Z. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Milieu (13)
Effecten
Nulme
ting
2005
2006
2007
2008
13
De bodemkwaliteit is geschikt voor het (beoogde) gebruik/de
functie
Indicator:
Bodemtoets bij alle aanvragen bouwvergunning
Bodemtoets bij alle grondtransacties
Beoordeling bodemkwaliteit nutstracés
2003
330
916
87
330
1000
100
330
1000
100
330
1000
100
330
1000
100
Geluid:
J1
Nieuwe geluidhindersituaties worden voorkomen
Indicator:
Aantal geluidgehinderden
J2
Situaties waar ernstige geluidhinder optreedt worden voor
2020 gesaneerd.
Indicator:
aantal gesaneerde woningen van de A- en raillijstwoningen
(MOP)
1999
61
wonin
gen
14
3
3
3
Milieucommunicatie:
K1
Bewoners van een aantal wijken zorgen voor een lagere
milieudruk door besparing op het gebied van water- en
energieverbruik en afval.
K2
Duurzaamheid is concreet toepasbaar voor burgers en
bedrijven in Leeuwarden. Klimaat (energie) is speerpunt.
Ongediertebestrijdinq:
L
Bestrijden overlast
Voorziening honden
M
Minder ergernis bij burgers m.b.t. hondenpoep
Indicator:
Aantal burgers dat zich ergert aan hondenpoep
53%
(2003
wss)
50%
48%
45%
45%
Afvoer kadavers:
N
Voorkomen van gevaar voor de volksgezondheid
Indicator:
Aantal gemelde kadavers dat wordt afgevoerd
100%
100%
100%
100%
100%
Stand van zaken
Inzameling afval:
Hoewel de hoeveelheid restafval is gedaald en het hergebruik licht gestegen zullen de doelstellingen
uit het plan van aanpak afval naar verwachting niet worden gehaald. Door de realisatie van de
milieustraat eind 2004 zullen de streefwaarden de werkelijkheid echter steeds meer benaderen.
Milieu-Zduurzaamheidsbeleid algemeen
De algemene duurzaamheidscriteria uit het Duurzaamheidsplan 'De volgende zet' zijn uitgewerkt in 23
meetbare indicatoren voor verschillende duurzame thema's. Dit instrument (het Duurzaamheidskader)
maakt duurzaamheid concreet voor locale opgaven (herstructurering en nieuwbouw). Als thema's zijn
bijvoorbeeld energie, geluidshinder, groen in de wijk, afvalscheiding en bodem gebruikt. De
gebruikswaarde van het Duurzaamheidskader dient te worden getoetst in een aantal praktijksituaties
(stedelijke vernieuwingswijken-Vrijheidswijk en nieuwbouw- Zuidlanden).
In 2003 zijn berekeningen uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in de gemeente in 2002. Op alle locaties
wordt voldaan aan de normstelling. De concentratie van fijn stof is op alle onderzochte locaties vrij
hoog.
Deze problematiek speelt landelijk. Het ministerie van VROM beraadt zich op maatregelen.
De Gemeente Leeuwarden kiest ervoor geen chemische onkruidbestrijdingsmiddelen te gebruiken.
Door een proef met twee milieuvriendelijke methoden in 2004/2005 wordt bekeken welke methodiek
vanaf 2006 zal worden toegepast.
102
2. Beleidsbegroting
2.1 Programmaplan: Programma Milieu (13)
Milieu-Zduurzaamheidsbeleid: EnergieZklimaat, duurzaam bouwen en inrichten
De uitstoot van de C02 vertoont nog een stijgende lijn. Met het Klimaat uitvoeringsprogramma wordt
stevig ingezet deze trend om te buigen naar de gewenste afname van 6% t.o.v. 1990.
Milieu-Zduurzaamheidsbeleid: Water
De in 2000 aangegane samenwerking loopt tot september 2004. In het kader van de Blauwe Diamant
zijn een groot aantal projecten uitgevoerd waarvan de belangrijkste zijn:
Herinrichting oevers Potmarge
Waterkwaliteit binnenstad.
Momenteel vinden voorbereidingen plaats voor een continuering van de samenwerking voor nogmaals
4 jaar.
Begraafplaatsen:
In het afgelopen jaar is gewerkt aan de uitbreiding van de Noorderbegraafplaats met betrekking tot
bijzetting van urnen. Verder zijn er plannen ontwikkeld voor de capaciteitsuitbreiding van de
teraardebestelling.
Bedrijven:
In 2005 moet worden voldaan aan de kwaliteitscriteria van het rijk voor vergunningverlening en
handhaving. Om hieraan te kunnen voldoen moet, naast andere maatregelen, ook de formatie worden
uitgebreid. Hiertoe is voor 2005 voorgesteld om 1 extra formatieplaats voor de handhaving
beschikbaar te stellen. Hoewel hiermee nog niet geheel aan de norm wordt voldaan is er wel een
belangrijke stap voorwaarts gezet. De hoofddoelen zijn nog niet bereikt.
Bodem:
Om de bodemsaneringsoperatie te versnellen is een beleidsvernieuwing doorgevoerd, de sturing
gedecentraliseerd (Leeuwarden is per 1-1-2003 bevoegd gezag Wet bodembescherming) en een
nieuw financieringsstelsel geïntroduceerd. Het adagium 'de vervuiler betaalt' is aangevuld met 'de
belanghebbende betaalt mee'. Door deze systematiek met meer kostendragers en de (aanvullende)
inzet van ISV-budget in dit zgn. participatiestelsel is in de afgelopen jaren de slagingskans van
projecten met een saneringsopgave vergroot. Ondanks de ingezette versnelling blijft bodemsanering
veelal een kostenpost die de haalbaarheid van ontwikkelingen compliceert. De continuïteit van de
uitvoering staat onder hoge druk.
In 2004 is het gemeentedekkend beeld van bekende en vermoede gevallen van bodemverontreiniging
gereed gekomen. Daaruit blijkt dat 1469 locaties (potentieel) sterk verontreinigd zijn. Op die locaties
zal onderzoek moeten plaatsvinden, bij geconstateerde milieu-urgentie zal de verontreiniging
tenminste moeten worden beheerst. Waar en voor zover mogelijk wordt de milieuhygiënische opgave
in samenhang met overige gemeentelijke ambities (gerelateerd aan dynamiek zoals woningbouw,
revitalisering) opgelost.
Macroberekeningen leren dat in totaal ruim 80 min nodig is om het bodemsaneringsvraagstuk in
Leeuwarden te tackelen. Het Rijk draagt daar met ISV-(stedelijk gebied) en budget Wet
bodembescherming(landelijk gebied) deels in bij. Het grootste deel zal echter door de markt,
waaronder begrepen gemeentelijke middelen, gefinancierd moeten worden (landelijk streven is een
multiplier van 4).
Geluid:
Doordat de laatste jaren intensief met de werkvelden ruimtelijke ordening en verkeer wordt
samengewerkt, worden geluidsaspecten uitdrukkelijk betrokken in ruimtelijke en verkeerskundige
ontwerpen. Hierbij vindt een optimalisatie plaats tussen de gewenste ruimtelijke inrichting en het
daaraan gekoppelde akoestische klimaat. Voor de bestaande geluidhinder knelpunten wordt het
geluidisolatieprogramma voortgezet. Inmiddels voldoen 10 woningen van de A-lijst aan de geldende
norm voor het binnengeluidsniveau. 4 eigenaren van woningen hebben te kennen gegeven niet voor
isolatie in aanmerking te willen komen. Deze 14 woningen zijn bij het Ministerie formeel
afgemeld/gereed gemeld.
103