4 Belastingtijdvak Artikel 7 Het belastingtijdvak is gelijk aan het tijdvak als bedoeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel Wijze van heffing Artikel 8 1. De precariobelasting waarvoor een jaartarief geldt, wordt geheven bij wege van aanslag. 2. Belastingaanslagen van minder dan 9,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag. Ontstaan van de belastingschuld Artikel 9 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belasting jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaan- den overblijven. 3Indien de belastingplicht in de loop van het belasting jaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalender maanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 9,00. 4De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een j aar 5 Tijdstip van betalen en betaling in termijnen Artikel 10 1. De precariobelasting moet worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet dan wel op het moment waarop een aanvraag voor het hebben van voorwerpen is ingediend, dan wel het hebben van voorwerpen, een aanvang heeft genomen; 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, ingeval het bedrag van de aanslag of het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen 10.000,- of minder bedraagt, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Artikel 11 Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van precariobelasting Citeertitel Artikel 12 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening precariobelasting Leeuwarden 2004". Inwerkingtreding Artikel 13 1. De "Verordening precariobelasting Leeuwarden 2003", vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2002, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voordien hebben voorgedaan. 2Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 468