3. ACTIVITEITENPROGRAMMA
3.1. De rol van de gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van Permanente
Verkeerseducatie op lokaal niveau. Dat wil echter niet zeggen dat de gemeente alles op
het gebied van Permanente Verkeerseducatie zelf moet organiseren en uitvoeren.
Diverse organisaties en instellingen spelen hierbij een rol.
De gemeentelijke taak kan als volgt gedefinieerd worden:
"De gemeente heeft de leiding in het lokale proces om te komen tot een sluitende
aanpak van PVE".
3.2. Wat gaan we doen?
Voor alle in het voorgaande genoemde leeftijdscategorieën bestaan diverse activiteiten
die aansluiten bij de doelstelling. Er moeten daarom keuzes gemaakt worden.
Daarbij is het van belang om altijd bewust te zijn van het hogere doel, namelijk het
verminderen van het aantal verkeersslachtoffers. Gezien het feit dat verkeersslachtoffers
in Leeuwarden in hoge mate vallen onder de jonge bestuurders van een brom-/snorfïets
(meer dan landelijk of provinciaal) zal Leeuwarden zich in hoofdzaak richten tot de
doelgroepen die al tot, of binnen een paar jaar tot de groep jonge bestuurders (gaan)
behoren. Het gaat er daarbij om deze jonge verkeersdeelnemers bewust te maken van
het gevaar in het verkeer, dat overal op hen loert. Defensief gedrag kan veel ellende
voorkomen. Dat vraagt echter een verandering van attitude in het verkeer van de
verkeersdeelnemers in de leeftijdsklassen van 4-12 en 12-16 jaar.
De maatschappij als geheel zal het meeste baat hebben bij een socialer verkeersgedrag
van de genoemde leeftijdscategorieën.
8
In overleg met het ROF is voor Leeuwarden een activiteiten pakket samengesteld
waarvan we denken dat de activiteiten een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan de
doelstelling. In het navolgende worden de maatregelen nader toegelicht.
3.2.1. Kinderen van 0 tot 4 jaar
Kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en het consultatiebureau kunnen een grote rol
spelen bij het informeren van ouders en verzorgers in de eerste fase van de verkeers-
opvoeding.
Tijdens informatiebijeenkomsten kunnen ouders en verzorgers van de kinderen in deze
leeftijdscategorie informatie krijgen over zintuiglijke ontwikkeling, hoe en welke
motorische vaardigheden ze de kinderen kunnen aanleren en dergelijke. Waarschijnlijk
is het nog belangrijker dat ouders zich het belang van (goed en fout) voorbeeldgedrag
realiseren.
Passende activiteiten zijn:
Ouderbijeenkomsten rondom het thema kind en verkeer (via de peuterspeelzalen)
Naast het hoofdthema van goed voorbeeldgedrag wordt verteld hoe ouders hun
kleine kinderen veilig kunnen vervoeren. Ze komen bijvoorbeeld met de
beentjes tussen de spaken of zijn een "los projectiel" bij een noodstop met de
auto, met alle gevolgen van dien. Welke soorten zitjes zijn er, aan welke eisen
moeten zitjes voldoen en voor welke leeftijd zijn ze geschikt?
De invulling van de avond wordt verzorgd door GCO. De kosten zijn 75,-
per avond. Daar een kind meestal enige jaren op een peuterspeelzaal zit, is één
avond per driejaar per peuterspeelzaal in principe voldoende.
Via de consultatiebureaus kunnen relevante folders worden uitgegeven.
3.2.2. Basisonderwijs 4 tot 12 jarigen
Vanaf het 4e jaar spelen basisscholen naast de ouders en verzorgers een belangrijke rol
bij de verkeersopvoeding. Gaandeweg deze periode wordt het kind begeleid naar
zelfstandige deelname in het verkeer wat in de buurt, wijk en schoolomgeving begint.
Voordat het kind zich zelfstandig op de fiets in het verkeer kan begeven, zal het eerst de
basisvaardigheden uitgebreid moeten oefenen; eerst in een beschermde omgeving en
later onder begeleiding. Zowel de school als de ouders hebben hierin een bepalende rol.
De theoretische instructie in de klas, welke met de juiste lesmethode onderwezen dient
te worden, is alleen niet voldoende om het juiste gedrag aan te leren. Praktisch
verkeersonderwijs is daarbij noodzakelijk.
Op de meeste basisscholen binnen de gemeente Leeuwarden wordt naast het verplichte
verkeersonderwijs ook theorie en praktijk examen afgenomen. (In de stad wordt bij 83%
en in de dorpen bij 25% van de basisscholen verkeersexamen afgenomen). Voor de
kinderen is dit de gelegenheid om hun verkeerskennis, -inzicht en -vaardigheden te
toetsen. De school krijgt inzicht in de resultaten van de verkeerseducatie. Het
verkeersexamen heeft uitsluitend nut als de kinderen tijdens de jaren op de basisschool
goed verkeersonderwijs hebben gehad.
Bij de ouders van de leerlingen van de basisscholen willen we zorgen voor
bewustwording van het gevaar dat het van en naar school gaan met zich brengt.
Theoretische verkeersexamens praktische verkeersproef
Leeuwarden zal proberen te bewerkstelligen dat op 100 van de basisscholen
beide verkeersexamens afgenomen worden. Hiertoe zal de afdeling onderwijs bij
het reguliere overleg met de directie van de basisscholen die scholen die nog geen
examens afnemen stimuleren dat wel te gaan doen. In de kosten voor de
verkeersexamens geeft de gemeente een subsidie van 75% van de kosten voor het
houden van de examens 2,25 per leerling).
9