Blad 4 een maximum hoogte van 16,5 m (beiden inclalgemene vrijstelling) in het bijzonder in het oog. Aangezien, aldus de SAOZ, ook aan de oostzijde van de Nauwe Greuns een woongebied ontstaat, eveneens grootschalig, met ook hierin (noordelijk van de woning van belanghebbende) een woongebouw met soortgelijke afmetingen wijzigt de gehele belevingswaarde van de woning van belanghebbende in aanzienlijke mate. Hierbij speelt mede een rol dat in de omgeving van de woning de geluiden samenhangend met een woonwijk, in vergelijking met voorheen het overwegend agrarische gebied zullen toenemen. Dit betékent naar het oordeel van de SAOZ dat de woning van belanghebbende in een ongunstiger situatie terecht komt in vergelijking met het voorheen, onder het regime van het bestemmingsplan "Buitengebied"bestaande zicht en beleving van de woonomgeving Volgens de SAOZ heeft de planologische maatregel voor belanghebbende, voor wat betreft de opstal met de daarbij behorende grond, geleid tot een nadeliger positie waaruit op de voet van artikel 4 9 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering is voortgevloeid. Waarde en waardevermindering Hierover staat in het advies van de SAOZ o.a. dat de waardevermindering, naast de waarde van het getroffen object, met name wordt bepaald door de aard en de ernst van de inbreuk in verhouding tot de oude planologische situatie. De in het advies genoemde specifieke gevolgen van de onderhavige planologische mutatie, zijnde uitzichtverliesgeluidhinder, aangetaste ligging, hebben er toe geleid, dat voor een willekeurige gegadigde derde de waarde van het object per peildatum met een bedrag van f 50.000,-- 22.689,--) is gedaald naar een bedrag in de orde van grootte van f 425.000,-- 192.857,--). Vergoedbaarheid Op de dag dat de eigendom van de onroerende zaak werd verworven (22 januari 1992)was de planologische mutatie niet te voorzien. Evenmin, aldus de SAOZ, is gebleken van andere feiten en/of omstandigheden, welke rechtvaardigen, dat de schade geheel of gedeeltelijk voor rekening van belanghebbende dient te blijven. Het schadebedrag komt derhalve geheel voor vergoeding in aanmerking. Conclusie Op grond van het vorenstaande adviseert de SAOZ het namens belanghebbende ingediende verzoek om vergoeding van schade ex artikel 49 WRO toe te wijzen, hem een schadevergoeding toe te kennen tot een bedrag van f 50.000,-- 22.689,--) en dit bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. Blad 5 Second opinion Wij hebben gemeend dat er aanleiding was om een second opinion in te winnen (het advies van de SAOZ nog eens tegen het licht te houden)Aan Houdringe Rentmeesters te Assen is dan ook verzocht een hertaxatie uit te voeren in verband met dit verzoek om planschadevergoeding. In het advies van Houdringe Rentmeesters staat o.a. dat voor de waardebepaling wordt uitgegaan van het feit dat de jachthaven in exploitatietechnische zin als gevolg van de bestemmingsplanwijziging noch nadeel, noch voordeel ondervindt. Immers de haven is thans volledig bezet en kan niet voller. Wellicht doet de mogelijkheid zich voor op toename van meer reparatiewerk, meer winterberging of meer handel. Evenwel is dit gissen. Daar staat tegenover dat het bedrijf in de nieuwe planologische situatie een betere afsluiting behoeft. Wat wel als een voordeel kan worden gezien, aldus Houdringe Rentmeesters, is de mogelijkheid om onder nader te stellen eisen een tweede bedrijfswoning toe te staan als dit als gevolg van de aard van de bedrijfsactiviteiten noodzakelijk is. Evenwel, gelet op de omvang van het aantal ligplaatsen, winterberging en reparatie/verkoop, lijkt ons de realisatie en het benutten van de mogelijkheid tot bouw van een tweede bedrijfswoning niet voor de hand liggend, aldus Houdringe Rentmeesters Het waardeonderdeel woning/woonboerderij ondergaat als gevolg van de planologische wijziging van het bestemmingsplan - door uitzichtverlies, verminderde ligging, lichthinder, geluidhinder - een negatieve waardemutatieEen negatieve waardemutatie als gevolg van een planologische wijziging en niet behorend tot het maatschappelijk risico dient te worden vergoed, aldus Houdringe RentmeestersDe door de SAOZ toegekende waarde vóór de waardemutatie ad f 475.000,-- 215.546, evenals de geconstateerde waardemutatie ad f 50.000,-- 22.689,--) wordt door Houdringe Rentmeesters niet onjuist geacht Tenslotte hebben wij contact opgenomen met de prof. mr. D.A. Lubach, hoorleraar bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, deskundige op het gebied van planschade. Daarbij is de vraag gesteld hoe een en ander dient te worden gezien in het licht van de adviezen (second opinion) die hij heeft uitgebracht ten aanzien de claims in verband met de bestemmingsplannen "Hempens-Teerns" en "Goutum-Noord"De eigenlijke vraag was of de redenering die hij heeft gevolgd in zijn advies d.d. 20 februari 2001 ook hier toepasselijk is, in casu of de woningbouw ter weerszijden van de Nauwe Greuns in dit geval in der lijn der verwachtingen lag, zodanig dat van risicoaanvaarding kan worden gesproken, die met zich brengt dat een eventuele schade voor eigen rekening dient te blijven. Prof. Lubach meent dat in deze zaak de redenering in zijn adviezen over

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 2004 | | pagina 22