Kademota Integrale en Programmatische Handhaving Gemeente Leeuwarden 1.3 Afbakening De wet- en regelgeving leidt tot een zeer omvangrijk arsenaal van te handhaven voorschriften. Enige afba kening en prioritering op basis van relevantie voor de gemeente is noodzakelijk. Deze kademota heeft met name betrekking op de terreinen Brandweer, Milieu, Juridische en Veiligheidszaken, Beheer Openbare Ruimte en Bouwen en Wonen. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de wet- en regelgeving die ten grondslag ligt aan de uitvoering van de handhaving. Brandweer Milieu Juridische en Veiligheidszaken Woningwet Wet milieubeheer Brandweerwet Wet milieubeheer Wet bodembescherming APV Bouwstoffenbesluit Wet op de kansspelen Gemeentewet APV Drank- en horecawet Opiumwet Beheer Openbare Ruimte Bouwen en Wonen APV M arktverorden ing Wet op de openluchtrecreatie T elecommunicatieverordening Begraafplaatsverordening Verordening uitstallingen en losse reclameborden bij winkels Woningwet Huisvestingswet en -verordening Monumentenwet Monumentenverordening Wet op de ruimtelijke ordening Bestemmingplannen APV Bouwstoffenbesluit Tabel 1: Wet- en regelgeving In hoofdstuk 2 is de hoofdprioritering aangegeven. In het bij deze nota behorende Meerjarenprogramma wordt die prioritering per beleidsterrein nader geconcretiseerd. Met betrekking tot het terrein van het Beheer van de Openbare Ruimte is inmiddels besloten tot het instel len van een "handhavingsunit openbare ruimte". In deze unit worden alle vergunningverlenende en toe zichthoudende functies die betrekking hebben op de openbare ruimte samengebracht. In deze eenheid wordt ook de "Parkeerpolitie" ondergebracht. Naar verwachting is deze eenheid in het le kwartaal van 2004 tot stand gebracht. In deze nota is de handhaving van de openbare orde en de daarmee samenhangende veiligheidsaspecten buiten beschouwing gelaten. Deze terreinen zijn wettelijk toegewezen aan de driehoek van Burgemeester, Politie en Justitie. Alhoewel het hier gaat om een gemeentelijke taak, behoort de uitvoering van de handha ving daarvan over het algemeen niet tot het gemeentelijk apparaat. Alle overige taken op het terrein van de openbare veiligheid behoren wel tot de competentie van het gemeentelijk apparaat en zijn onderdeel van het in deze nota verwoorde handhavingsbeleid. 8 Kademota Integrale en Programmatische Handhaving Gemeente Leeuwarden HOOFDSTUK 2: KADERS VOOR HANDHAVING 2.1 Doel Handhaving heeft tot doel de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen en meer in het bijzonder illegale en/of onveilige situaties te voorkomen en ongedaan te maken. Daarmee wordt het behoud of een verhoging van de omgevingskwaliteit en het leefmilieu bereikt zodat dit bijdraagt aan het woon-, werk- en leefplezier in een veilige omgeving. 2.2 Prioriteiten De prioriteiten in de uitvoering van handhaving worden bepaald door: 1Bedreiging van veiligheid/gezondheid 2. Aantasting van de ruimtelijke en cultuur historische kwaliteit 3. Kans op overlast 2.3 Uitgangspunten voor handhaving Voor de inrichting en uitvoering van de handhaving waarvoor de gemeente verantwoordelijk is gelden de volgende uitgangspunten: Wet- en regelgeving dient te worden nageleefd. Bij geconstateerde overtredingen wordt handhavend opgetreden. Gestreefd wordt naar actieve handhaving. Dat wil zeggen dat de gemeente een actief preventief toe zicht op de naleving houdt. Vanzelfsprekend zal de gemeente daarnaast ook reageren op meldingen en signalen van burgers en bedrijven, door het uitoefenen van reactief toezicht. Gelet op de omvang van de regelgeving en voorschriften, kan in verband met de beperkte middelen, niet alles tegelijk op hetzelfde handhavingniveau worden gebracht3. In het meerjarenprogramma zullen prioriteiten worden aangegeven van die terreinen waarop de gemeente actief preventief toezicht zal uitoefenen. Op de andere terreinen zal het toezicht reactief (aan de hand van meldingen en klachten) plaatsvinden. Het meerjarenprogramma wordt jaarlijks door het College vastgesteld. Ingezette handhavingtrajecten worden in principe afgemaakt. Handhavingtrajecten die vallen binnen de prioriteiten hebben daarbij voorrang. Dit uitgangspunt in combinatie met de beschikbare (beperkte) middelen kan er toe leiden, dat op terreinen waaraan lage prioriteit is toegekend, niet of pas later hand havend wordt opgetreden. Over zaken waarin (nog) niet gehandhaafd wordt, wordt separaat gerappor teerd.4 3 De beperkte middelen nopen tot het stellen van prioriteiten. Vooruitlopend op het vaststellen van het meerjarenprogramma wordt in bijlage 1 aangegeven aan welke handhaving actief aandacht wordt besteed en aan welke reactief. 4 Zie eveneens bijlage 1 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 415