ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Toelichting Artikel 1: Toelichting Artikel 4: Toelichting Artikel 5: Toelichting Artikel 6: Toelichting Artikel 7: Notitie voor de periode tot 1 januari 2011 genoemde percentages. Bij aanvang van de sanering vanaf 1 januari 2011 zullen lagere percentages gaan gelden. In deze bepaling wordt een aantal in de navolgende bepalingen van de Subsidieverordening gebruikte begrippen, van een omschrijving voorzien. Een aantal van de omschrijvingen wijkt af van de omschrijving die wordt gebruikt in de Notitie. Dat is het gevolg van het feit dat voortschrijdend inzicht tot de conclusie heeft geleid dat de nu opgenomen omschrijving beter voldoet aan de bedoelingen die bij het formuleren van hetgeen in de Notitie is te lezen hebben bestaan, waarmee de nu opgenomen omschrijving bijdraagt aan de helderheid waaraan een Subsidieverordening, gelet op haar praktische bruikbaarheid, dient te voldoen. Voor wat betreft de omschrijving onder c. van het begrip Onderneming kan nog worden opgemerkt dat deze, zoals ook volgt uit de brieven van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 30 juli 2001 en de Directeur-Generaal Milieubeheer van zijn ministerie van 5 februari 2002, mede aansluit bij de omschrijving van dit begrip zoals die in de jurisprudentie in kader van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 en artikel 2 lid 1 onder d. van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 wordt gehanteerd. Onder Saneringskosten (onder g.) vallen onder andere de kosten van: voorbereiding van de sanering, voorzover na de verlening van de Subsidie in de zin van afdeling 4.2.3 Awb gemaakt, zoals: opstellen saneringsbestek, besteksraming en - gunning, draaiboek, advisering en aanschaffen, niet-duurzame kapitaalgoederen of de reële huurprijs daarvan, aanbesteding, advies keuze adviesbureau en budgetbewaking; uitvoering van de sanering, zoals: boringen, monsterneming, analyses, landmeten, pompen, graafwerk, damwanden, opvullen met schone grond, laden/lossen, transport, sloop/herstel, en bemaling; toezicht, technisch overleg, (eind)rapportage en evaluatie; tijdelijke beveiligingsmaatregelen en nazorg; - opslag en reiniging van de verontreinigde grond, en stort alleen indien het Servicecentrum Grondreiniging een 'niet-reinigbaarverklaring' heeft afgegeven. Het oordeel van het Servicecentrum Grondreiniging is niet vereist indien artikel 3 van de Regeling Beoordeling Reinigbaarheid Grond Bodemsanering (Staatscourant 2000, 121) van toepassing is; die in verband met sanering verschuldigd zijn op grond van andere verplichtingen (zuiveringslasten, stortingsrechten, nutsbedrijven, verzekeringen, vergunningen/ ontheffingen, leges, niet terugvorderbare BTW, kadastrale rechten); Netto-saneringskosten (onder h): Onder Samenloopkosten die in een ander verband reeds waren voorgenomen of verplicht, worden onder andere begrepen kosten van het bouwrijp maken, het graven van een bouwput, het slopen van opstallen, de taken voor waterleidingmaatschappijen voortvloeiende uit de Waterleidingwet. De omschrijving van het Schriftelijk verslag (onder i.) is opgenomen aangezien de vigerende Wet bodembescherming geen omschrijving van dit verslag (in het algemeen ook wel aangeduid als: evaluatierapport) kent, terwijl dit verslag, zoals uit de navolgende bepalingen blijkt, in deze Subsidieverordening een belangrijke plaats inneemt. Inhoud evaluatierapport zoals aangegeven in de Bodemsaneringsverordening van de gemeente: een beschrijving van de getroffen saneringsmaatregelen; een beschrijving van de kwaliteit van de bodem na het uitvoeren van (de fase(n) van) de sanering, waaronder mede begrepen een beschrijving van de aard en de omvang van de verontreiniging indien na de sanering verontreiniging in de bodem aanwezig is gebleven; indien de verontreinigde grond is afgegraven of het verontreinigde grondwater aan de bodem is onttrokken, de hoeveelheid, de kwaliteit en de bestemming van die grond onderscheidenlijk dat grondwater; indien ten behoeve van de sanering grond wordt aangevoerd de hoeveelheid, de kwaliteit en de herkomst van de aangevoerde grond; een evaluatie van de mate waarin de effecten van de getroffen saneringsmaatregelen overeenstemmen met de beoogde effecten; indien na de sanering nog verontreiniging in de bodem aanwezig is: een aanduiding dat de verontreiniging beperkingen in het gebruik met zich brengt, dan wel maatregelen noodzakelijk maakt; overzicht van gemaakte kosten samenhangend met de uitvoering van de sanering; overzicht van de (gemelde) afwijkingen ten opzichte van het saneringsplan; de datum waarop de feitelijke saneringswerkzaamheden zijn afgerond. Een aanvraagformulier dat als model kan dienen bij uitvoering geven aan de Subsidieverordening, is aan deze Subsidieverordening gehecht. De vermelde vereisten zijn ontleend aan artikel 4:2 Awb, alsmede aan het aan deze Subsidieverordening gehechte aanvraagformulier. De formulering van deze bepaling is gebaseerd op artikel 3:17 lid 2 Awb, waarin is te lezen dat het bestuursorgaan de aanvrager 'onverwijld' een bewijs van ontvangst van de aanvraag dient te zenden. In artikel 7.1 zijn de voorwaarden opgenomen waaraan (in ieder geval) dient te worden voldaan, wil de Subsidie kunnen worden toegewezen. Opmerking verdient het feit dat deze voorwaarden niet op alle punten overeenstemmen met de voorwaarden die in de Notitie zijn opgenomen. Zie daarover de Algemene toelichting. In de aanhef van artikel 7.1 wordt er voor alle volledigheid op gewezen dat mede het bepaalde in de artikelen 10.2, 10.3, 10.4 en 10.5 in acht dient te worden genomen. Artikel 7.2 vormt een nadere uitwerking van hetgeen in de Notitie, blz. 7, onder 7. Overdraagbaarheid van de aanspraak op medefinanciering, is te lezen, en heeft tot doel de aanspraak op medefinanciering onder een aantal nader omschreven voorwaarden ook in de interim-periode overdraagbaar te maken, in die zin dat degene die het bedrijfsterrein heeft verworven op een tijdstip nadat deze Subsidieverordening in werking is getreden aanspraak kan maken op een Subsidie van dezelfde omvang als waarop zijn voorganger recht had kunnen doen gelden. Een model van de in artikel 7.2 bedoelde Verklaring is aan deze Subsidieverordening gehecht. Artikel 7.3 is een uitwerking en verduidelijking van hetgeen in de Notitie, blz. 3, onder 5 over de reikwijdte van de regeling, is te lezen. Overeenkomstig het bepaalde in de Wet bodembescherming is als voorwaarde voor de subsidieverlening gesteld dat een saneringsplan -en daarmee een sanering- het gehele geval van ernstige verontreiniging in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2003 | | pagina 310