Herijking PD V/GD V -beleid gemeente Leeuwarden 2003
Herijking PD V/GD V -beleid gemeente Leeuwarden 2003
6. Conclusies en aanbevelingen.
eigendom en de noodzakelijke parkeervoorzieningen. Er is momenteel geen
aanzet in de leisure-sfeer. Aanhaken bij de aanwezige grootschalige winkels is
door de spreiding en de kwaliteit slecht te verwezenlijken. Genoemd kan worden
dat het idee om direct bij het station een megabioscoop te realiseren (genoemd in
de stadsvisie) door de beperkte ruimte veel (bouwtechnische) kunstgrepen vraagt.
Ruimte voor andere leisure ontbeert. Zoals in bijna elke situatie bij ontwikkeling
van grotere projecten moet het geldende bestemmingsplan worden aangepast.
Het Fee/Evenemententerrein;
voldoet aan vrijwel alle uitgangspunten. Met name de terreinen rond het
evenemententerrein zijn bijzonder geschikt. Ontsluiting vanuit de regio, parkeren
ruimte en flexibiliteit zijn nu reeds concreet aanwezig. Aanzetten in de sfeer van
leisure in de vorm van de evenementenhallen zijn aanwezig, hoewel de uitstraling
beter kan. Er mag van worden uitgegaan dat de vuurwerkproblematiek op korte
termijn wordt opgelost en om alle ruimte rond het evenemententerrein te benutten
zijn nog aanvullende verwervingen nodig. Het geldende bestemmingsplan vraagt
een relatief eenvoudige aanpassing. Bij benutting van het terrein van het Fee geldt
dat in het bijzonder.
Het voorgaande rechtvaardigt de conclusie om in eerste instantie de omgeving
van het Fec/Evenenmententerrein aan te wijzen voor de meer grootschalige
leisure-activiteiten. Er is voldoende ruimte, de bereikbaarheid is goed, er zijn
reeds aanzetten aanwezig en de grondprijzen maken een haalbare exploitatie
mogelijk.
Stadsontwikkeling en Beheer
team economie
versie 29 aug. 2003
pagina 24
Conclusies en aanbevelingen
Hieronder zijn de conclusies en aanbevelingen die voortkomen uit het
voorgaande samengebracht. Indien een onderwerp verdere actie c.q
besluitvorming vraagt is dit aangegeven.
De ontwikkelaar van de Centrale en de markt hebben tot op heden niet de
volledige ruimte te benut voor de invulling van de GD V-variant Leeuwarden
op de Centrale. Een belangrijke verklarende factor ligt in de huidige markt
voor GDV, die momenteel weinig dynamiek kent en in Friesland als dun
moet worden beschouwd. Daarnaast is het goed mogelijk dat geïnteresseerde
marktpartijen en de Centrale BV geen overeenstemming over vestiging
hebben kunnen krijgen.
In de binnenstad is vanaf 1997 geen nieuwe GDV gevestigd. De additionele
ruimte van 3500 m2 bvo GDV kan volgens de in 1997 ingezette lijn worden
toegevoegd aan de Centrale, (actiepunt; vraagt toepassing van de hiervoor
in het bestemmingsplan Kanaalweg opgenomen vrijstellingsprocedure)
De achterliggende marktfactoren leiden tot de conclusie dat het creëren van
een tweede GD V-locatie in Leeuwarden niet zinvol is en tot versnippering
leidt in plaats van synergie. Het Spoordok als een voor de hand liggende
locatie biedt bovendien te weinig ruimte en kan alleen op lange termijn en
dan ook nog tegen hoge kosten door herontwikkeling beschikbaar komen.
Bovenstaande betekent evenwel niet dat de resterende GD V-ruimte op De
Centrale zonder meer met andere branches kan worden ingevuld. Voor de
GDV-assortimenten, die misschien op grond van regionaal onderzoek en een
regionale structuurvisie nog iets zijn uit te breiden, is het opheffen van de
"monopoliepositie ongewenst en momenteel zelfs niet toegestaan door de
provincie. Het zal slechts leiden tot verbrokkeling en daarmee de
detailhandelspositie van Leeuwarden ondergraven.
Vestiging van mega-foodketens is niet wenselijk. Onderzoek leert dat deze
voorzieningen toch vooral lokale vraag lokken en geen regionale vraag.
Vestiging van een dergelijke voorziening zou alleen maar ten koste gaan van
de al aanwezige foodvoorzieningen in de directe omgeving. NB. Centrale B V
en individuele ondernemers in het winkelcentrum zoeken verdere invulling
buiten het "GD V-assortiment Leeuwarden" en in kleinere oppervlakten.
Hierover lopen zowel landelijk als in Leeuwarden rechtszaken. De
jurisprudentie zal duidelijk maken of de aanpak van de gemeenten en de
regelingen in de bestemmingsplannen stand houden Uitspraak in deze zaken
bepaalt ook in hoge mate de relevantie van de hier gegeven conclusies.
Stadsontwikkeling en Beheer
team economie
versie 29 aug. 2003
pagina 25