin een veel grotere rol. Wat de glastuinbouw betreft merken wij op dat de afweging tussen economie en natuur/landschap op basis van nader onderzoek (MER-studie) op een later tijdstip moet worden gemaakt. Wij vinden het uitsluiten van deze ontwikkeling op dit moment prematuur, mede omdat de ontwikkeling aansluit bij de visie om grootschalige landbouw in het Noorden en Westen de ruimte te geven en bij het uitgangspunt te streven naar een complete regio. In de Regiovisie is aangegeven dat een verdere ontwikkeling van de glastuinbouw gevolgen heeft voor woningbouw in het noorden van de regio (inclusief de gemeente Het Bildt) 2. (reacties: Franeker, Groene coalitie) Ten aanzien van de verzilting van grond merken wij op, dat in de Regiovisie wordt aangegeven dat verzilting een probleem is, waarvoor een oplossing moet worden gezocht. Naast doorspoelen met oppervlaktewater is oorzaakbestrijding nodig. Daarbij wordt als laatste mogelijkheid de acceptatie van brakke en zoute kwelgebieden genoemd. Wij zijn het in zoverre met inspreker eens dat acceptatie een laatste mogelijkheid is en de betreffende kwelgebieden zeer beperkt van omvang moeten zijn. Over de verantwoordelijkheid voor verzilting laat de Regiovisie zich niet uit, omdat die minder eenduidig is dan inspreker stelt. Wonen Wij merken op, dat er een onbalans is in de woningmarkt in deze Regio. Door middel van afspraken en contingentering wordt getracht de woningmarkt meer in evenwicht te brengen. Duidelijk is dat niet alleen voor de midden- en hogere segmenten van de markt gebouwd moet worden, maar dat ook voor de lagere segmenten gebouwd moet blijven worden, maar niet alleen in het stedelijk gebied. Kwaliteit 27 1. (reacties: Fde Wolf, Harlingen, Grou, Franeker, Burgum, Beetgumermolen, Leeuwarden, PvdA-fractie Menaldumadeel, Het Friesch Grondbezit, Groene coalitie, VMD) Insprekers zijn van mening dat de scheiding tussen oost en west niet goed is voor de ontwikkeling van de landbouw; de groei van ondernemingen moet niet door de regiovisie aan banden worden gelegd. Men pleit voor bedrijfsontwikkeling met inachtneming van de gebiedseigen randvoorwaarden op gebied van natuur, milieu en landschap. Inspreker vindt verdere ontwikkeling van de glastuinbouw rond Berlikum niet vanzelfsprekend; men vindt dat voldoende draagvlak in de omgeving een belangrijke voorwaarde is. REACTIENOTA REGIOVISIE STADSREGIO LEEUWARDEN EN WESTERGOZONE, AUGUSTUS 2003 Inspreker is tegen acceptatie van verzilting en is van mening dat de verantwoordelijkheid daarvoor genomen moet worden door de gas- en zoutwinbedrijven. 1. (reacties: Leeuwarden, VMD) In spreker vraagt aandacht voor sociale component van volkshuisvesting; inspreker is tegen het ontwikkelen van "eilanden voor rijken". 1. (reacties: Franeker, Mantgum, Leeuwarden, Stichting Kingmastate, Gemeente Het Bildt, Groene Coalitie, VMD) REACTIENOTA REGIOVISIE STADSREGIO LEEUWARDEN EN WESTERGOZONE, AUGUSTUS 2003

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 217