Blad 2 deel van het gebiedje, dat zoals gezegd eigendom is van de gemeente Nu de situatie zich voordoet dat het gebiedje bebouwd kan worden, ontstaat voor de gemeente de gelegenheid om de oorspronkelijke gedachte om ter plaatse woningbouw mogelijk te maken, weer op te pakken. Goutum-Noord kan nu in die visie worden afgerond. Een en ander betekent wel dat de huidige bestemming dient te worden gewijzigd resp. een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dient te worden gevolgd. Bij de motieven om het gebiedje alsnog een woonbestemming te geven speelt dus vooral een rol het oorspronkelijke uitgangspunt om ook hier een "eiland" te realiseren, zodat er een goede aansluiting ontstaat met de rest van het gebied. Hierbij komt dat het gebied in de ogen van de gemeente in zekere zin een rafelige afsluiting vormt van deze woonwijk. Door de aan te leggen waterpartij en door de realisering van woningen ter plaatse wordt het beeld van Goutum aan de oostkant op een fraaie wijze afgerond en wordt een verantwoorde afsluiting aan de verschillende bouwfases van Goutum-Noord gegeven. De voorgestelde woningtypen bieden een gevarieerd en hoogwaardig bebouwingsbeeld. Hiervoor is reeds aangegeven dat de huidige bestemming dient te worden gewijzigd, resp. een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid WRO dient te worden gevolgd. In dit geval is gekozen voor een vrijstellingsprocedure. Ruimtelijke onderbouwing De ruimtelijke onderbouwing wordt o.a. gevormd door dit raadsvoorstel plus bijlagen, waarbij wij m.n. het oog hebben op hetgeen hiervoor onder Inleiding/geldend bestemmingsplan is opgemerkt. Daarbij is o.a. gesteld, dat door de realisering van woningen ter plaatse het beeld van Goutum aan de oostkant op een fraaie wij ze wordt afgerond en een verantwoorde afsluiting aan de verschillende bouwfases van Goutum-Noord wordt gegeven. Daarnaast is deze locatie vanwege situering en aanwezigheid van voorzieningen zeer geschikt voor woningbouw. Samenvattend zijn wij van oordeel dat de geplande woonbebouwing uit planologisch/stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar moet worden geacht Inspraakprocedure Op grond van artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is bij een procedure ex artikel 19, lid 1 WRO een inspraakprocedure verplicht. Het schetsplan heeft ten behoeve van inspraak gedurende vier weken ter inzage gelegen. Er zijn ten aanzien van het schetsplan achttien brieven met inspraakreacties binnengekomen. De inspraakreacties met daarbij het commentaar van de gemeente zijn weergegeven op een bijlage. Blad 3 Alhoewel wij tot op zekere hoogte begrip kunnen opbrengen voor bepaalde argumenten van de insprekers, menen wij toch doorslaggevende betekenis te moeten toekennen aan de totstandkoming van woningbouw op deze plaats, waardoor tevens een fraaie afronding van Goutum-Noord ontstaat. Vrijstellingsprocedure Is een bestemmingsplan ouder dan 10 jaar en is er geen vrijstelling van de herzieningsplicht (artikel 33 WRO) verleend, dan kan geen vrijstelling worden verleend, tenzij een voorbereidingsbesluit is genomen of een ontwerp- bestemmingsplan ter inzage is gelegd. De ouderdom van een bestemmingsplan wordt bepaald aan de hand van het moment van het van kracht worden van het bestemmingsplan. Het Koninklijk besluit waarbij is beschikt op de beroepen ingesteld tegen het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten van dit bestemmingsplan, dateert van 23 november 1995, zodat de conclusie is dat het bestemmingsplan niet ouder is dan 10 jaar en voor het nemen van bijv. een voorbereidingsbesluit geen aanleiding is. Delegatiebesluit De gemeenteraad is volgens artikel 19, lid 1 WRO het bevoegde orgaan voor het verlenen van de vereiste vrijstelling. Volgens ditzelfde artikel is het echter ook mogelijk om de bevoegdheid voor het verlenen van vrijstelling en de vrijstellingsprocedure aan ons college te delegeren. Wij stellen u voor de verdere procedure overeenkomstig artikel 19a, dat wil zeggen het ter inzage leggen van het verzoek om vrijstelling, de beoordeling van eventuele zienswijzen, het aanvragen van een verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten, en het besluit omtrent vrijstelling, aan ons college te delegeren. Dit overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Conclusie Samengevat zijn wij van mening dat de geschetste ontwikkeling planologisch/stedenbouwkundig verantwoord moet worden geacht. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit. Leeuwarden, 4 december 2 0 03. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, drs. C.H.J. Brugman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 499