Blad 6
Reactie
Op zich is de opmerking van Tresoar juist. De
onjuiste tenaamstelling doet zich evenwel voor in de
plantoelichting, het niet juridisch bindend gedeelte
van het bestemmingsplan. Met het gebruik van de
namen "Rijksarchief" en/of "Provinciale Bibliotheek"
hebben wij niet zozeer de functie als wel het gebouw
willen duiden. Op deze wijze hebben wij in de
plantoelichting duidelijk kunnen maken wat waar is
of zal worden gerealiseerd.
Overigens wordt in een van de eerste zinnen van de
paragraaf Maatschappelijke doeleinden als onderdeel
van de toelichting op de bestemmingen in Hoofdstuk 5
duidelijk aangegeven dat het Rijksarchief en de
Provinciale Bibliotheek samen Tresoar vormen.
Vervolgens attendeert Tresoar op de in de paragraaf
Maatschappelijke doeleinden (Paragraaf 5.2. van de
plantoelichting) aangekondigde nieuwbouw van het Historisch
Centrum Leeuwarden (hierna HCL)
Op de plankaart is ten behoeve van die nieuwbouw een
aanduiding aangebracht, binnen welke gronden van een
vrijstellingsbevoegdheid gebruik gemaakt kan worden (om te
bouwen buiten het op de plankaart aangegeven bouwvlak)Dit
vrijstellingsgebied beslaat het gehele perceel van het
voormalig bestuurscentrum en het gehele aangrenzende
perceel van de kinderopvang. Zou hier- zo stelt Tresoar -
gezien de handhaving van individualiteit van de gebouwen en
niet verder uitbreiden van de bebouwingswand, niet een
beperkter gebied aangegeven moeten worden. Dit temeer daar
(op bladzijde 37) is aangegeven dat voorkomen moet worden
dat de bebouwingselementen aaneengroeien en dat de groene
karakteristiek van de open ruimten ertussen gehandhaafd of
versterkt moet worden.
Verder verwijst Tresoar naar paragraaf 7.3. van de
toelichting, waarin recente ontwikkelingen worden genoemd,
die hebben geleid tot een bijstelling van het plan, nadat
het eerder in het kader van de inspraak ter visie heeft
gelegen. In deze paragraaf wordt nogmaals ingegaan op de
bouwplannen voor een nieuw HCL. Ook in deze paragraaf staat
een zinsnede over de bebouwing die als het ware een wand
vormt tussen Prinsentuin en het OldehoofsterkerkhofOok in
dit verband stelt Tresoar de vraag of het op de plankaart
geduide gebied voor de vrijstellingsbevoegdheid te groot
is. Nu is een gedeelte groen en zou kunnen worden bebouwd.
Naar de mening van Tresoar zou dit een groengebied moeten
blijven, dan wel zou aan de bebouwing een percentuele
beperking van het oppervlak gegeven moeten worden.
Voorgesteld wordt aan te sluiten bij de Stedenbouwkundige
'spelregels' zoals ambtelijk zijn aangegeven (handhaving
van ruimte tussen Tresoar en voormalig BCL ten behoeve van
de route Prinsentuin - binnenstad en tussen BCL en school,
Blad 7
bebouwing tot 40% van de oppervlakte tussen bestaande
gebouw en voorgevelrooilijn)
De in artikel 4D lb genoemde maximale oppervlakte van
buiten het bouwvlak te bouwen gebouwen van 12 0 0m2 lijkt in
strijd met het idee van handhaving van de groene setting in
dit gebied.
Reactie
In het bestemmingsplan wordt inderdaad uitgegaan van
een nieuw HCL op het perceel van het voormalig
Bestuurscentrum. Nog niet (definitief) is bekend hoe
het gebouw wordt vormgegeven. Ook staat het ruimte
beslag en dus de precieze situering nog niet vast.
Min of meer zeker is dat de voorkant van het
Bestuurscentrum zal worden gesloopt en dat daar
nieuwbouw wordt gerealiseerd in aansluiting op het
historische achterste deel.
Het bestemmingsplan wil een zo flexibel mogelijke
bouwregeling bieden om te voorkomen dat de
definitieve nieuwbouwplannen net weer afwijken van
een op de plankaart c.q. in de planvoorschriften
mogelijk gemaakte bouwmogelijkheid.
Gestreefd wordt om het plan zo in te richten dat tot
een spoedige bouwvergunning gekomen kan worden.
Daarom is gekozen voor een vrijstellingregeling. Op
deze wijze wordt de architect de ruimte geboden om
met inachtneming van de criteria, waaraan moet
worden voldaan om vrijstelling te kunnen verlenen,
een zo goed mogelijk ontwerp te maken. In de eerste
verkenningen bleken de gemeentelijke spelregels, die
overigens nooit zijn vastgesteld, namelijk te
beperkend.
Deze spelregels, waar Tresoar op doelt, betreffen
een aantal uitgangspunten die in een oriënterend
gesprek over mogelijke verwerving van het perceel
BCL aan de orde zijn geweest, waarbij het ook ging
om ontwikkelingsmogelijkheden van de bestaande
opstallen.
Zoals Tresoar zelf al noemt worden in artikel 4 van
de planvoorschriften "Maatschappelijke doeleinden"
de criteria genoemd, die gelden voor de toepassing
van die vrijstelling. De genoemde oppervlakte van
1200m2 voor gezamenlijke bebouwing buiten het
bouwvlak van de bestaande gebouwen (BCL én
kinderdagverblijf) is daar slechts één van. Ook moet
voldaan worden aan de andere criteria, namelijk dat
het beoogde gebouw geen afbreuk doet aan de waarden
zoals beschreven in het Beschermd Stadsgezicht, dat
er geen onevenredige verdichting van de
bebouwingswand zal ontstaan, dat er sprake blijft
van bebouwing in een groene setting, dat de
oppervlakte beperkt is etc