Blad 2 Thans verzoekt De Boer (opnieuw) via de ingediende bouwaanvraag medewerking te verlenen aan de realisatie van een manege Niet alleen de omvang maar ook de aard van de bebouwing was voor ons reden niet op het eerste verzoek in te gaan. De overwegingen die destijds golden zijn naar onze mening nog steeds van toepassing. Het perceel van aanvrager ligt aan het voeteneinde van het plangebied. Het perceel is te bereiken via een landweggetje van zeer bescheiden omvang. Wij achten het ongewenst, dat op dit afgelegen' perceel activiteiten, zoals een manege, worden ontwikkeld met te grote verkeersaantrekkende werking Tenslotte heeft bij de totstandkoming van het uitwerkingsplan overleg plaatsgevonden met familie De Boer. De gemeente heeft de mogelijkheden die het uitwerkingsplan biedt voor het houden van een camping grotendeels aangepast aan de hand van de wensen van familie De Boer. Gelet op het vorenstaande, is naar ons oordeel de bouw van de manege uit ruimtelijk en planologisch opzicht ongewenst. Zoals vermeld biedt het bestemmingsplan ter plekke bescheiden bebouwings- danwel uitbreidingsmogelijkheden. Alle gebouwen dienen gebouwd te worden binnen het op de plankaart aangeduide bouwvlak. Aangezien de bestaande bebouwing het overgrote deel van dit bouwvlak beslaat, is er nauwelijks ruimte voor uitbreiding. Overigens is het niet zo dat de gemeente geen oog heeft voor de belangen van de aanvrager. Om de familie De Boer ter wille te zijn, hebben wij reeds medewerking verleend aan de verbouw van een koeienstal naar een paardenstalOok hebben wij in 2 0 02 vrijstelling verleend van het bestemmingsplan en een bouwvergunning verleend voor de bouw van een veldschuur/werktuigberging Wij achten het niet wenselijk verdere afwijkingen van het recente uitwerkingsplan toe te staan. Wij zijn dan ook niet bereid medewerking te verlenen aan de bouw van een manege met een oppervlakte van ruim 1050 m2 Wij stellen u overeenkomstig artikel 19a, lid 3 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor om geen toepassing te geven aan artikel 19a, lid 4 (medewerking verlenen door middel van de vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19 WRO) en het vrijstellingsverzoek van de familie De Boer voor de bouw van een manege/oefenhal op het adres Suderbuorren 4 te Hempens af te wijzen. Tevens verzoeken wij u de juridische afwikkeling van deze afwijzing te delegeren aan ons college Blad 3 Wij stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd concept-besluit Leeuwarden, 4 december 2 0 03 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, M. de Boer, burgemeester, drs. C.H.J. Brugman, secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 502