Blad 2
De werking van de overeenkomst maakt dat over elk in
ontwikkeling te brengen project overeenstemming dient te
ontstaan. Feitelijk fungeert de vennootschap dan ook als
overlegorgaan tussen partijen om een bepaalde ontwikkeling
al dan niet aan te vatten. Op deze wijze kunnen ook
doelbewust keuzen worden gemaakt voor onrendabele
projecten. Dit alles betekent ten opzichte van een
afzonderlijke overeenkomst over de verwezenlijking van één
of meer projecten en welke bindend rechten en
verplichtingen oplegt, ontegenzeggelijk een voordeel.
De voorliggende overeenkomst biedt derhalve de mogelijkheid
om per project naar bevind van zaken te handelen. Hierbij
moet worden gedacht aan de omstandigheid dat de projecten
ook niet vaststaan tussen partijen. Ieder van hen heeft het
recht een project voor ontwikkeling voor te dragen dat dan
vervolgens op de in de overeenkomst omschreven werkwij ze
kan worden beoordeeld.
Met de bouw van 750 woningen in (binnen)stedelijke locaties
in de periode 2003-2015, waarvan 204 in de eerste tranche
lopend van 2003-2005, wordt een substantiële bijdrage
geleverd aan de woningbouwproductie. Door samenwerking met
(markt)partij en kan een routinematige aanpak van
woningbouwprojecten tot stand komen zonder dat de gemeente
daarbij de risico's loopt.
Middels deelname in de besloten vennootschap kan door de
gemeente mede sturing gegeven worden aan de ontwikkeling
van locaties op een wij ze die verder gaat dan haar
publiekrechtelijke taak.
Bovendien ontstaat hierdoor (financieel) de mogelijkheid
van het doen van kleinschalige ingrepen ter verbetering van
de stedelijke kwaliteit ook buiten de prioritaire
stedelijke vernieuwingsgebieden. Dit middels de inzet van
private middelen als onderdeel van de samenwerkings
overeenkomst en van gemeentewege de directe inzet van
alleen ISV-gelden voor een aantal sterk onrendabele
proj ecten.
Ook is het zo dat middels de samenwerkingsovereenkomst de
toegezegde compensatiebouw in belangrijke mate wordt
gerealiseerd in het reeds bebouwde gebied van Leeuwarden en
niet vooral of uitsluitend in de uitleggebieden. Door dit
zo te doen wordt ook de compensatiebouw een instrument in
of ten behoeve van de stedelijke vernieuwing.
Aantal van 7 50 woningen.
Het aantal van 750 te bouwen woningen is niet met name
opgenomen in de tekst van de overeenkomst. In deze tekst is
sprake van het aangaan van een duurzame samenwerking
teneinde een bijdrage te leveren aan het verhogen van de
woningbouwproductie in Leeuwarden.
In het overleg met Consortium Noord B.V. over de
overeenkomst is door alle partijen de intentie uitgesproken
tijdens de looptijd van de overeenkomst ongeveer 75 0
woningen in Leeuwarden te realiseren in zowel het bestaande
Blad 3
stedelijk gebied als in de uitleglocaties. Dit aantal is
gebaseerd op het uitgangspunt dat hierdoor een substantiële
bijdrage kan worden geleverd aan de woningbouwproductie
zonder dat hierdoor de ontwikkeling van woningbouwprojecten
in Leeuwarden door andere partijen onmogelijk wordt
gemaakt. Gezien de omvang van de projecten uit de eerste
tranche (204 woningen in de periode 2003-2005) en het
beoogde aantal uit de tweede tranche (151 woningen) lijkt
het aantal van 750 woningen zonder meer haalbaar.
Woningbouwproductie buiten de samenwerkingsovereenkomst.
Op grond van de samenwerkingsovereenkomst hebben zowel de
gemeente als de CHF en partners het recht om projecten op
de agenda van de b.v. te zetten. Besluitvorming over
uitvoering van (clusters van) projecten vindt plaats op
basis van unanimiteit. Indien de situatie aan de orde zou
zijn dat één of meer partijen het vehikel van de b.v.
alleen maar zullen gebruiken om verliesgevende projecten
gefinancierd te krijgen, dan heeft (hebben) de andere
partij(en) op basis van het unanimiteitsbeginsel de
mogelijkheid om de uitvoering van de projecten niet te
accepteren. De mate van succes van deze b.v. zal dan ook
voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de mate van
samenwerking van de betrokken partijen.
In principe hebben partijen overeenstemming over de
uitvoering van de le tranche. Nadat de raad is gekend in de
opzet van de b.v. en nadat een positief besluit is gevallen
over de inzet van de geoormerkte financiële middelen
(gedeeltelijke inzet grondopbrengsten en ISV-bijdrage) kan
in een aandeelhoudersvergadering van de b.v. een definitief
besluit worden genomen over de uitvoering van de tot deze
tranche behorende projecten.
In de le tranche brengen partijen de volgende projecten in:
de gemeente brengt de locaties Eeskwerd,
BoerhaaveschoolDe Bongert en Marnixschool in;
de CHF brengt de locaties Skrok VGO en Skrok Eesken in.
Met inachtneming van de in de B. en W. nota vermelde
voorwaarden van inbreng in de le tranche sluit alleen het
project Eeskwerd met een aanzienlijk tekort (het
projectresultaat, inclusief een beoogde ISV-bijdrage sluit
op meer dan 1,1 miljoen verlies). De ISV-bijdrage komt
uit de reservering van 1,21 miljoen voor de PPS-projecten
zoals deze in het herverdelingsvoorstel van de ISV-middelen
aan de raad is voorgesteld.
De gemeentelijke grondopbrengsten gerelateerd aan de
le tranche bedragen ca. 1,2 6 miljoen. De netto-opbrengst
t.b.v. het grondbedrijf (grondopbrengst minus boekwaarde)
bedraagt ca. 1,08 miljoen.
Uitgangspunt is alleen projecten uit te voeren die voldoen
aan de eisen van marktconforme prijs en kwaliteit. Een en