3. Financiële hegroÉirsg
3.2 Uiteenzetting financiële positie
de nominale ontwikkelingen p.m. geraamd). Voor 2005 wordt nog een toevoeging van 75 min
geraamd. De raming voor 2005 wordt echter met onzekerheid omgeven. Onder voorbehoud i.v.m.
nadere besluitvorming over de ombuigingen op de rijksbegroting, zijn deze in de junicirculaire
verstrekt. Bij de Voorjaarsnota 2004 heeft het Kabinet namelijk besloten tot enige taakstellingen, die
later in het jaar ingevuld zullen worden (landelijk totaal 750 min). De definitieve besluitvorming zal
plaatsvinden bij de Miljoenennota 2005. Omdat de omvang en de relevantie van deze ombuigingen
voor het gemeentefonds nog niet vaststaan, is het effect voor het accres 2005 nog niet meegenomen.
M.a.w. er is een grote kans dat het accres voor 2005 nog neerwaarts wordt bijgesteld.
Voor onze gemeente betekent e.e.a. het volgende. In de kaderbrief was rekening gehouden met een
nadeel van 1,3 min. Het werkelijke nadeel op grond van de indicatieve accressen en
uitkeringsfactoren tot en met 2008 blijkt thans bijna 2,3 min te zijn. Per saldo is sprake van een
verslechtering van 1,0 min. Gezien de onzekerheden voor 2005 en de terzake afgegeven
"winstwaarschuwingen" i.v.m. de nadere besluitvorming over ombuigingen op de rijksbegroting, wordt
het raadzaam geacht het veronderstelde accres voor 2005 van landelijk 75 min (voor Leeuwarden
ongeveer 0,5 min) vooralsnog niet "in te boeken", maarte reserveren.
Inflatie
Binnen de gemeente Leeuwarden is het gebruikelijk om m.b.t. de nominale ontwikkeling op grond van
gewijzigde omstandigheden "na te calculeren". Zo worden in het kader van de begroting 2005 de
ramingen over de jaren 2003 en 2004 herzien en voor 2005 voor het eerst vastgesteld. In
onderstaande tabel zijn de gehanteerde percentages weergegeven.
Loonontwikkeling in procenten
2003
2004
2005
Veronderstelling in begroting 2004
3,61
3,75
n.v.t.
Veronderstelling in begroting 2005
3,61
2
2,25
Prijsontwikkeling in procenten
2003
2004
2005
Veronderstelling in begroting 2004
2,5
2,5
n.v.t.
Veronderstelling in begroting 2005
2,0
1,5
2,25
Tabel 3
De uitname van teveel aan de diensten gecompenseerde inflatievergoeding over de jaren 2003 en
2004 en de nieuwe compensatie voor 2005 resulteren (na aftrek van de reservering in het
gemeentefonds voor 2005) in een voordeel van per saldo bijna 1,1 min. Daarnaast is, conform de
gedragslijn met betrekking tot de OZB, een inflatiecorrectie toegepast. In verband met de nacalculatie
over de jaren 2003 en 2004 is het toegepaste stijgingspercentage 0,8%. Dit resulteert in een
opbrengstverhoging van 190.000.
Wijzigingen in de taakmutaties Rijk Gemeente Leeuwarden:
Er zijn diverse taakmutaties welke ten gunste danwel ten laste van de algemene middelen worden
gebracht. De belangrijkste zijn:
Het Gemeentefonds is landelijk (in 2004) incidenteel verhoogd met 111 min in verband met de
bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Financieel-technisch gezien
betekent de 111 min een correctie op de uitlichting uit het gemeentefonds van 150 min in verband
met de beperking van het minimabeleid, waartoe werd besloten bij het Hoofdlijnenakkoord 2003. De
uitname wordt nu naar 39 min teruggedraaid. Voor onze gemeente betekent dit voor 2004 een
incidentele toevoeging van bijna 900.000. Aangezien de korting van landelijk 150 min ten laste van
de algemene middelen is gebracht (voor Leeuwarden ongeveer 1,3 min), wordt nu de restitutie ten
gunste van de algemene middelen gebracht.
Herziene verdeling dualisering
De discussie over de kosten van de dualisering heeft in de afgelopen jaren geleid tot een reeks
mutaties op de algemene uitkering. Bij de verdeling werd uitgegaan van een ruwe kostenraming uit
het jaar 2001. Mede naar aanleiding van kritiek uit de gemeenten is besloten de verdeling te herzien.
Op grond van een verbetering van de ijkverdeling ontstaat voor onze gemeente een structureel
voordeel van 109.000.
164
3. Financiële begroting
3.2 Uiteenzetting financiële positie
Naast de vorenstaande taakmutaties welke ten laste danwel ten gunste van de algemene middelen
komen, zijn er taakmutaties voor nieuwe en/of intensivering van bestaande taken. Ook worden er
bedragen uitgenomen wegens het vervallen en/of verminderen van bestaande taken. Deze mutaties
worden doorgegeven aan de diensten of worden gereserveerd. De financiële uitkomsten verlopen
budgettair neutraal. De belangrijkste zijn:
Afschaffing zalmsnip in 2005
-2.043
Extra middelen dualisering
100
Centralisatie Regionale indicatiestelling
-466
Kinderopvang; uitname ten gunste begroting Ministerie SZW
-917
Kinderopvang; verhoging i.v.m. subsidiering kinderopvang specifieke doelgroepen
321
Onderwijshuisvesting (geoormerkt accres)
56
Onderhoud schoolgebouwen voortgezet onderwijs
-210
Tabel 4
Met betrekking tot onderwijshuisvesting wordt het volgende opgemerkt. Binnen de algemene uitkering
uit het gemeentefonds komen als gevolg van een toename van het aantal leerlingen middelen vrij
(vergelijkbaar met areaaluitbreidingen). Deze middelen komen in verband met de financiële
consequenties van de nota "scholen onder dak" beschikbaar voor onderwijs. Het gaat daarbij om
120.000 over de totale beleidsplanperiode. Daarnaast zijn binnen de algemene uitkering ten laste
van het accres middelen geoormerkt voor onderwijshuisvesting. Voor onze gemeente een
inkomstenverhoging van 56.000 in 2005. Mede in relatie tot het voorstel nieuw beleid van 324.000,
komt derhalve totaal 500.000 beschikbaar om de huisvestingssituatie van scholen in onze gemeente
te verbeteren.
Een specificatie van de mutaties in de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds is opgenomen in
bijlage A van de uitzettingen en inkrimpingen.
Uitzettingen en inkrimpingen
Op de lijst van de uitzettingen en inkrimpingen komen de mutaties in de financiële positie voor welke
onontkoombaar van aard zijn. Voor een toelichting op de diverse uitzettingen en inkrimpingen wordt u
verwezen naar bijlage A. Aandachtspunt hierbij is de kinderopvang.
In 2002 zijn de voorwaarden voor het gebruik van de gesubsidieerde kinderopvang aangescherpt o.a.
vanwege de ingrijpende wijziging in de financiering van de kinderopvang (van aanbod naar
vraagfinanciering). De aanscherping heeft ertoe geleid dat veel minder gesubsidieerde
kinderopvangplaatsen nodig zijn. In 2003 is hierop (programmabegroting 2004) al een incidentele
meevaller gemeld van ruim 900.000. Inmiddels is de Wet basisvoorziening kinderopvang (Wbk) door
de Eerste Kamer aanvaard en zijn de mutaties in de algemene uitkering doorgevoerd (zie
vorenstaande tabel). Voor onze gemeente ontstaat het volgende financiële beeld:
Budget kinderopvang begroting dienst Welzijn
2.400
Uitname gemeentefonds
-900
Restant budget/meevaller
1.500
Tabel 5
Dit bedrag van 1,5 min valt ten gunste van de algemene middelen structureel vrij.
Daarnaast vloeit vanaf 2005 een gedeelte van de via de algemene uitkering uitgenomen middelen
m.b.t. de kinderopvang weer terug naar de dienst Welzijn. Voor subsidiering van de kinderopvang van
bij de wet gedefinieerde doelgroepen komt ruim 320.000 beschikbaar. Het gaat daarbij met name
om bijstandsontvangers, nieuwkomers en studenten. Voor deze groepen zonder arbeidsinkomsten
moeten de gemeenten het zogenoemde werkgeversdeel voor hun rekening nemen. In aanvulling
daarop krijgen de gemeenten ook organisatorische taken. Het betreft in het algemeen de regie voor
de kinderopvang op het gemeentelijk grondgebied e.d.
Na het verwerken van de mutaties in de algemene uitkering en de overige uitzettingen en
inkrimpingen ontstaat het volgende financiële beeld:
165