hem of haar niet her te benoemen op basis van de nu in te
voeren regel dat hij of zij na afloop van zijn of haar
lopende benoemingsperiode reeds 10 jaar of langer de
functie van babs uitoefent, oordeelt dat er een onzuiver
motief achter het ontslag van de babs zit.
3Benoemingsvereisten voor babsen
Zowel het functioneren van de zittende babsen als van de
nieuw te benoemen babsen wordt periodiek beoordeeld. In
formele zin gebeurt dit steeds na 5 jaar als moet worden
besloten of een babs wordt herbenoemd voor 5 jaar (behalve
als de maximale zittingstermijn erop zit) Bij de
beoordeling van het functioneren zal het oordeel van de
bruidsparen een belangrijke rol spelen.
Als eisen voor babsen gelden enkele zaken expliciet. Zo
moeten ze een aantoonbare binding met de Leeuwarder
samenleving hebben. Ook moeten ze het Fries en minimaal één
moderne vreemde taal kunnen spreken en verstaan. Deze eisen
gelden ook voor de zittende babsen. Overigens vormen deze
'taaleisen' geen problemen voor de zittende babsen.
Er zal naar worden gestreefd het team van babsen een zo
goed mogelijke afspiegeling te laten zijn van de bevolking
van de gemeente Leeuwarden.
4. Gewetensbezwaren bij zittende babsen
Na de procedures rond de gewetensbezwaren van één van de
babsen van de gemeente Leeuwarden moet worden besloten hoe
hiermee in de toekomst om te gaan. Ambtelijk wordt
geadviseerd om voor zittende babsen de mogelijkheid voor
gewetensbezwaren op basis van religieuze achtergronden
t.a.v. het voltrekken van een huwelijk of het registreren
van een partnerschap tussen mensen van hetzelfde geslacht
open te houden. In Leeuwarden zijn voldoende babsen die een
dergelijk huwelijk wel willen sluiten of een dergelijk
partnerschap wel willen registreren. Wanneer dat het geval
is, moet hiermee op een praktische wijze worden omgegaan.
Dit op basis van een in 1994 door de Centrale Raad van
Beroep gedane uitspraak in een kwestie waarin ook de
geloofsovertuiging van een ambtenaar het hem verhinderde de
hem opgedragen werkzaamheden te verrichten. Ook de
toenmalige staatssecretarissen Cohen en Kalsbeek-Jasperse
adviseerden destijds bij de behandeling van de Wet
openstelling huwelijk deze lijn te volgen ('ga er praktisch
mee om'
De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) heeft eveneens
uitgesproken dat van een babs niet mag worden geëist dat
hij of zij alle huwelijken en partnerschappen waartoe de
wet de mogelijkheid biedt, dient te voltrekken e.g. te
registreren. Er wordt dan een niet-objectief
gerechtvaardigd indirect onderscheid op grond van
godsdienst gemaakt, hetgeen in strijd met de Algemene Wet
Gelijke Behandeling AWGBis. Een uitspraak van de CGB
heeft overigens niet dezelfde status als een rechterlijke
uitspraak
Wanneer deze eis op het moment van een eventuele
herbenoeming van een zittende babs wel wordt gesteld, is de
kans op een verloren juridische procedure groot als een nu
zittende babs die om die reden niet wordt herbenoemd, tegen
die beslissing in beroep gaat. Het zal dan in een procedure
voor de rechter namelijk zeer de vraag zijn of de gemeente
daarmee binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling
is gebleven.
Overigens blijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) bij haar advies aan voormalig wethouder Brok,
verwoord in een brief d.d. 12 februari 2001. Daarin wordt
aangegeven dat het opnemen in een nieuwe aanstelling
(volgende op een aanstelling voor bepaalde tijd die van
rechtswege eindigt) van de verplichting tot het sluiten van
ieder huwelijk e.g. het registreren van ieder partnerschap
waartoe de wet de mogelijkheid biedt, mogelijk is als dit
gebeurt op basis van een vast te stellen
rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar van de
burgerlijke stand waarin deze benoemingseis wordt
opgenomen. Een dergelijke rechtspositieregeling kan door
het college van B&W pas worden vastgesteld als
besluitvorming over onderhavig advies heeft plaatsgevonden.
De juridische houdbaarheid van die advies van de VNG ten
aanzien van de zittende en daarmee bij goed functioneren
her te benoemen babsen wordt echter zowel ambtelijk als
door de externe juridisch adviseur niet groot geacht.
5. Gewetensbezwaren bij nieuw te benoemen babsen
Voor nieuw te benoemen babsen komt de CGB met de uitspraak
op 15 maart 2 002 dat er ook voor nieuw te benoemen babsen
ruimte voor gewetensbezwaren moet zijn. Wanneer er
voldoende babsen zijn die ieder door de wet mogelijk
gemaakt huwelijk willen voltrekken of partnerschap willen
registreren, is het ook dan in haar ogen niet objectief
gerechtvaardigd om indirect onderscheid te maken op grond
van godsdienst door nieuw te benoemen babsen te laten
verklaren dat zij ieder huwelijk of partnerschap waartoe de
wet de mogelijkheid biedt, willen voltrekken c.q.